| |
Verzogte ophelderingen van de betekenis der woorden, het publiek, - de geheele wereld, en iedereen.
(Naar het Engelsch.)
‘Ik trof deezer dagen een Brief aan van eenen Engelschen Schryver, over de woorden, in het Bovenschrift vermeld. De onbepaaldheid en duisterheid, waarover hy in zyn Land klaagt, grypt ook by ons plaats; waarom ik, zyne Aanmerkingen grootendeels overneemende, dezelve toeschik aan Ul.,
| |
| |
Schryvers van de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.
Medeburgers!
Daar gy te meermaalen, in uw Mengelwerk, plaats vergunt aan het schryven van de zodanigen, die, in het een of ander geval, zich verlegen vinden, heb ik de pen opgevat, om u myne meer en meer verward wordende denkbeelden, over de betekenis van eene en andere veel gebruikt wordende Bewoordingen of Spreekwyzen, voor te draagen, wel verzekerd, dat ik de éénige niet ben, die zich in dit geval bevindt. Die Bewoordingen of Spreekwyzen hebben alle, zo 't my toeschynt, eene en dezelfde strekking, doch vinden zich ook met dezelfde benevelende duisterheid omgeeven.
't Zyn Bewoordingen of Spreekwyzen, die ik dikwyls hoor bezigen, zonder den bepaalden zin daarvan te weeten, en die ik zelfs menigmaal moet gebruiken, zonder ze te verstaan. Schoon wel de beleefdheid van fatsoenlyk gezelschap elkeen vrywaart, van de meening zyner woorden te verklaaren, en schoon het vraagen aan iemand, wat hy met deeze of geene woorden wil zeggen, gerekend wordt als iets onbescheidens en zo veel als iemand te willen uithooren, vrees ik egter niet zelden, dat iemand, my bezoekende, zodanig eene vryheid ten mynen opzigte zal neemen; - dit maakt my begeerig, om, in zodanig een belemmerend geval, toegerust te weezen, en te weeten wat te antwoorden.
De eerste deezer my belemmering baarende woorden is Het Publiek. Ik ben verpligt met myne Land- en Stadgenooten gebruik van deeze Spreekwyze te maaken, maar heb my tot nog toe buiten staat gevonden, om de juiste meening daarvan te begrypen. Intusschen is myne hoofdreden, in deeze en andere zwaarigheden van gelyken aart voor te draagen, dat ik zeer in het vermoeden verkeer, dat zulks ontstaat uit myne onkunde; dewyl ik door de dagelyksche ondervinding leer, dat anderen, in zommige dingen althans niet boven my uitsteekende, de woorden Het Publiek by alle gelegenheden te passe brengen, en met groot zelfvertrouwen van hunne lippen laaten rollen.
Gy zult my wel willen toestaan, dat myne onkunde iets heeft, 't welk om verschooning pleit, als ik u vermeld, in welke onderscheidene gedaanten dit Publiek te voorschyn treedt. Zomtyds is het Publiek zeer afkeerig van eene Nieuwe Belasting; op andere tyden geeft het Publiek zyne volle
| |
| |
goedkeuring aan eene Nieuwe Mode. Dat hier nu het Publiek zou aanduiden dezelfde verzameling van byzondere Persoonen, komt my hoogst twyfelagtig voor; naardemaal de Belasting, waarover men klaagt, niet zelden eene kleinigheid is, en de Mode, welke men goedkeurt, dikwyls vry veel gelds kost. Het is uit dit ééne voorbeeld ten vollen blykbaar, dat 'er meer dan één Publiek is; het eene, 't welk acht geeft op de Leevensnoodwendigheden, het andere op de Vercierzelen. - Ten anderen, schoon het woord Publiek oorspronglyk een weezen aandaidt van eene groote uitgestrektheid, weet ik, dat het by wylen begreepen wordt in den engen omvang van een Koffyhuiskamer, uit welke ik te meermaalen een myner kennissen zag gaan, om zyn Heer, een Man van aanzien en invloed, te zeggen, wat het Publiek dagt over de maatregelen, die hy voorgesteld hadt, of dagt in te brengen. - By eene andere gelegenheid trof ik een Ontwerpmaaker aan, die een nieuw plan op 't oog hadt; hy ging drie of vier straaten omloopen, en keerde weder, met de volle verzekering, dat het Publiek zyn plan goedkeurde. - Ja, ik heb een Schryver gekend, die een Werk ter drukpersse hadt, doch het afdrukken daarvan verboodt, tot hy een Vriend gesprooken hadt, die hem zou zeggen, hoe zulk een Werk het Publiek zou behaagen. Het Werk kwam egter weinige dagen daarnaa uit, en het Publiek hadt 'er geen behaagen in. Hier dagt ik eene schoone gelegenheid te hebben, om te weeten te komen, uit hoe veele Persoonen het Publiek bestondt, door by den Boekverkooper te gaan verneemen, hoe veel stuks van dat Werk het Publiek gekogt hadt. Ik kreeg tot antwoord, dat hy niets van het Publiek wist; maar wel, dat hy van het bedoelde Werk niet meer dan twintig stuks verkogt hadt!
In de daad, dit was een zeer klein Publiek, en zeker die stroom van Publiek niet, welke op het tooneel der wereld zo groote dingen uitvoert.
