Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij[p. 607] | |
Leevensberigt van Leonardo da Vinci.(Uit het Engelsch.)
Den Schryveren der Vaderlandsche Letteroefeningen.
Medeburgers!
‘Zeer onlangs trof ik, in uw Mengelwerk, een Stukje aan, ten opschrift voerende: Proeve over de Uitgestrektheid der Menschlyke Vermogens(*). Ten voorbeelde vond ik aangevoerd leonardo da vinci, en eenige trekken, dienende tot des Schryvers oogmerk, uit diens Mans Geschiedenis bygebragt. Ik herinnerde my, korts geleden, in een Engelsch Maandwerk, een Leevensberigt van dien beroemden Man geleezen te hebben, en vond my opgewekt dit op te zoeken, te herleezen, en vervolgens om de hand aan de vertaaling te slaan, met oogmerk om het Ul. toe te schikken, ter plaatzing in uw Mengelwerk, waarin ik, van tyd tot tyd, met veel genoegen, Leevensbeschryvingen aantref. Mag ik het door my vertaalde 'er in geplaatst zien, dan heb ik myn oogmerk bereikt.’ enz.
Leonardo da vinci werd gebooren in het Kasteel Vinci, gelegen in de Valei van Arno, een weinig beneden Florence. Zyn Vader, pietro da vinci, was een Man, die in zeer bekrompene omstandigheden leefde; dan, vroegtydig zyns Zoons geneigdheid tot de Teken- en Schilderkunst ontdekt hebbende, door verscheide tekeningen, met eene kinderlyke hand ontworpen, besloot hy dien natuurlyken aanleg, zo veel mogelyk, te ondersteunen. Met dit oogmerk bragt hy hem te Florence, en plaatste hem onder het opzigt van zynen Vriend andreas verocchio, een Schilder, die te gemelder Stede eenigen naam gemaakt hadt. | |
[p. 608] | |
Welhaast ontdekte verocchio iets zeer buitengemeens in den Jongeling, 't geen hem bewoog, alles aan diens opvoeding te koste te leggen, daartoe opgewekt niet alleen door de vriendschap, welke hy des Jongelings Vader toedroeg, maar ook door de leevendigheid en bevalligheid, welke met de kennelykste trekken in deezen Kweekeling doorstaken. Ten huize van dien Vriend vondt da vinci alles, wat hy kon verlangen, om voldoening te schenken aan zyne sterke neiging tot alle Kunsten, die tot de Schilderkunst betrekking hebben: want zyn Leermeester was niet alleen een Schilder, maar tevens een Plaatsnyder, een Architect, een Beeldhouwer en een Goudsmit. Da vinci maakte, binnen korten tyd, zo groote vorderingen, dat hy verocchio zelfs overtrof. Dit ontdekte zich de eerste keer op eene treffende wyze. Verocchio hadt een Schilderstuk onder handen voor de Monniken van Valombrosa, niet verre van Florence; het verbeeldde den Doop onzes Zaligmaakers. In de voltooijing van 't zelve verzogt hy de hulp zyns Kweekelings, en gaf hem een Engel te schilderen: dan welhaast hadt hy berouw wegens dit bestaan; want da vinci's Engel was verre het beste Beeld in 't geheele Stuk, en deedt alle de andere, als 't ware, verdwynen. Verocchio vondt zich daardoor zo diep getroffen, dat hy van schilderen afstapte, en zints dien tyd penseel noch palet in de hand nam. Naa dit Proefstuk dagt da vinci geen Meester meer noodig te hebben; en verocchio verlaatende, ving hy aan voor zich zelven te schilderen. Verscheide Schilderstukken, door hem, ten dien tyde, vervaardigd, zyn lang te Florence te zien geweest. Voor den Koning van Portugal verbeeldde hy adam en eva in het Paradys. Dit was een meesterstuk: de twee hoofdbeelden waren by uitstek bevallig, het landschap allerschoonst; de boomen en vrugten hadden eene onbegryplyk groote naauwkeurigheid. - Op zyns Vaders verzoek schilderde hy een Stukje voor een zyner oude Buurkennissen te Vinci: 't zelve bestondt geheelenal uit Dieren, waarvan de Menschen doorgaans een afkeer hebben; deeze hadt hy zo kunstig zamengevoegd, en in zulke houdingen geplaatst, dat het Stuk, even als de kop van medusa, de aanschouwers met verwondering vervulde, maar tevens met schrik. Zyn Vader, ligt bevroe- | |
