Anecdote van wylen Stanislaus Augustus, koning van Poolen.
(Uit eene nieuwe Uitgave van coxe's Travels in Poland, Russia, &c.)
De Koning, de beleefdheid hebbende ons zyn Landgoed te laaten zien, bragt ons door eenige bovenkamers; de Graaf van stackelberg was by ons. Ik maakte aanmerking op een Boek, in de Boekery op tafel liggende, 't welk de voornaamste Stukken behelsde, de Verdeeling van Poolen betreffende. Myne begeerte te verstaan geevende, om een Werk, die belangryke gebeurtenis betreffende, te leezen, sprak ik daarover den Koning in 't Engelsch aan. Dan hy stuitte myne voordragt, door zyn vinger op zyne lippen te leggen, ten teken dat ik zou zwygen, en vervoegde zich in een ander vertrek.
Naa het eindigen des avondmaals geleidde my een van 's Konings Officieren tot de deur van het Boekvertrek. Daar intreedende, vond ik den Koning alleen, ter zyde van de tafel staande. ‘Ik bemerkte,’ sprak hy, op het Boek wyzende, ‘dat gy groote begeerte toonde om dit Werk te leezen: de wyze, waarop ik uwe vraagen afbrak, heeft u mogelyk onheusch toegescheenen; maar ik wilde over dit onderwerp niet spreeken in tegenwoordigheid des Russischen Ambassadeurs.’ Waarop hy, met den toon der sterkste aandoening en welspreekenheid, zich uitliet over de bedreigingen der Pruissische, Oostenryksche en Russische Hoven.
‘Indien ik,’ liet hy zich hooren, ‘tyd had om uit te weiden over de geheime geschiedenis van dat gewigtig tydperk, en kon beschryven de bedreigingen, door den Russischen Afgezant gedaan, de persoonlyke vernederingen, welke ik leed, en de zekerheid, dat ik myne geheele Familie in het uiterste verderf zou gestort hebben, indien ik myne