waarloosde tydperken aantreffen. Naauwlyks leeft 'er eenig bedagtzaam Mensch, of hy kan zich voorstellen, dat, ware het hem vergund op nieuw zyn leevensloop aan te vangen, hy de tydvakken van 't zelve beter zou aanvullen. En wordt de ziel, als 't ware, opgeroepen om zich een dergelyk verwyt te doen, wanneer men aan zich voorstelt de voorbeelden van zodanige Mannen, als het groote gros hunner Medemenschen op eenen verren afstand agter zich gelaaten hebben, in Geleerdheid, Kunsten, of eenige andere vorderingen van weezenlyke aangelegenheid.
Een der uitgebreidste en best aangekweekte Vernuften was zeker Sir francis bacon, Lord verulam. Deeze groote Man hadt, door eene buitengewoone sterkte van natuurlyken aanleg, wyde bevatting van denkbeelden, en onvermoeide Letteroeffening, zodanig een voorraad van kundigheden opgedaan, dat wy 'er met de hoogstgaande verwondering op staaroogen. Zyne vatbaarheid schynt alles verzameld te hebben, wat in de boeken vóór zynen tyd beschreeven was. Hiermede niet te vrede, begon hy nieuwe wegen van Weetenschap te openen, al te veel om afgeloopen te worden door één Mensch, in den tyd van het langst gerekte leeven. Deeze kon hy, gevolglyk, slegts aanstippen, even als de naauwlyks ontdekte kusten op de kaarten, of veronderstelde landen, om verder ontdekt en bezogt te worden, door het vlytbetoon van volgende Eeuwen, voortgaande op zyne gegeevene aanduidingen of gissingen.
De uitmuntende Mr. boyle was de Man, die door de Natuur gevormd scheen, om den arbeid en de naspeuringen van gemelden Lord verder voort te zetten. Door het doen van ontelbaare Proefneemingen, heeft hy, in eene zeer groote maate, de plans en ommetrekken der Weetenschappen, door zynen Voorganger gemaakt en afgebaakend, verder voortgezet en aangevuld. Hy sleet zyn leeven in de naspeuring der Natuure, in eene groote verscheidenheid van gedaanten en verwisselingen; alsmede in de redelykste zo wel als eerbiedigste aanbidding des grooten, magtigen, wyzen en goeden Scheppers. - Het zou niet gemaklyk vallen, veele Persoonen op te noemen, die de grenzen hunner bekwaamheden zo verre hebben uitgezet als deeze twee, in de vakken, op welke zy zich hebben toegelegd.
Ik kan niet nalaaten van nog een Character te spreeken, wel vallende in een ander vak dan de twee gemelde, maar nogthans een Man, die ten toonbeeld mag verstrekken van de wondere kragt der natuure, en van bevlytiging; hy is het zonderlingst voorbeeld van een algemeen Vernuft, 't welk ik immer aantrof. De Man, dien ik op 't oog heb, is leonardo da vinci, een Italiaansch Schilder, een afstammeling