[p. 609] | |
dende, dat dergelyk een Schilderstuk niet geschikt was voor een Landman, verkogt het: het kwam vervolgens in handen des Hertogs van Milaan, die 'er driehonderd Florynen voor betaalde. Vervolgens schilderde da vinci twee zeer schoone Stukken. In het een werd de Maagd maria verbeeld, en nevens haar een Watervat, met Bloemen daar by staande. In dit Stuk toonde hy eene zonderlinge bekwaamheid; het licht, door de Bloemen terug gekaatst, veroorzaakte een bleek rooden gloed op het water. Dit Stuk is naderhand in 't bezit geweest van Paus clemens den VII. - Het ander was een Stuk, vervaardigd voor zyn Vriend antonio segni. In 't zelve vertoonde hy neptunus op zyn Wagen, getrokken door Zeepaarden, vergezeld door Tritons en Zeegoden: de Hemel was betrokken met dikke wolken, die na alle kanten, door de kragt der winden, scheenen gedreeven te worden; de golven zag men, als 't ware, bruisschen; en de geheele Oceaan scheen in de hevigste beroering. Dit Schilderstuk was geheel in het character en de manier van da vinci: want zyn vernuft was uitgebreid, en zyne verbeeldingskragt leevendig; en, schoon hy wist, dat eene juiste evenredigheid de bron was, waaruit alle weezenlyke schoonheid hervoortkwam, was hy nogthans in zekere maate gesteld op alles, wat een vreemd en ongemeen voorkomen hadt. Dit ging zo verre, dat hy, by geval iemand ontmoetende, die iets vreemds en belachlyks in zyn voorkomen hadt, niet miste dien persoon te volgen, om dit voorwerp met aandagt te zien, en 'er een denkbeeld van te vormen, zodat hy, t'huis komende, daarvan eene tekening kon ontwerpen. Paul lomazzo verzekert ons, in zyne Verhandeling over de Schilderkunst, dat aurelio lovino een Boek met Tekeningen bezat, door da vinci, op voorgemelde wyze, vervaardigd. Van zyn talent ten deezen opzigte moge men oordeelen uit een Schilderstuk, voortyds te zien in het toenmaalig Koninglyk Paleis te Parys. De Figuuren zyn twee vegtende Ruiters, kampende om elkander den Standaart te ontweldigen. Gramschap en woede zyn zo verwonderlyk uitgedrukt op het gelaat der beide Krygslieden, hunne houding is zo wild, en de kleeding in eene zo vreemde, doch tevens bevallige ongeredderdheid, dat, wie het Schilderstuk ziet, teffens met schrik vervuld en tot | |
[p. 610] | |
lachen gedrongen wordt. Ik ga met stilzwygen voorby den Kop van medusa, door hem geschilderd, en een ander Stuk, verbeeldende de Wyzen uit het Oosten, hunne geschenken brengende; schoon 'er in het laatstgemelde eenige schoone koppen zyn. Dan, 's Mans verbeelding zeer ongestadig en vlugtig zynde, liet hy deeze beide en verscheide andere zyner werken onvoltooid. Daarenboven bezat hy een zo hoog denkbeeld van het schilderen, en zyne kunde was in elk gedeelte daarvan zo volkomen, dat hy, met al zyn vuur en leevendigheid, veel tyds noodig badt, om een onder handen genomen stuk te voltooijen. Nooit was eenig Schilder beter voorzien met het beschouwend gedeelte dier Kunste, dan da vinci. Hy was wel bedreeven in de Ontleedkunde, verstondt de Gezigt- en Wiskunde, en lag zich toe op de kennis der Natuure en haarer Werken, zo op de aarde als aan den hemel. Zo veele onderscheidene Studien, en zulk eene verscheidenheid van opmerkingen als zy aan de hand geeven, schonken hem alle de kundigheden, welke een Schilder kan wenschen, en vormden hem tot den bekwaamsten Man, dien men immer in dit vak gekend heeft. Zyne Oefeningen bepaalden zich niet tot de gemelde Studien: want een geest, voor alles geschikt, bezittende, en een smaak voor alle beschaavende Weetenschappen, lag hy zich toe op alle, en muntte in elke uit. Hy was een goed Bouwkundige, een