stam van rondsomme bedekte. De Boom was zo gezond en tierig als ooit te vooren. De tyd tot deeze kunstbewerking is wanneer de dagen langst zyn, in 't einde van Juny.
Een Boom, ontbast in den Zomer des Jaars 1798, overleefde den volgenden Winter, die zeer streng was, zonder eenig nadeel geleden te hebben. Een andere Boom, in Juny 1799 van Bast ontbloot, hadt denzelven vóór September volkomen weder gekreegen, en was zo vol vrugten alsof 'er niets aan gebeurd ware. Geen twyfel valt 'er aan, zegt Dr. mitchill, of een Boomgaard zou op deeze wyze, met volkomene gerustheid, kunnen behandeld worden, als zulks ten behoorlyken tyde geschiedde. Eenige Hoevenaars zeggen, dat zulk eene verrigting oude Boomen weder jong maakt; doch ik moet bekennen, dat, schoon ik herhaalde keeren ooggetuige geweest ben van de schadeloosheid deezer kunstbewerking, dezelve my voorkomt een zeer geweldig en gewaagd hulpmiddel te zyn. De genomene en onlochenbaare proeven bewyzen nogthans ten vollen een alleropmerkenswaardigst vermogen van wedervoortbrenging in het Plantenryk. - Of andere dan Appelboomen deeze Ontbasting kunnen verdraagen, heb ik nog door geene Proeven geleerd.
Wy mogen omtrent dit stuk aanmerken, dat het denkbeeld, door de Americaansche Landlieden opgevat, waarschynlyk, in zommige gevallen, zeer gegrond is: want daar Boomen (de Appelboomen althans) het vermogen hebben om den Bast weder voort te brengen, moet het zomtyds gebeuren, dat millioenen van Insecten en Eitjes van Insecten, in deezer voege, op één oogenblik worden weggenomen, die anderzins in den Boom zouden blyven huisvesten, en zich ten nadeele van denzelven voeden. Deeze omstandigheid kan rede geeven, waarom de Appelboomen zich zo gezond naa als vóór de kunstbewerking vertoonden; zelfs dan, wanneer wy veronderstellen, dat dezelve eenigermaate benadeelend zou weezen: want daar wy uit vergelyking over de gezondheid van den Boom oordeelen, is het blykbaar, dat een Boom, dien men den Bast laat behouden, in zodanige omstandigheden, als wy vermeld hebben, minder gezond kan weezen dan een van Bast ontbloote.
Het stuk althans verdient eene ernstige overweeging der geenen, die Oost-boomgaarden hebben. En zou