| |
Aanmerkingen, over de nutheid der vogelen, in het verdelgen der insecten en andere den menschen schadelyke voortbrengzelen.
Volgens den Hoogleeraar Barton.
(Ontleend uit Professor barton's Fragments of the Natural History of Pennsylvania, onlangs te Philadelphia uitgegeeven.)
‘Wanneer wy in behoorlyke overweeging neemen het bederf en de verwoesting van de Vrugten der aarde, veroorzaakt door Vogelen en Insecten, houdt onze verwondering op, over de bezorgdheid onzer Landbouweren en van anderen, om middelen uit te vinden, om nu eens deezen, dan geenen te verdelgen, naar gelange de byzondere omstandigheden derzelver vernieling meer of minder op onze Velden doen gevoelen. - In de daad, wanneer wy een vlugtig oog op dit onderwerp slaan, is het éénige, 't welk ons met verwondering treft, dat men geene onaflaatende poogingen heeft aangewend, om veele van deeze pesten te verdelgen, in welker vernieling het geheele Menschdom een gelyk belang schynt te hebben: want alles wat de voordeelen des Landbouwers vermindert, doet den prys der leevensnoodwendigheden toeneemen, en vermeerdert gevolglyk de maate des arbeids, door een ieder aan te wenden.
Maar in het krygvoeren tegen het Gevederd Geslacht moet eenige onderscheiding gemaakt worden;
| |
| |
en de zaak zal, naa een aandagtig overweegen des onderwerps, daar op nederkomen, dat wy, als 't ware, een verdrag met eenige van dezelve moeten aangaan, in zo verre derzelver bescherming dat einde kan begunstigen, ten aanziene van de hulpe, welke zy ons kunnen verschaffen, in het uitrooijen van eene vyandlyke bende van Wormen, Insecten, Rupsen, die menigmaalen de beginzels des groeienden leevens vernielen.
Tot deeze gedagten werden wy opgeleid by het doorleezen van 's Hoogleeraars barton's Fragments of the Natural History of Pennsylvania, onlangs te Philadelphia in druk uitgekomen. De nuttigheid der volgende Aanmerkingen, over de Insecten, als het voedzel der Vogelen, bewoog ons, dezelve onzen Leezeren onder het oog te brengen; te meer, daar eenige der opgenoemde Vogelen ook Vogelen onzes Lands zyn, en eene naauwkeurige waarneeming op andere Vogels hier te Lande, in korten tyd, den kenner der Natuurlyke Historie de zodanige verder zal aanwyzen, als onze bescherming, uit hoofde van derzelver nuttigheid, verdienen. Naauwlyks behoeven wy in 't algemeen aan te merken, dat veele der Vogelen, die deels van Zaad leeven, niettemin onder de Vrienden des Menschdoms moeten gerangschikt worden, uit aanmerkinge van het grooter nut, 't welk zy mede toebrengen, door veele Insecten en ander Ongedierte te verdelgen.’
In de eerste plaats, schryft de Hoogleeraar barton, mogen wy aanmerken, dat de Insecten blykbaar het voornaamste voedzel opleeveren voor meest alle Vogelen onzes Lands. Hoe naauwkeuriger ik des onderzoek gedaan heb, hoe meer ik my overtuigd vond, dat meest alle Vogels, in zekere maate, van Insecten leeven. Zelfs de soorten, die eene groote hoeveelheid van zaaden, bessen en vrugten gebruiken, verslinden desgelyks veele Insecten; en 'er zyn redenen om te gelooven, dat andere, wier voedzel voornaamlyk bestaat in het nectar uit de planten te zuigen, ook deels op deeze Insecten aazen. Dus vond ik de overblyszels van Insecten in de maag van den Trochilus, of het Bloemzuigertje; een Vo- | |
| |
geltje, van 't welk men het minst zou denken, dat het dierlyk voedzel nuttigde.
De meesten onzer kleine Vogeltjes, tot de Orde der Passeres (der Musschen) behoorende, schynen onze oplettendheid en bescherming te verdienen. Eenigen deezer leeven geheelenal van Insecten, anderen van gemengd voedzel, of Insecten en Zaaden. Veelen deezer brengen niet weinig tot onze verlustiging toe, door de streelende toonen van hunnen zang. Ik geloof, dat de schade, welke zy ons doen, niet te vergelyken is by het nut, 't geen zy ons aanbrengen. Ik zal, onder zes hoofdbyzonderheden, gewaagen van eenige deezer nuttige Vogelen, en van zommige andere.
