vloed, welken die fouten hebben gehad op de gebeurtenissen, en de nieuwe gebreken, welke op hunne beurt door die gebeurtenissen zyn veroorzaakt. Door dus den zamenhang van die ongelukkige keten te leeren onderscheiden, zou men die ongelukkige keten zelf ontdekken, en men zou de oplossing vinden van 't meerderdeel der daaden, die zo kwalyk worden verklaard door de onbepaalde uitdrukkingen van Toeval en Fortuin, welke maar al te dikwyls in onze geschiedenissen worden gevonden.
3) 't Is de zwakheid onzer Gouvernementen, die in hunne onderhandelingen zo veel dubbelzinnigheid en kwaade trouw verspreidt; zy is het, die de tweedragt tusschen de Volken verwekt, - die weêrkeerig tragt, de leden van 't bestuur om te koopen; zy is het, die alle Natien tot verspieders onder elkander doet zyn, dat ze elkander ondermynen, dat ze den Vrede koopen, en dat ze elkander over en weder beroerten en moeijelykheden verwekken.
4) Naar gelange een Staat wel gevormd is, en weezenlyke kragt bezit, zal zy gemakkelyker te bestuuren zyn. - De zwakke en kwalyk te zamengestelde Staaten zyn onophoudelyk de speelbal der omstandigheden en van de fortuin. Zy vreezen de beroeringen van binnen en de aanvallen van buiten. Medegesleept door de Staatkunde hunner Nabuuren, zyn ze byna altyd gedwongen, zig tegen hunne weezenlyke belangen te gedraagen.
5) Als een Volk week wordt, zig bederft, het beroep der wapenen veragt, al de hebbelykheid der werkzaamheden, die daartoe voorbereiden, verliest, - als een Volk tot zulk eene laagte vervallen is, wordt 'er de naam van Vaderland een woord zonder zin. Als de Verdedigers niets dan baatzoekend, laag, kwalyk zamengesteld en ongevoelig zyn voor het wel of kwalyk slaagen (want het is door deeze ondeugden van Zeden en van Constitutie, dat alle oude krygsbenden vervallen zyn; en 't zyn dezelfde gebreken, die ook onder ons krygsvolk heerschen) is 't ook de schuld van 't Gouvernement; want het Gouvernement moet waaken op de Zeden, op de denkbeelden, op de vooroordeelen, op de geenen, die byzondere blyken van moed geeven. Met de Deugd, het Voorbeeld, de Eer en de Strafoeffening kan het Gouvernement vermogender zyn, dan de Luxe, de Gebreken, de Ondeugden, de Hartstogten, en het allerdiepst ingeworteld bederf.