van dit onverdraaglyk toeval te ontdekken, kon ik niets met eenigen grond verdenken, dan het ophouden van het sterk zweeten aan de beenen, waarmede de Zieke, van der jeugd af aan, altoos gekweld was geweest, doch hetgeen nu, met den aanvang der pynen, was opgehouden; terwyl hy aan andere deelen, vooral aan het hoofd, dikwyls zeer sterk zweette. Zo het scheen, was 'er geene reden, om aan terug gedreevene Huidziekten, iets Venerisch, of eene verplaatzing van Jigtstoffen, uit eenig ander deel des lichaams, te denken. Daar nu de pyn klaarblykelyk zyn oorsprong nam uit de heupzenuwen, en van boven uit het heiligbeen naar beneden, den loop der groote dyezenuw volgde; gelyk ik naauwkeurig kon waarneemen, met den loop dier zenuwe met myne vingeren te volgen; terwyl op geene andere plaats des aangedaanen deels, door drukking, eenige pynlykheid was te bespeuren; en de pyn daarenboven niet eindigde, voor de laatste verdeeling der zenuwtakjes, boven de kleine teenen: zo besloot ik, dat dit toeval de waare zenuwachtige Heupjigt was, die door cotunnius en petrini zo naauwkeurig is beschreeven, volgens aanleiding van hetgeen dienaangaande, by hippocrates de Affectionibus, cap. 8, is te vinden. Daar nu alle gewoone hulpmiddelen, zonder eenig gevolg, waren aangewend, besloot ik tot het Brandyzer over te gaan, als het eenigst nog niet beproefd middel, dat met hoop van eenig goed gevolg kon in 't werk gesteld worden; waarin de raadelooze Lyder zeer gaarne toestemde.
Met hulp van onzen bekwaamen Heelmeester wernlemann verrichtte ik de konstbewerking, met een scherp gloeijend yzer, op den 24 July 1799, 's morgens ten 10 uuren; geschiedende de branding tusschen de twee laatste kleine teenen, alwaar de pyn het hevigst was, volgens het voorschrift van joseph petrini, te vinden in zyne neuen Heilmethode des nervösen Hüftwehes, aus dem Italienischen uberzetst, von spohr. Detmold 1787, § 117-122. Aanstonds, na het volbrengen der konstbewerking, was de Zieke, niettegenstaande de geweldig diepe branding, in staat, op zynen voet de kamer rond te gaan, zonder krukken, 't welk hem voorheen volstrekt onmogelyk was geweest; zynde thans de onverdraaglyke zenuwpyn eensklaps verdweenen. Hiermede hield de Lyder op myn verzoek ruim een vierde uur aan,