I. De Musicapa acadica van gmelin; dat is, de gekuifde Vliegenvanger van pennant; in Pennsylvania bekend onder den naam van the Lesser of Wood-pewe. Dit Vogeltje nestelt in de wouden en bosschen. Naa dat de Jongen de nesten verlaaten hebben, worden zy door de Ouden gebragt in de tuinen en by de wooningen der Menschen. Hier onthoudt zich het geheele gebroed in het geboomte, omstreeks de huizen geplant, waar zy de gemeene Huisvlieg en andere Insecten, door de Ouden gevangen, eeten. De Jongen zyn welhaast in staat, om, langs denzelfden weg, hun voedzel op te zamelen. Deeze soort van Vliegenvanger bezoekt ons in de Lente, en blyft gemeenlyk by ons tot laat in September, wanneer dezelve zich na zuidlyker streeken begeeft, om 'er den Winter door te brengen.
II. De Motacilla sialis, of Blue-bird, een Kwikstaart, trekt haar voedzel voornaamlyk, indien niet eeniglyk, van Insecten, zo vliegende als kruipende.
III. De meeste onzer soorten van Picus, of Spechten, dunken my zeer nuttig te zyn in het verdelgen der Insecten, bovenal de zodanige als ons Houtgewas en Vrugtboomen beschadigen. 't Is waar, deeze Vogels brengen ons zomwylen nadeelen toe, door het eeten van onze fynste vrugten, en men draagt daarom zorge om ze uit onze tuinen te weeren; maar zy vernielen eene groote menigte van Insecten, bovenal van die soorten, welke onze Boomstammen zo zeer benadeelen, en misschien meer kwaads doen dan de Rupsen.
IV. Een verdelger van schadelyke Insecten, en een der nuttigste Vogelen, my bekend, is de Certhia familiaris, of het gemeene Boomkruipertje. Dit Vogeltje
| |
| |
schynt 'er byzonder op gesteld om by de Menschen te woonen, en men moet bekennen, dat het ook dikwyls hunne beschermende voorzorge geniet. Uit hoofde van de waargenomene nuttigheid om Insecten uit te delgen, is het zints lang, in veele streeken van ons Land, gebruiklyk geweest, een klein aarden vat of nest op het einde van een langen stok te plaatzen, in de tuinen, by de huizen, enz. ten einde het daarin verblyf neeme. In deeze gereed gehangene verblyfplaatzen vervaardigen zy hun nest, en broeden 'er de Jongen uit. De Jongen gekipt zynde, worden zy door de Ouden gevoed met eene verscheidenheid van Insecten, en wel voornaamlyk de zodanige als hoogst beschadigend zyn in onze tuinen. Een myner Vrienden gaf zich de moeite, om te tellen, hoe veele maalen een Paar deezer Vogeltjes uit het nest vloogen, en wederkeerden met Insecten, om den Jongen tot voedzel te dienen. Hy bevondt dat zy het van veertig tot zestig maalen in één uur deeden, en in een byzonder druk besteed uur bragten zy een-en-zeventig maalen eeten aan hun broedzel. Met deeze bezigheid waren zy het grootste gedeelte van den dag, of twaalf uuren, onledig. Het middengetal dan genomen op vyftig maalen in één uur, bleek het, dat een enkel Paar van deeze Vogeltjes uit de veldvrugten in den tuin ten minsten zeshonderd Insecten op éénen dag haalden. Deeze berekening rust op de veronderstelling, dat de twee Vogeltjes telken maale maar één Insect medebragten. Dan het is hoogst waarschynlyk, dat zy dikwyls verscheidene op éénmaal aanvoerden.
De soort van Certhia, van welke ik spreek, broedt twee keeren in elken Zomer. Zy zyn zeer talryk omstreeks Philadelphia en in andere streeken der Vereenigde Staaten.
Het zo even gemelde geval is zeer geschikt om ons te toonen, van welk een aanbelang het is, acht te geeven op de behoudenis van eenige onzer Landeigene Vogelen. De Moeskruiden in een geheelen tuin kunnen misschien bewaard blyven voor de vernieling van verscheidenerlei soorten van Insecten, door tien of vyftien paar deezer Vogeltjes; en behalven deezen weezenlyken dienst, strekken zy tot een aangenaam gezelschap voor den Mensch, door den behaaglyken zang. Een Heer in de nabuurschap van Philadelphia oordeelt reeds zeer veel voordeels van deeze Vogelsoort getrokken te hebben. Rondsom zy- | |
| |
ne Vrugtboomen heeft hy een aantal van deeze hangnesten geplaatst. Zy broeden 'er gaarne in, en voeden zichzelven en hunne Jongen met veelerlei Insecten, die zo veel nadeels toebrengen aan Vrugtboomen en Veldgewassen.
