Octavia, Treurspel, door A. van Kotzebue. Te Amsterdam, by J.W. Smit, 1802. In 8vo. 162 bl.
Baijard, Tooneelspel, door A. van Kotzebue. Te Amsterdam, by W. Holtrop, 1802. In 8vo. 182 bl.
Gustaaf Wasa, Tooneelspel, door A. van Kotzebue. Te Amsterdam, by J.W. Smit, 1802. In 8vo. 174 bl.
Door ene spoedige melding van deze Stukken menen wy onzen Lezer dienst te doen; en daar ons de plaats ontbreekt, om van ieder afzonderlyk uitvoerig te gewagen, en wy waarlyk niet weten, aan welk van deze drie wy de voorkeur en alzo de eerste plaats moeten geven, zo voegen wy dezelve liefst byeen. Octavia rekenen wy onder de beste Treurspelen van dezen beroemden Toneeldichter; en in hetzelve heeft hy, hoezeer daaraan anders zo niet gewoon, zich vry naauwkeurig gehouden aan de regels der kunst. De karakters worden volgehouden, en de Heldin van het Stuk werkt op den Aanschouwer of Lezer onophoudelyk. Voorts is de Geschiedenis geenzins verminkt; de Dichter heeft uit echte bronnen geput, - als Wysgeer geput; en wat de verplaatsing van het tydstip aanbelangt, waarvan hy in de Voorrede de reden opgeeft, dit vermindert geenzins de dichtkundige waarde noch den indruk van dit Treurspel, hetwelk wy vertrouwen dat algemenen byval zal vinden.
De twee andere Stukken zyn van enen anderen stempel. De menigte van handelende personen, de zo ver van elkander verwyderde plaatsen en tydperken, waardoor de Lezer of Aanschouwer hier wordt omgevoerd, doen reeds by het doorbladeren zien, dat het alleen in den Held van het Stuk is, dat men hier eenheid zoeken kan. De Dichter zelve wil dezelve ook niet beöordeeld hebben als Toneel- of Treurspelen, maar als Historisch-dramatische Taferelen. Het staat, zegt hy, den Dichter vry, de hoofdgebeurdnissen uit het leven van zynen Held in een reeks van tooneelen daar te stellen; en zyn oogmerk was, te bewerken, dat elk Leezer of Aanschouwer, indien hy ook te vooren al niets van gustaaf wasa of baijard gehoord hadde, na het einde van het Stuk toch volmaakt bekend zoude zyn met de waare hoofdgebeurdnissen des Helds; en dit zal ook het geval wel by den Lezer zyn, - en daarom hebben deze Stukken des te grotere waarde. Hoezeer, intusschen, door alles op het Toneel nog des te meer belangneming en gevoel wordt verwekt, zo geraakt toch, vrezen wy, de Aanschouwer hier ligt in verwarring, en het