bekwaam Beeldhouwer, en in de Werktuigkunde door en door bedreeven. Hy hadt een schoone stem, was afgerigt op de muzyk, zong verwonderbaar, en behandelde onderscheide Speeltuigen beter dan eenig Muzykant van zynen tyd. Hadde hy geleefd in de eeuw der Verdichtzelkunde, de Grieken zouden hem, buiten twyfel, tot een Zoon van apollo gemaakt hebben; zy waren te meer in dit gevoelen zeker bevestigd geweest, daar dezelfde geestdrift, welke hem tot een Schilder en Muzykant vormde, hem ook een Poëet deedt worden. Het was verbaazend, te zien, dat da vinci zoo veel genoegen schiep in lichaamsoefeningen, die geheel vreemd scheenen van zyn beroep. Hy muntte uit in het Paardryden, en vertoonde zich gaarne op een welgezadeld Ros. De Wapenen behandelde hy met groote afgerigtheid; en in bevalligheid van voorkomen mogt | |
[p. 611] | |
hy met alle de Ridders van zynen tyd om den prys dingen. Zyn gedrag was de beleefdheid zelve, zyne verkeering aangenaam, zyn spraak welluidend. Zo veele bekwaamheden zich in hem vereenigende, vormden van hem den volmaaktsten Man der eeuwe, waarin hy leefde. Zyn gezelschap werd gezogt door allen, die hem kenden; niemand woonde het ooit zonder vermaak by, of verliet het zonder wederzin. Da vinci's roem verspreidde zich welhaast over geheel Italie, waar hy bekend werd als de voornaamste Man in alle beschaafde Kunsten. Louis sforza, bygenaamd de Moor, Hertog van Milaan, noodigde hem ten zynen Hove, met toelegging van een jaargeld van vyfhonderd Kroonen. Deeze Prins, zeer onlangs eene Academie van Bouwkunde opgericht hebbende, bewoog da vinci om 'er Lid van te worden. Daardoor deedt die Prins aan de Academie den grootsten dienst: da vinci was 'er geen Lid van geworden, of hy verbande alle de Gothische orde en cieraaden, die eene vroegere Academie, honderd jaaren te vooren, behouden hadt; hy bragt alles terugge tot de gelukkige eenvoudigheid en zuiverheid der Ouden. Omtrent deezen tyd vormde l. sforza een plan, om de Stad Milaan, door een nieuw Kanaal, van water te voorzien. De volvoering van dit ontwerp werd aan da vinci toevertrouwd, en hy kweet 'er zich van op eene wyze, welke alle verwagting te boven ging. Het Kanaal is bekend onder den naam van Mortesana; het strekt zich boven de tweehonderd mylen in de lengte uit, en is geheelenal bevaarbaar; het loopt door de Vateline en Chiavenna, leidende het water van de Rivier Adda tot de wallen van Milaan, voorziende beide de Stad en het omliggende land, door de gemeenschap, welke 't zelve heeft met de Po en de Zee. Dit was eene zo edele als grootsche en moeilyke onderneeming, alzins het vernuft van da vinci waardig. Veelvuldige zwaarigheden vondt hy hier te boven te komen, en veel meerder dan 'er ontstaan waren by het graaven van het oude Kanaal, 't welk het water van de Tesino aan de andere zyde van de Stad brengt, en tweehonderd jaaren geleden gemaakt werd, toen Milaan eene Republiek was. - Da vinci begaf zich, om dit groote werk uit te voeren, na het Landgoed van zynen Vriend Signior malzi's, te Vaverola. Hier | |
[p. 612] | |
sleet hy verscheide jaaren in de beoefening der Wysbegeerte en Wikunde, zich met dubbele bevlytiging toeleggende op die deelen, welke hem van dienst konden zyn in het groote werk, door hem ondernomen. By de beoefening der Wysbegeerte voegde hy het naspeuren van de Oudheid- en Geschiedkunde, en nam, dit doende, waar, op welk eene wyze de ptolomeussen het water van den Nyl door verscheide deelen van Egypte geleid hadden; en hoe trajanus eene gemeenschap geopend hadt met Nicomedie, door de meiren en rivieren, tusschen die Stad en de Zee gelegen, bevaarbaar te maaken. Naa dat da vinci als Bouw- en Waterleikundige in dienst des Hertogs gearbeid