| |
| |
| |
Mengelwerk, tot fraaije letteren, konsten en weetenschappen, betrekkelyk.
Iets over orthodoxie en heterodoxie.
Misschien zyn 'er weinige woorden, die zulk eene aanmerklyke rol, in de Geschiedenis der Kristlyke Kerke, gespeeld hebben, zulk een geducht gezag hebben geöefend, zoo veel menschenbloed hebben doen vergieten, en zoo veele vervolgingen en verdeeldheden hebben veroorzaakt, als die van orthodox en heterodox; en misschien zyn 'er geene, die nogthans, over het geheel, minder verstaan worden, en wier betekenis meer onbepaald en willekeurig is, dan juist deze. - Johannes huss heeft den brandstapel moeten beklimmen, en als Martelaar zyn leven gelaaten. En waarom? Om dat hy heterodox was. En hoe veele duizenden hebben, met hem, het zelfde lot ondergaan! Hoe veele duizenden zyn vervolgd, in den ban gedaan, in de gevangenis geworpen, levend verbrand, of op eenige andere wyze van kant geholpen, alleenlyk om dat zy, in hunne gevoelens omtrent den Godsdienst, heterodox waren, en deze hunne gevoelens - zal ik zeggen onvoorzichtiglyk, of uit edele waarheidliefde? - lieten blyken! Welk een verschriklyk woord is dus 't woord heterodox! Het is van ouds af de banblixem der Inquisitie geweest; en nog heeft het zyn gezag niet geheel verloren; nog is de naam van heterodox soms genoeg, om iemand te brandmerken als eenen Ketter, waarvoor men zich moet wachten, en hem van 't vertrouwen van zeer veelen te berooven; en misschien is het alleen aan de grootere onverschilligheid in den Godsdienst, of aan de menschenvrees en 't eigenbelang toe te schryven, dat 'er niet nog veelen het slagtoffer van worden.
Maar, vraag ik, wat is dan nu eigenlyk orthodox, wat heterodox? - Orthodox, andwoordt men gewoonlyk, is datgeene, wat met de leer onzer Kerk overeen- | |
| |
stemt; heterodox, wat daarmede strydig is. - Dus is dan de betekenis dezer woorden geheel willekeurig en onbepaald; dus is, in de eene Kerk, heterodox, wat, in eene andere, orthodox is; dus hangt de geheele kracht van dit woord af van de onderscheidene inzichten der Menschen, en van datgeene, wat de verschillende leden van byzondere Kerkgenootschappen voor waarheid houden; - dus, eindelyk, is de betekenis dezer woorden ook zeer wankelbaar; en hetgeen weleer orthodox was, kan nu heterodox zyn; en wat nu heterodox is, kan misschien over vyftig of honderd jaaren orthodox wezen. Galilaeus galilaei was heterodox, om dat hy het Copernicaansche stelsel, aangaande den loop der hemelsche ligchaamen, verdeedigde en nog meer bevestigde; en de arme man moest, om niet, als een Ketter, gestraft te worden, nog in zyn zeventigste jaar, de gemelde leer, dat de Zon zich in 't middenpunt van ons Zonnestelsel bevindt, en de Aarde zich om haar heen beweegt, tegen zyne overtuiging aan, herroepen, en, op zyne kniën, afzweeren. En hedendaags zou men iemand bespotten en uitlachen, die anders leerde, en vindt daarin niets strydigs meer met de leere der H. Schrift. En wie verzekert ons, dat niet menig eene leer, die, thans nog, van veelen, voor strydig met de leer des Bybels wordt gehouden, over eene eeuw, algemeen voor orthodox zal worden aangenomen? Hetgeen niet altyd orthodox of heterodox is geweest, maar het eerst naderhand door de uitspraak of de verklaring van Synodes is geworden, kan ook even zoo goed weder ophouden het te zyn; en wie, die met de
Geschiedenis der Kristlyke Kerke eenigzins bekend is, kan zelfs aan de waarschynlykheid daarvan twyfelen?
Ik vraag dus wederom: wat is dan nu eigenlyk orthodox; wat heterodox? Is Johannes huss, is galilaeus galilaei, zyn alle die Kristenen, die door de onkristlyke Inquisitie vervolgd en ter dood gebragt zyn, daadlyk heterodox geweest? Toen zeide men Ja, en nu zeggen wy Neen; dus beweeren wy, dat datgeene, wat men toen voor orthodox en heterodox hield, eigenlyk niet orthodox en heterodox was. - En zoo is het nog, ten aanzien van de onderscheidene Kerkgenootschappen. Is iemand orthodox of heterodox; hy is dit alleenlyk relatief zyn Kerkgenootschap, en niet met betrekking op de overigen. Want schoon hy al van de leer der overige
| |
| |
Kerkgenootschappen verschilt, zo zal toch geen van derzelver leden hem voor heterodox houden, wanneer hy slechts met de leer van zyn Kerkgenootschap overeenstemt. Van hier de onderscheidene benamingen van orthodox Gereformeerd, orthodox Luthersch, orthodox Roomsch, enz. - Dan, juist hierdoor heb ik my den weg gebaand tot hetgeen ik nader wilde bepaalen. Zou men, naamlyk, hieromtrent niet tot eene meer vaste bepaling kunnen komen? Of liever, zou men aan de woorden orthodox en heterodox, die gewoonlyk van zoo weinigen verstaan en zoo willekeurig gebruikt worden, en wier betekenis zoo wankelbaar is, niet een meer duidelyk denkbeeld behooren te hechten, om in te zien, hoe weinig zy, tot een beslissend oordeel over onze broeders, kunnen gebezigd worden? En zou ook dit niet iets kunnen toebrengen aan de bevordering van meerdere verdraagzaamheid onder de Kristenen van verschillende geloofspartyen? - Dit, ten minsten, is myn hartlyke wensch; en met geen ander oogmerk is het, dat ik thans 't denkbeeld van Orthodoxie en Heterodoxie iets meer zal poogen uit elkander te zetten, en hieromtrent eenige grondwaarheden (axiomata), als stoffe tot verder nadenken, zal voorstellen.