V. De diensten van den Ibis, in het vernielen van het kruipend Gedierte in Egypte, zyn allerwegen bekend. Zy veroorzaakten voor deezen Vogel eene hoogagting en vereering, welke een belangryk gedeelte uitmaakt in de Geschiedenis diens Lands, en in die des Bygeloofs. - De Ojevaars zyn misschien niet minder nuttig. Plinius vermeldt ons, dat deeze Vogels zo zeer in Thessalie gezien waren, wegens het vernielen der Slangen, dat het, ten zynen tyde, een misdaad was, dezelve te dooden, en 'er eene straffe op gesteld werd, gelyk aan die van manslag. Virgilius geeft een wenk wegens de nuttigheid des Ojevaars, wanneer hy deezen Vogel beschryft als longis invisa colubris. In Holland vliegen zy heden nog onder de bescherming der wetten, uit hoofde van derzelver diensten.
In Groot-Brittanje zouden, buiten den dienst der Reigeren en eenige andere Vogelen van dit Geslacht, de Kikvorschen, Padden, en andere kruipende Dieren, in zulk eene maate vermenigvuldigen, dat zy tot een weezenlyken last strekten. - Noord-America heeft een aantal Vogelen van deezen aart, en wy hebben eenige soorten van Ibis, zeer na verwant aan den Egyptischen Ibis; als de Tantalus loculator, of Bosch-Pellikaan, de Tantalus ruber, of Roode Ibis, de Tantalus fuscus, de Bruine Ibis, en de Tantalus albus, de Witte Ibis. De Heer bartram verzekert ons, ‘dat de eerstgemelde deezer Vogelen aast op Slangen, jonge Alligators, Kikvorschen en andere kruipende Dieren; dat dezelve doorgaans gezien wordt aan de oevers van groote Rivieren, en by uitgebreide moerassen en onder water gezette velden, en dus in de ryst-plantadien.’ Deeze Vogel mag, zo ten aanziene van diens voorkomen als leevenswyze, aangemerkt worden als de Ibis van America. Dan ik vind egter niet, dat de Inboorelingen van America, te midden van hunne veelvuldige bygeloovigheden, byzonder acht op deezen Vogel geslaagen hebben. My is niet voorgekomen, dat eenige der gemelde soorten van den Tantalus ooit in Pennsylvania gezien zyn.
VI. Eenigen der Vogelen, tot het Geslacht der Gieren
| |
| |
behoorende, zyn den Mensch hoogst nuttig, daar zy eene menigte van krengen weghaalen, die de lugt zouden besmetten, en mogelyk, in eenige gevallen, kwaadaartige besmettende Ziekten veroorzaaken. De Vultur aura, of Goud-gier onzes Lands, is een der nuttigste onder die Vogelsoort. In Virginia leeft deeze Vogel onder de beschutting van eene Staatswet. De Abbé clavigero gewaagt van de nutheid van de Cozcaquaulibi, of Koning der Zopilots, de Vultur papa van linnaeus. ‘De Zopilot,’ zegt deeze Schryver, ‘is de nuttigste Vogel voor dat Land (Mexico): want hy zuivert niet alleen de velden, maar wagt de Krokodillen op, en vernielt de eijeren, welke deeze zo zeer gevreesde tweeslachtige Dieren in het zand nederleggen, om door de warmte der zonne uitgebroed te worden. De vernieling van dus eenen Vogel behoorde onder zwaare straffe door de wet verboden te worden.’
Ik ben wel bewust, dat deeze weinige opgetelde daadzaaken, hier zonder eenige orde byeengebragt, van weinig nuts kunnen weezen, dan in zo verre zy kunnen dienen om de aandagt op te wekken of te vestigen van andere Persoonen, die meer tydruimte en meer kunde dan ik bezitten, ten opzigte van dit onderwerp, zo weetenswaardig als belangryk. Het dunkt my een stuk van byzonderen dienst voor myne Landgenooten. Misschien zyn weinig deelen der wereld meer geplaagd door schadelyke Insecten dan de Vereenigde Staaten. - Het grootste gedeelte deezer Insecten, geloof ik, zyn Inboorelingen des Lands; schoon onze vooringenomenheid voor onzen Geboortegrond niet altoos de erkentenis van deeze waarheid toelaate. Dus schryven wy aan de Hessen toe, dat zy onder ons het allerschadelykst Insect, de Hessische Vlieg, hebben ingevoerd; een Vlieg, die, verscheide jaaren, zulke deerlyke vernielingen aangerigt heeft, en nog aanrigt, in zommige onzer meest geagte Graangewassen, byzonder Tarwe en Rogge. Maar dit Insect is ongetwyfeld van Americaansche herkomste.
