kruishout, gedood, maar, uit eigen vrywillige onderwerping aan 't welbehaagen des Vaders, en onder het eigen gevoel van den grootsten smaad, opgeofferd: waarby dus niet zoo zeer het uitwendig sterven, als veeleer het voorafgaande, en met hetzelve gepaard gaande gevoel der ziele, in aanmerking komt; - een eeuwig offer, waardoor tot in eeuwigheid volmaakt worden de genen, die geheiligd zyn; terwyl Hy, die voor de zonden gestorven is, ook in het leeven is teruggekeerd, om in den hemel, als een voorspraak by den Vader, voor ons werkzaam te zyn, aldaar eeuwig leevende, om voor ons te bidden. [Wy twyfelen, of deze harde uitlegging wel veel byval zal vinden.]
III. Eene Zamenspraak, die ten opschrift heeft: De jonge Hervormer. Zy behelst gepaste vermaaningen tegen loszinnigheid, ongebondene vryheid, en zucht, om, al wat nieuw en vreemd is, met drift en yver aan te pryzen, en eene algemeene hervorming in de Godsdienstige leerstelzels te wege te brengen.
IV. Eene beschryving van de Godsvreeze. Zy is dat ontzag, die hoogachting en eerbied, welke wy verschuldigd zyn aan God, uit hoofde van zyne oneindige volmaaktheden, welke niet alleen een schitterenden glans rondom zich verspreiden, en welker luister den aandachtigen beschouwer geheel verbaasd en opgetogen van verwondering doet staan, maar welke ook daarteboven het gemoed vervullen met een heiligen schroom voor dien hoogen en magtigen Koning, wiens heerschappy over alles is, en met bedachtzaame zorgvuldigheid, om Hem niet te mishaagen. Zy vertoont haaren invloed op alle bedryven van hun, die 'er mede bezield zyn; haar voornaamste uitwerksel is volstrekte gehoorzaamheid aan Gods geboden. [Men had dit stukjen, dat niets bevat, dan 't geen overbekend is, wel achterwege kunnen laaten.]
V. De Voorzienigheid, of de Schipbreuk. Eene verdediging der Voorzienigheid, door een verdicht verhaal van zes booswichten, de eenigen van vyf-en-zeventig, die, by een geleden schipbreuk, door een boot gered, doch kort daarna, ten gevolge van moord en roof, in handen der Justitie geraakt zynde, naar verdiensten, met verlies van hun leeven, gestraft wierden; en van de opheldering, die een grysaart, door dit gebeurde tot de grootste twyfelmoedigheid omtrent