Vooraf, echter, moet ik nog aanmerken, dat 'er eigenlyk eene tweederlei Orthodoxie en Heterodoxie is; naamlyk: eene Wysgerige of Logicaale, en eene Kerklyke. Dit onderscheid is van belang, en moet, wanneer men een duidelyk en juist denkbeeld van de zaak wil verkrygen, vooral niet uit het oog verloren worden. De eerste is de grondslag van de laatste. Ziet hier dus van beiden eenige axiomata.
Vooreerst van de Orthodoxie en Heterodoxie in eenen logicaalen zin.
De waarheid alleen is orthodox. Alle dwaling is heterodox.
Maar nu berust de waarheid even zoo min, als de dwaling, by enkelde menschen; zoo dat zy by den eenen geheel, by den anderen in 't geheel niet, zou gevonden worden.
Geen mensch - al ware hy ook de Paus te Rome, de Mufti te Constantinopel, of de groote Lama te Tibet - is geheel zonder dwaling. En geen mensch - al ware hy zelfs de allergrootste en meest verdoemde Ketter - is geheel zonder waarheid.
| |
| |
De kennis en 't geloof van elk mensch is dus een mengsel van waarheid en van dwaling. Elk mensch, dien Gods aardbodem draagt, is derhalven gedeeltelyk orthodox, gedeeltelyk heterodox. In zoo verre zyne kennis met de waarheid overeenkomt, in zoo verre is hy orthodox; en in zoo verre hy dwaalt, in zoo verre is hy heterodox. Zelfs de Paus, de Mufti, de groote Lama; zoo verre zy dwaalen, zyn zy heterodox. Zelfs spinoza, bayle, voltaire, volney, paine, en alle Ketters en Aartsketters; zoo verre zy de waarheid erkennen, zyn zy orthodox.
Het onderscheid tusschen orthodox en heterodox is dus niet absolute (volstrektlyk), maar slechts relative (betreklyk) tusschen meer en minder. De menschen kunnen derhalven ook niet verdeeld worden in twee partyen, waarvan de eene orthodox en de andere heterodox is; maar zy maaken ééne aaneengeschakelde rei uit, in welke de overgang van den eenen trap tot den anderen onmerkbaar is.
De maatstaf is dus deze: niet, wie niets dan waarheid en volstrekt geene dwaling, maar, wie meer waarheid dan dwaling heeft, heet orthodox; en zoo ook niet, wie enkel dwaling en in het geheel geene waarheid, maar, wie meer dwaling dan waarheid heeft, heet heterodox. By wien waarheid en dwaling in evenwicht staan, dat is, wie even zoo veel waarheid als dwaling, en zoo veel dwaling als waarheid heeft, dien kan men rekenen waartoe men wil. - Uit kristlyke liefde zou ik hem tot de eersten rekenen.
De hoogste trap van Orthodoxie is onfeilbaarheid. Geen mensch, echter, is onfeilbaar. Zoo weinig enkele menschen onfeilbaar zyn, zoo weinig kan het ook een genootschap van menschen zyn, welk uit enkele menschen bestaat; want uit veele onvolmaaktheden ontstaat geene volmaaktheid. - Het hoogste, dus, wat men hier kan aanneemen, is de hoogste waarschynlykheid, dat diegeenen, die zich opzetlyk op eene wetenschap hebben toegelegd, meer kennis daarvan hebben dan anderen, en by gevolg ook eer daarover kunnen beslissen.
Uit deze Orthodoxie en Heterodoxie, in eenen Logicaalen zin, is ook eene kerklyke ontstaan.
Eene en dezelfde stelling wordt van de eene geloofsparty voor orthodox, van de andere voor heterodox verklaard. Deze stelling, nu, is of waar, of valsch. Is
| |
| |
zy waar, dan verklaart de tweede party eene waarheid voor dwaling. Is zy valsch, dan verklaart de eerste party eene dwaling voor waarheid. By gevolg komt het, by de Kerklyke Orthodoxie en Heterodoxie, niet op waarheid en dwaling zelve, maar daarop aan, wat de leden eener party, of diegeenen onder hun, die het meeste gezag hebben, voor waarheid en dwaling verklaaren.