Veele van de verdelgende Insecten der Vereenigde Staaten schynen veeleer toe te neemen dan te verminderen. Eenige deezer Insecten, die oorspronglyk hunne vernielingen bepaalden tot onze landeigene in 't wilde groeijende planten, hebben naderhand hunne verwoestingen gaan aanrigten op die uit vreemde Landen her- | |
| |
waards werden overgebragt, en dikwyls hun beter smaakten. Zo is de Bruchus pisi, of Pea-fly, (Ert-vlieg) een Inbooreling, en schynt oorspronglyk, meest onopgemerkt, geaasd te hebben op inlandsche planten van dergelyk eene soort; maar, zints de Erten onder ons ingevoerd zyn, maaken deeze het voornaamste, zo niet het éénig voedzel deezer Insecten uit. De Hessische Vlieg kon oorspronglyk de Tarwe en andere dergelyke Graangewassen niet bewoonen, als geene landeigene Planten; doch dezelve is voor ons nu gevreesder geworden, dan een Leger van twintigduizend Hessen, of andere twintigduizend Huurlingen, met alle verdelgtuigen des oorlogs toegerust, voor ons zou weezen.
De Rups, die zyne vernielingen aanrigt op de Lombardysche Populier, welke zo veel cieraads aan onze Stad byzet, is hoogstwaarschynlyk een Inbooreling onzer bosschen. Dezelve geeft de voorkeus aan deezen zagtbladerigen, uitheemschen Boom, boven harder bladeren, voorheen tot voedzel gebruikt.
Andere voorbeelden van deezen aart zou ik kunnen aanvoeren; dan de bygebragte zyn genoegzaam om te toonen, hoe noodzaaklyk het is, zo veel mogelyk te waaken tegen de verhuizingen der Insecten van de inlandsche tot de van buiten ingevoerde Planten. Zy leeren ons eene waarheid, op welke, myns bedunkens, de Natuurkundigen niet genoeg gelet hebben; dat veele soorten van Insecten veel min bepaald zyn tot Gewassen van dezelfde soort, of tot de soorten van hetzelfde geslacht, dan men zich gewoonlyk verbeeldt. Het gaat vast, dat dezelfde soort van Insecten in America dikwyls zonder onderscheid en by opvolging zich voedt met Planten van zeer wydverschillenden aart, en zelfs van zeer onderscheide soort.
Tot hiertoe heeft men onder ons maar al te geringe vorderingen gemaakt in het ontdekken van hulpmiddelen tegen de groote nadeelen door de Insecten veroorzaakt. Dit stuk is met geene genoegzaame aandagt beschouwd. Het heeft moeten wyken voor naspeuringen van eene veel geringer nuttigheid; en ik vrees dat het de daaraan verschuldigde oplettendheid niet zal trekken, vóór dat het kwaad zich veel verder verspreid hebbe. Het valt ongetwyfeld moeilyk, doch het is geenzins onmogelyk, de vernielingen der beschadigende Insecten te voorkomen.
| |
| |
Wy hebben, egter, hier te Lande iets gedaan in dit belangryk vak. Wy hebben ontdekt, op welk eene wyze men de verwoestingen kan voorkomen van de kleine Vlieg, onder den naam van Cucumber vlieg bekend, zo vernielend voor de Komkommer-planten en de Meloenen. Door het mesten onzer Koornlanden, en het daardoor vermeerderen van den groei en de sterkte onzer Graangewassen, hebben wy de nadeelen van de Hessische Vlieg verminderd. Door aan onze jonge Appel- en andere boomen stukken touw te hangen, nat gemaakt met een mengzel van zwavel en traan, hebben wy geleerd af te weeren de op vaste tyden komende Springhaanen, (Cicada septendecim van linnaeus) die zomwylen onze Ooft-boomgaarden zo zeer beschadigden. De Americaansche Philosophische Societeit, de aandagt vestigende op het verval onzer Perzikboomen, heeft ons bekend gemaakt met de oorzaaken van dit kwaad, en met de middelen om het te voorkomen. Wy hebben eenige vordering gemaakt in het weeren van het nadeel, veroorzaakt door den Bruchus pisi (Ert-vlieg), die zo veel vernielings aanrigtte in een onzer aangenaamste Veldvrugten. - Maar alles, wat gedaan is, betekent luttel by 't geen 'er nog te doen staat. Dit onderwerp is zo nieuw als belangryk. |
|