merking. De Bybel moet wederkeeren tot de classe van menschelyke schriften, en kan haare waarde alleen, als een boek der gryze oudheid, behouden. Men slaat onderscheiden wegen in, om dit aanneemelyk te maaken. De een zoekt al het buitengewoone, en bovennatuurlyke, uit den Bybel weg te redeneeren door eene nieuwe uitlegkunde, herschept de geschiedenis in een fabel, of leerzaame parabel, en verdringt daardoor de Godsdienstleer uit den Bybel. Een ander neemt de hoogere Critiek of Oordeelkunde te hulp. Een derde laat den Schryver
Volksvertelzels, en fabelachtige overleveringen, in zyne geschiedverhaalen invlechten. Een ander weder ontdekt, in de Bybelschriften, zoo veel byvoegzelen van laatere, geheel onbekende handen, dat 'er weinig overblyve van den Schryver. En, daar de Critiek en Uitlegkunde te kort schiet, moet de Wysbegeerte toespringen. De Bybelsche Zedeleer blyft niet onaangeroerd, terwyl men ze alleen, als eene zedeleer voor kinderen en ongeoefenden, doet voorkomen. Zulke en dergelyke gevoelens schynt de Hoogleeraar voornaamelyk te zullen te keer gaan. En hy doet zekerlyk daarmede aan hun, die, door de schriften van eichhorn, ziegler, eckerman, gabler, paulus, herder, en anderen, min of meer aan het wankelen geraakt zyn, geen geringen dienst. Men vindt hier de oude Leer, betreffende het Goddelyk gezag en gemeennuttig gebruik des Bybels, waaromtrent onder de Christenen nimmer te voren, van de opkomst van het Christendom af tot op onze tyden, eenige twyfeling geweest is, tegen verscheidene nieuwe en vreemde bedenkingen van eenige hedendaagsche Schryvers, verdedigd en bevestigd.
De verhandelde onderwerpen, in dit Deel, voornaamelyk ingericht tot wederlegging van een geschrift van eckerman, over de geschiedverhaalen der Wonderwerken van Jesus en de Apostelen, zyn de volgende: 1. Eenige aanmerkingen over de Openbaaring, en de bewyzen voor dezelve. 2. De echtheid van de geschiedverhaalen der Wonderwerken van Jesus gestaafd. 3. Over het stilzwygen van Paulus, aangaande de Euangelien. 4. Verder betoog van de echtheid der verhaalen van de Wonderen van Jesus. 5. Betoog, uit Jesus redevoeringen en gesprekken. 6. Byzonder betoog, met opzicht tot de hoofdgebeurtenis des N. Test., de Op-