Verhandeling over de Levenskragt, volgens Dynamische grondbeginzelen; door J.E. Doornik, Med. Doctor te Amsterdam. Te Amsterdam, by L. van Es, 1802. In gr. 8vo. 131 bl.
Dynamische grondbeginzelen zyn de zodanige, volgens welke de werkende vermogens van eenige zelfstandigheid niet buiten dezelve, maar in haar eigen wezen en bestaan, moeten gezogt worden. Zodanig zyn, volgens de denkbeelden van den Heer doornik, de kragten der leevende bewerktuigde lichaamen; in tegenstelling van het gevoelen dier geenen, welke van oordeel zyn, dat die kragten van eene onbekende uitwendige oorzaak afhangen, welke zich in een leevend schepzel daarmede vereenigt, doch, by gelegenheid der algemeene ontbinding, daarvan wederom wordt afgescheiden. ‘Hier mede (zegt de Schryver) zullen wy onze aanmerkingen eindigen, en blyven by ons gevoelen: dat de Levenskragt eere afgeleide kragt der algemeene grondkragten der stoffe zy; dat de gewyzigde menging en vorming der stoffen het organismus uitmaakt. Het Leven heeft deszelfs grond in deeze gewyzigde menging en vorming der stoffen; levende stof of organische stof, is hetzelfde denkbeeld; Leven, afgescheiden van organische stof, laat zich niet denken alzo Leven geen oorzaak, maar gevolg is.’ De leer