Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801

Iets, over het leven van Jezus, van zyn twaalfde tot zyn dertigste jaar; by gelegenheid der aanmerkingen van den Delfshavenschen geachten Kerkleeraar D.J. van Brandenburgh, medegedeeld in de Algem. Vaderl. Letteroef. voor 1801, No. VI.

De Eerw. Leeraar van brandenburgh heeft enige bedenkingen tegen het gevoelen, dat jezus zynen Pleegvader in zyn handwerk zou geholpen hebben; waarmede ik my echter niet kan verenigen.

't Is waar, joseph en maria wisten zeer wel, dat jezus als mensch ontvangen was van den Heiligen Geest; zy hadden dit kind jezus, dat is Zaligmaker, genoemd; maar 'er heerschten echter by hun gene klare denkbeelden van

[p. 330]

het een en ander. Zy waren zeer eenvouwige menschen, bezet met Joodsche vooroordelen omtrent den Messias, die, van jezus' openlyke vertoning als Messias niets vernemende, door langdurigheid van tyd 't een en ander als schynen vergeten te hebben. - Hoe duidlyk blykt ons dit hun gemoedsbestaan uit het geval, 't welk plaats had na jezus' dertigste jaar, en door marcus verhaald wordt, Cap. III: 21. De naam van jezus, of Zaligmaker, was voor hun daarenboven niet zo byzonder geschikt ter herinnering van 's kinds ware bestemming, dewyl dit toch in die dagen geen vreemde naam onder de Israëlieten was, en verscheidene menschen zo genoemd wierden.

En gesteld zynde, dat hunne begrippen hieromtrent zeer helder geweest waren; kon hun dit afgehouden hebben, om jezus in het werk van joseph te doen bezig zyn? Drongen hunne sobere omstandigheden 'er hun niet toe? Schoot 'er voor een vlytig en leergierig Jongeling, zo als jezus was, niet tyds genoeg over, om de Schriften des O.T. te lezen, zich daarmede recht bekend te maken, en in 't huisgezin van joseph en maria, in den kring van hunne bloedverwanten en byzondere vrienden, te verklaren en uit te leggen; om zich gedurig voor den geest te brengen het grote doel, waartoe Hy op aarde gekomen was, en zyne menschheid, van tyd tot tyd, al meer en meer voor dat werk vatbaar te maken; om den mensch, deszelfs verschillende wyzen van denken en handelen, deszelfs onderscheiden caracters, oplettend gade te slaan; om de meer openlyke of meer bedekte dryfveren zyner daden zorgvuldig na te sporen?

Zou een nadenkend, oordeelkundig arbeidsman, die met verschillende menschen moet omgaan, daartoe zelfs niet meer gelegenheid vinden, dan iemand, welke stil op zich zelven, buiten 't gewoel der wereld, daar henen leeft?

Wat zou de wereld daarenboven gezegd hebben van enen Jongeling, die ten huize van zynen Pleegvader, enen Timmerman, zich onttrok van aardsche bezigheden, en zich enkel aan bespiegelingen overgaf? Zou niet een algemene verwondering zyner Stadgenoten hiervan 't gevolg geweest zyn? en zou dit wel met het plan gestrookt hebben, om den Heiland in 't eerst een gewoon, van anderen onopgemerkt, leven te doen voeren?

[p. 331]

Zou jezus zich onttrokken hebben aan de loflyke gewoonte der Rabbynen, die eenig handwerk aanleerden, en tot hun bestaan oeffenden? Zou men jezus naderhand niet verweten hebben, dat de grond zyner buitengewone wysheid te zoeken was in de manier, waarin men Hem zyne beste levensjaren had doen besteden?

De eerste Christenen leerden dit werkzaam leven van christus uitdruklyk. Schryft niet justyn de Martelaar, in zyn gesprek met den Jood tryphon, dat jezus allerlei gereedschap by zynen Vader gemaakt heeft, als jukken, ploegen, enz. en dat Hy daardoor een werkzaam leven heeft willen aanpryzen?

Nemen wy dit alles samen, zo is 't, myns bedunkens, uitgemaakt, dat jezus wel degelyk enig handwerk, waarschynlyk dat van enen Timmerman, geoeffend heeft, en enkel in zyne ledige uuren zich bezig gehouden heeft met ene gepaste bereiding tot het werk, 't welk Hy met zyn dertigste jaar beginnen zou.

Welk een overvloedige stof zou men, by ene beschouwing van jezus' eerste levensjaren, hieruit niet kunnen afleiden, om den arbeidsman, die in 't zweet zyns aanschyns zyn brood moet eten, te bepalen by zyne dure verplichting, om toch het werk zyner handen niet voor iets onedels te houden, om 't toch niet met tegenzin te verrichten, om 'er getrouw in te zyn, om 'er geen voorwendzel in te zoeken tot verwaarlozing zyner voorbereiding voor enen hogeren werkkring!