hadt, kreeg hy last van den Hertog, om door zyne Schilderkunst Milaan fraaiheid by te zetten. De Prins beval hem, 's Heeren Avondmaal te schilderen voor de Eetzaal der Dominicaanen van St. Maria delle Grazie. Da vinci overtrof zichzelven in dit Schilderstuk. Alle de schoonheden van zyn penseel vertoonden zich hier op eene waarlyk verbaazende wyze. Het ontwerp is grootsch, maar naauwkeurig; de uitdrukking edel; de kleur bekoorlyk; en de hoofden zyn vol verscheidenheids. Op het gelaat van alle de Apostelen was iet grootsch en zagts; doch bovenal muntte zulks uit in dat van jacobus. Het aangezigt van onzen Zaligmaaker voltooide hy niet geheel. Da vinci wanhoopte om het denkbeeld uit te drukken van eene meerdere schoonheid, dan hy aan de Apostelen gegeeven hadt. Terwyl da vinci dit Stuk onder handen hadt, spoorde de Prior des Kloosters hem menigmaal aan om meer spoeds te maaken, denkende dat hy met het werk zammelde: dan alle zyne aanmaaningen tot meerder spoeds niets baatende, ging hy des by den Hertog klaagen. Hierop werd da vinci ontboden; en na het schilderstuk gevraagd, verzekerde hy den Hertog, dat 'er slegts twee aangezigten ontbraken, om het voltooid te kunnen noemen: het een was dat van onzen Zaligmaaker, het ander dat van judas. Wat het eerste betrof, beleedt hy onbekwaam te weezen om het af te maaken, zich verlegen vindende om de majesteit en schoonheid te treffen van een zo beminnenswaardig en ontzaglyk persoonadie; dan hy beloofde het tweede spoedig te zullen voltooijen, dewyl hy, om de ondankbaarheid en gierigheid van judas te treffen, | |
[p. 613] | |
niets anders noodig hadt, dan den Prior van het Klooster der Dominicaanen af te beelden, die alle de moeite, door hem aan dit Stuk besteed, zo slegt beloonde. Dit Schilderstuk is altoos voor da vinci's meesterstuk gehouden. Het sloeg op dat gedeelte der Geschiedenisse, waarin onze Heer zynen Jongeren verklaarde, dat één hunner Hem verraaden zou. De aandoeningen, welke te dier gelegenheid in de gemoederen der Apostelen moesten ontstaan, worden heerlyk vertoond; de uitdrukkingen van leedweezen, vrees, vermoeden, ongerustheid en liefde, zyn verwonderlyk getroffen. Judas draagt alle merktekens van een Verraader en Snoodaart: het verraad, 't welk in zyn boezem school, speelt kennelyk op zyn gelaat; en met een enkelen oogslag onderkent men hem van alle de overigen. Da vinci toonde hier, dat hy volkomen de beweegingen der ziele kende, en wist, welk eene uitwerking deeze op het lichaam hadden; hy bezat het kunstvermogen om dezelve in alle kragt op het gelaat te brengen. In dit gedeelte der Schilderkunst was hy, in de daad, onnavolgbaar. - François de I was zo getroffen door dit Stuk, toen hy 't zelve te Milaan zag, dat hy alle mogelyke middelen aanwendde om het na Frankryk te brengen. Dan men vondt dit ondoenlyk, dewyl het geschilderd was op een dikken wand, en niet minder dan dertig vierkante voeten besloeg. Een Copy van dit Schilderstuk, voorheen te St. Germain te zien, werd gemaakt op last van gemelden Franschen Koning, die, het oorspronglyke buiten zyn bereik vindende, besloot, iets, daar na gelykende, te hebben. Daar is eene andere Copy van in 't groot, vervaardigd door lomazzo, een van da vinci's Leerlingen, en nog bewaard in de Kerk van St. Barnabas te Milaan. Uit deeze twee Copyen kan de kunstlievende eenig denkbeeld vormen van de schoonheden des oorspronglyken meesterstuks, 't welk thans geheel misvormd is: want da vinci met olieverf geschilderd hebbende op een wand, niet vry van vogtigheid, heeft de damp der plaatze zich met de kleuren vermengd, en dezelve in zo hoog eene maate veranderd, dat 'er bykans niets van is overgebleeven.
(Het Vervolg en Slot hiernaa.) |
|