dit is iets, door niemand vóór my waargenomen, komt vooral de Dollekervel te pas, en verschaft ons een geneesmiddel, 't geen deeze ziekte veilig en gemakkelyk geneest, gelyk ik meermaalen heb ondervonden. - In de pynelyke krampachtige zamentrekkingen der kaaken van den hals, en van andere deelen, wordt de Dollekervel uitwendig, met voordeel, gebruikt, in de gedaante eener pap, door het kruid met melk of met water te kooken, of door 'er kruijezakjes van te maaken, of door het uittrekzel in de gedaante van een pleister, of van zalf, aan te leggen.
Eindelyk kan ik niet nalaaten de volgende zonderlinge eigenschap der Dollekervel te melden, over welke ik tweemaalen verwonderd heb gestaan; die, naamelyk, van het vetvlies zodanig van vet te ontledigen, zonder eenig ander kwaad of onaangenaam verschynzel, dat de voorheen vette Lyders thans geheel vermagerd scheenen; terwyl het voormaalig vet wederkeerde, zo ras met het gebruik der Dollekervel wierd opgehouden. Dus zou deeze Plant tot een hulpmiddel voor eene al te groote zwaarlyvigheid kunnen verstrekken.
In de beschryving van den Saffraan heeft onze Schryver een grooten misslag begaan, schryvende, dat de geneeskundige kragt van dat Middel haare zitplaats heeft in de helmstyltjes (stamina); terwyl, gelyk genoegzaam bekend is, dezelve alleen gevonden wordt in het bovenste gedeelte van het stampertje (pistillum). Deeze dwaaling is geenzins eene onverschilligheid, in de kennis der Geneesmiddelen. Men weet immers, dat de Saffraan, van wegen zyne kostbaarheid, dikwyls vervalscht wordt, met goudbloemen, paardevleesch, flor. Carthami, enz. Iemand, die niet recht weet, wat eigentlyk Saffraan is, kan hierdoor gemakkelyk bedroogen worden. Maar iemand, die eenmaal het stampertje van de Saffraanbloem met aandacht heeft beschouwd; die gezien heeft, op hoedanig eene wyze de styl in het driedubbeld merkje (stigma) overgaat, en die teffens gelet heeft op den gekartelden rand dier merkjes, - kan, voor altoos, den echten Saffraan, van alle mogelyke nabootzels en vervalschingen, onderscheiden.
Wenschlyk ware het, dat de taak, die zich de Hoogl. voltelen had opgelegd, door eene bekwaame hand wierd opgevat, en op dezelfde loflyke wyze ten einde gebragt.