uitdrukking vorderen. Maar het is des Schryvers wensch en toeleg, om dit werkje tot het meeste nut voor veele Kinderen te doen verstrekken. Waarom wy hem zoodanige overziening of omwerking van dit boekje wel durven aanraaden.
Wy hebben ook altyd in 't begrip gestaan, en zyn 'er, door eenige nieuwmodische onderwyzers, nog niet van terug gekomen, dat het zedelyk onderwys altyd met godsdienstige grondbeginselen dient verbonden te worden. Wy vertrouwen, dat de Schryver het daarin met ons eens is, dat men zulken Schoolkinderen, die vatbaar zyn voor zoodanig zedelyk onderwys, als in dit boekje wordt gegeeven, ook eerbied voor God, en liefde voor dat beste Weezen, en, wanneer zy uit den schoot van het Kristendom voortkomen, ook achting voor den Bybel, en voor de Kristelyke Zedeleer, behoort in te scherpen. Men kan dat afzonderlyk, en dan ook meer opzetlyk, doen. Maar zou men ook, in zoodanig zedelyk onderwys, niet eenige Vraagen, daartoe betrekkelyk, kunnen invoegen? 't Zou althans, onzes oordeels, het nuttig gebruik van de gedachte aan God, en van de Leere en het voorbeeld van Jesus, by de beöefening van alle zedeplichten, merkelyk kunnen bevorderen.