Maar, heb ik moeite gehad om te verstaan, wie of wat het Publiek is, nog meer heb ik my verlegen gevonden om de betekenis te vatten van drie kleine woorden, oogschynlyk veel verstaanbaarder: Al de Wereld. Vraag zulks aan een eenvoudig man, hy zal u antwoorden Europa, Asia, Africa en America; een kundiger zal 'er Terra Incognita, enz. byvoegen; terwyl een eenvoudige hals de woorden zal bybrengen van den honderdsten Psalm, naar datheen's beryming, Gy Volken des Aardryks al! en beweeren, dat daardoor moeten verstaan worden allen, die op deeze aarde woonen. - Dan, helaas! welk eene domheid zou de een en de ander aan den dag leggen! Ik heb, in het verloop des laatstverstreeken harden Winters, Al de Wereld opgeslooten gezien
| |
| |
in Kamers, met elkander honderd voeten lang en vyf-en-twintig breed. Ik trof ook Al de Wereld nu en dan in den Schouwburg aan. Zo groot een ding schynt Al de Wereld in klank, en zo klein is dezelve in de daad. 's Volgenden daags ging Al de Wereld een Predikant, die veel naams hadt, hooren. - Kortom, wy hebben zo veele Werelden als plaatzen van openbaare zamenkomst. Men zou een groot Bookdeel kunnen schryven over de Veelheid van zodanige Werelden.
Nog is 'er eene andere Spreekwyze, die zeer naby de voorige komt, en misschien oorspronglyk dezelfde was. Ik bedoel Iedereen. - Iedereen, schoon even onbepaalbaar en onzigtbaar als de voorgaande, heeft groot vermogen en een veelbeduidenden invloed, en wat hy zegt moet waarheid weezen. Nogthans, even als de voorgaande, zyn Iedereens bezigheden zo veelvuldig en verscheiden, dat het niet gemaklyk valle te begrypen, wat hy is; of hy moet een algemeene Genius weezen, die het voorkomen kan aanneemen van een Heer, van een Boer, van een Geleerden, en een Domkop, alles naar welgevallen. Zomtyds gaat Iedereen uit de Stad, en wy vinden in een oogenblik Iedereen buiten dezelve. Dusdanig een plaatsveranderend vermogen is wonderbaarlyk. - Niet minder is de nieuwsgierigheid, waarmede hy de Familiegcheimenissen uitvorscht. Nu eens spreekt Iedereen van Juffrouw joanna's Huwelyk; op andere tyden heeft Iedereen den mond vol wegens Mejuffrouw verandergraag's geduurig verwisselen van Dienstboden. Ja, zo wel onderrigt is deeze Personadie van de geheimst gepleegde voorvallen, dat ik Iedereen gekend heb, die een Bastaard-kind aan eenen Man toeschreef, verwekt by eene Moeder, die hy nimmer zag.
Onder de Persoonen, betrokken in het verschaffen van dingen naar de Mode, moet Iedereen een Man zyn van aangelegenheid. Indien gy raadpleegt met uw Kleermaaker, en bovenal met een, die Vrouwentooi vervaardigt, moogt gy u verzekerd houden, dat zy u zullen aanpryzen wat Iedereen draagt. Maar, in dit geval, moet ik bekennen, heeft eene zonderlinge grilligheid plaats, en het gezag van Iedereen wordt tegen de Mode zo vaardig gebruikt als voor dezelve. Weinige avonden geleden, verklaarde eene Mevrouw, en gevolglyk eene Vrouw van aanzien, in een openbaar gezelschap, dat zy een Kleed van zekere soort te maaken zou besteld hebben; maar dat haare Kamenier het haar ontraadde, dewyl Iedereen reeds zulk een Kleed hadt.
By de Kunstenaars moet men erkennen dat Iedereen eenig gewigt heeft. Een Heer heeft gezeten om zich te laaten schilderen; het stuk is t'huis gebragt, aan een half douzyn
| |
| |
Vrienden vertoond, en onmiddelyk daarop zegt Iedereen dat het treffend gelykt. - Op de Markten heeft ook Iedereen eenen grooten invloed. Myn Slagter verdeedigde onlangs den hoogen prys van zekeren bout by myne Keukenmeid, dewyl Iedereen 'er op gesteld was; dit klonk my te vreemder in 't oor, omdat een Bankier van aanzien my kort te vooren verhaald hadt, dat Iedereen deerlyk om geld verlegen was. Dit is een dier tegenstrydigheden, welke my zeer veel moeite geeven; en gy kunt wel begrypen, dat ik niet veel verligting vondt op het hooren, dat Iedereen over de schaarschheid en duurte der leevensmiddelen klaagt, en myn Doctor my vertest, dat 'er zo veel Zieken zyn, dewyl Iedereen te veel eet.
Uit alles, wat ik dusverre bygebragt heb, blykt, (doch ik onderwerp zulks aan meer verlicht oordeel) dat Het Publiek, dat Al de Wereld, dat Iedereen, een Trio uitmaaken van onzigtbaare en onbepaalde bestaanlykheden, zonder uitgebreidheid, deelen of vastheid, waaromtrent geen twee persoonen zamenstemmen. - Herhaalde ondervinding heeft my overtuigd, dat, indien deeze woorden in derzelver letterlyke meening moeten genomen worden, een deezer twee dingen moet volgen; of dat ik dikwyls betrokken ben in zaaken, welke my nimmer in de harssenen kwamen; of dat ik eene soort van Non-Ens ben, 'die geen gedeelte uitmaakt van het Publiek, van Al de Wereld, of Iedereen. Dan ik verlang na de oplossing deezer Wonderspreuken, van u, of van iemand, die u dezelve gelieft toe te zenden. Deeze, hoop ik, zal in 't byzonder in staat weezen om my te onderrigten, of, in de meeste gevallen, Iedereen zo veel is als
iemand. |
|