Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij[p. 301] | |
De veldslag van Marengo(*).De dag van den 25 Prairial brak aan, toen eenige kanonschoten aan de voorposten ons uit de armen van den slaap rukten. In een oogenblik waren wy gereed, en ons ontbyt ging even vlug als onze voorige avondmaaltyd. Myne plaats was by den Consul: ik begeerde te leeren en te zien; dus kan ik ook verzekeren, dat ik alles, wat ik geleerd en gezien heb, getrouwelyk heb onthouden. Ten agt uuren had de vyand ons nog maar flauwelyk aangetast; hy onderzogt de zwakste plaatzen, en maakte in gevolge daarvan zyne schikkingen; men was, voor het einde van den morgen, aan het Hoofdkwartier van zyne oogmerken niet volkomen onderrigt. Berthier had zich op het slagveld begeeven; de Aides de Camp volgden elkander, van den ogtend af, geduurig op, en verwittigden den Consul van de voortgangen des vyands. De gekwetsten begonnen aan te komen, berigtende, dat de Oostenrykers met magt opkwamen. De Militairen, welke eenige veldtogten gedaan hebben, weeten, dat de Oostenrykers, zo zy al niet met Fransche woede vegten, ten minsten veel standvastigheid bezitten. De Consul, deeze berigten ontvangen hebbende, steeg te paard, en begaf zich met den meesten spoed naar het slagveld; het geluid van het kanon en van het klein geweer wierd hoe langer hoe heviger, en begon ons te naderen; een zeer groot aantal gekwetsten van Cavallery en Infantery, geleid en gedraagen door hunne kameraaden, deinsde op eene schrikbaarende wyze terug; de linie der vyanden nam zulk eene uitgebreidheid, dat zy zich ruim twee uuren uitstrekten: want men moet aanmerken, dat de Bormida, schoon vry diep, nogthans op verscheidene plaatzen doorwaadbaar was. De vyanden betoonden op dit pas eene ongelooflyke halstarrigheid; maar het voornaamste punt van het gevegt was op Sint Stephano; van deeze plaats kon hy vóór ons Voguera winnen, en ons allen aftogt afsnyden; dus | |
[p. 302] | |
wendde hy ook altoos zyne poogingen op die zwakste zyde aan. Op den middag was 'er geen twyffel meer, dat zy op dat uur het gevegt aannamen, 't welk zy 's daags te vooren geweigerd hadden. | |
Goed gevolg lang onzeker.Aan alle de benden, waarover men by mogelykheid kon beschikken, en welke zich nog agterwaards bevonden, wierd order gegeeven, om spoedig aan te rukken. Maar de legerbenden, waarover desaix het bevel voerde, waren nog zeer verre af. De linker vleugel, onder het commando van victor, begon te wyken. Ik zag zeer veel Infantery in wanorde terug trekken, en onze Cavallery leevendig terug geslaagen; het vuur naderde; een ysselyk gedonder deed zich aan het middenpunt hooren, en eindigde op eens aan de Bormida. Ik was in eene onuitspreeklyke beklemdheid; en nogthans durfde ik my vleijen, dat onze benden voorwaards rukten. Dan integendeel zag ik hun oogenblikkelyk met de grootste haast terug wyken; de gekwetsten op hunne schouderen draagende. Aan de zyde van den regter vleugel zag ik, dat de vyand onmerkbaar veld op ons won. Buonaparte begaf zich voorwaards, en vermaande de legerbenden en soldaaten, welke hy ontmoette, tot moed en standvastigheid. Zyne tegenwoordigheid vuurde het vertrouwen aan. Menig soldaat, den aftogt dekkende, verkoos den dood, boven het verdriet van hem getuige van zyne vlugt te maaken. Zyn lyfwagt te paard bleef, van dat oogenblik af, niet meer zo als te vooren by zyn persoon, maar nam, zonder verre van hem verwyderd te zyn, een werkzaam deel in het gevegt. Een wolk van Oostenryksche Cavallery rukte spoedig de vlakte in, en vormde zich in slagorde voor ons; verscheide stukken ligte Artillery verbergende, die niet lang wagtten om op onze gelederen te bulderen. De Generaal berthier, die van naby de beweegingen dier Colonne waarnam, wierd leevendig door een gedeelte van dezelve aangevallen, en week op ons. Murat, aan 't hoofd der Dragonders, greep den vyand in de zyde, beschermde den terugtogt van ons voetvolk, en belette dat de regter zyde van den Generaal victor niet aangevallen wierd. De Grenadiers te voet van de Consulaire Lyfwagt kwamen, even als op de Parade, op dit oogenblik | |