Wie dit toestemt, die zoekt de waarheid of by ééne party, of by alle partyen, of by geene. Wie de waarheid in ééne party zoekt, die gelooft dat alle waarheid, die de mensch nodig heeft te weeten, van deze party, of van haare stichters, reeds erkend zy geworden. Wie de waarheid in meerdere partyen te gelyk, of in alle zoekt, die houdt het voor waarschynlyk, dat zy by geene party alleen berust, maar elke 'er iets van heeft, en dat zich eerst uit alle te gelyk een bestaanbaar stelsel zou laaten ontwerpen. Wie de waarheid in geene party zoekt, die houdt 't voor mogelyk, dat menig eene nuttige waarheid tot dusverre nog van geene party gevonden zy, en zoekt dus zyne ziel geheel onbevooroordeeld en open te bewaaren, om deze waarheid, zy kome dan van wien zy kome, aan te neemen.
Deze laatste, de vrye onderzoeker der waarheid, wordt van de Partygelovigen van onverschilligheid jegens de waarheid, of, met een kunstterm, van Indifferentismus, beschuldigd. Wie echter de waarheid in geene party zoekt, die zoekt haar overal; maar wie ze overal zoekt, en ze aanneemt wáár hy ze vindt, die is niet onverschillig jegens de waarheid, by gevolg geen Indifferentist.
Uit deze algemeene grondstellingen laaten zich nu eenige practicaale aanmerkingen afleiden, als gevolgen van het hier boven gezegde, en dienstig ter besturing van ons gedrag in dezen.
De waarheid is geene party, by uitsluiting, alleen eigen; zy is onder alle partyen verdeeld. Geene party - want dit is onmogelyk - is geheel zonder alle waarheid; maar ook geene party - want dit is even zoo onmogelyk - heeft alle waarheid. - Het onderscheid is hier slechts tusschen meer en minder.
Wie dit loochent, die snydt zich zelven den weg af, om vreemde waarheid te leeren kennen en van anderen aan te neemen. - Dit had vooral in vorige tyden plaats, toen de sektengeest, en de geest van weerlegging (Po- | |
| |
lémiek), algemeen heerschte. By die party, waartoe men behoorde, was alles goed; by elke andere, alles verkeerd. Men was blind voor 't goede, dat vreemde partyen hadden; men was 'er met vooroordeel tegen ingenomen, en wilde niets, wat van anderen kwam, aanneemen, al was het ook nog zoo goed. De Protestant wilde volstrektlyk den nieuwen Almanak niet aanneemen, schoon hy hem in zyn hart beter keurde, alleenlyk om dat een Paus hem had verbeterd; en de Lutheraan wilde zich de algemeene Biecht niet laaten welgevallen, alleenlyk om dat dit een Gereformeerd gebruik was. - Hoe veelen zyn 'er nog, die door dezen geest bezield worden!
Elke party, intusschen, behoorde in te zien, dat het eenen vreemden veel gemaklyker is, haare gebreken te erkennen, om dat hy door geen vooroordeel der opvoeding verhinderd wordt, 't gebrek voor een gebrek te houden. Maar daarentegen behoorde ook de vreemde weder te bedenken, dat hy, alleen uit ongewoonte, zeer ligtlyk 't goede, by anderen, kan over het hoofd zien.
Ondersteld zelfs, dat iemand, zonder partydigheid of vooroordeel, alleen door verstandig nadenken, overtuigd zy, tot die party te behooren, die, onder alle andere, de meeste waarheid hebbe: kan dan de bezitter van eene kleine verzameling van Naturalien niet eene kostbaarheid hebben, die zelfs aan 't grootste Kabinet in Europa ontbreekt? Ik wil zeggen, kan niet eene party, van welke anders weinig te leeren is, daarom toch een voorrecht hebben, welk der beste en rykste aan voorrechten nog ontbreekt?
Wat hebben wy dus te doen, en hoedanig ons, als verstandige Kristenen, te gedraagen? - Bescheiden te zyn in ons oordeel over ons zelven, bescheiden in ons oordeel over anderen; het goede in onze eigen party te erkennen, maar ook 't goede by andere niet te verachten; niemand wegens zyne denkwys te veroordeelen; het geloof van een ieder te eerbiedigen; de waarheid overal te zoeken, en van iedereen, al ware het ook van eenen Ketter, aan te neemen; alles te onderzoeken, en het goede te behouden; by ons onderzoek niet de uitspraak van Synodes alleen te laaten beslissen; en dáár, waar de Rede te kort schiet, ons enkel te houden aan 't eenvoudig en duidelyk onderwys van jesus.
Wanneer zulke grondbeginselen eerst algemeen aange- | |
| |
nomen worden, dan is de grond gelegd, dat alle waarheid en al het goede, welk nu nog hier en daar verborgen, en onder enkele partyen verstrooid is, het algemeene goed en eigendom van alle menschen kan worden; dan zal een ieder de waarheid achten, waar hy ze vindt, en aanneemen, van wien zy komt; dan zal men in elke party de braaven en verdienstlyken onder alle partyen hoogachten.
....... M.
|
|