[p. 303] | |
aan; zy defileerden vol orde, en rukten met een vluggen tred op den vyand in, dien zy op omtrend honderd passen van ons front ontmoetten. Zonder geschut, zonder Ruitery, ten getale van slegts vyfhonderd, hebben zy de woedende en verschrikkelyke schok van eene zegepraalende Armée uit te staan; maar, zonder acht te slaan op hun klein getal, rukken zy nog voorwaards. Alles wykt voor hunnen aanval. De trotsche Adelaar zweefde om hun heen, hun dreigende te verscheuren. De eerste kogel, welken zy ontvingen, nam drie Grenadiers en een Fourier in geslootene rotten weg. Driemaal door de Cavallery aangevallen, door de Infantery op vyftig treden beschooten, omringen zy, in een Bataillon Quarré, hunne vaandels en gekwetsten, verschieten alle hunne patroonen, keeren langzaam en met orde terug, en voegen zich by onze in verwondering opgetoogen agterhoede. Ondertusschen wierd 'er aan alle kanten al wykende gestreeden; het middenpunt boog, en de vyand omringde onze vleugels; aan den regter vleugel vooral scheen hy een zigtbaar voordeel te hebben; aan de linker zyde kon hy ons aan het Hoofdkwartier voorkomen. Het Guarnisoen van Tortona, ons minder geslooten terug ziende komen, deed een uitval. Van alle kanten wierden wy overhoop geworpen. De Consul, altoos in het middenpunt, moedigde het overschot der Braaven aan, die den weg en de engte, door welke dezelve liep, (die aan de eene zyde door een bosch, en aan den anderen kant door hooge en digte wynbergen afgeslooten wierd) verdeedigden. Het Dorp Marengo lag op de linker zyde van dit door deeze gebeurtenis zo bloedig vermaarde oord. Hoe veel bloeds wierd op deeze plaats gestort! Welk een aantal wakkere mannen sneuvelde! De onbedwingbaare moed had, zonder ophouden, met het altoos toeneemend getal van woedende vyanden te worstelen; onze Artillery, gedeeltelyk onbruikbaar, gedeeltelyk genomen, had weinig krygsbehoeften meer; dertig stukken geschut, wakkerlyk bediend, verbryzelden menschen en boomen, waarvan de takken in hunnen val de ongelukkigen verpletterden, die nog maar alleen gekwetst waren. Eindelyk schroome ik niet te verzekeren, dat ten vier uuren naa den middag, in eene lyn van ten hoogsten twee uuren, niet meer dan zesduizend man Insantery by hunne vaandels tegenwoordig was, met dui- | |
[p. 304] | |
zend Ruiters en zes stukken kanon, in staat om dienst te doen. Men beschuldige my niet van overdrevenheid, met eene zo verbaazende desertie op te geeven, waarvan de oorzaaken egter zeer gemakkelyk te ontdekken zyn: Een derde van het leger was buiten het gevegt gebragt. Het gemis van voertuigen, om de gekwetsten te vervoeren, maakte, dat mede een ander derde aan die moeilyke taak bezig was; een dienst, die tevens tot een zeer schynbaar voorwendzel aan veelen kon dienen, om zich in deezen tegenspoed van hunne posten te verwyderen. De honger, de dorst, de vermoeijenis, hadden een groot aantal Officieren gedwongen, zich te verwyderen; en ieder, des kundig, weet, wat het afweezen der aanvoerders in een gevegt te weeg brengt. De scherpschutters hadden de strekking hunner onderscheidene Corpsen verlooren; en, eindelyk, hetgeen van het leger overschoot, bezig met vol moeds de engte te verdeedigen, van welke wy gesproken hebben, dagt nergens minder om, dan om hetgeen agter hun omging. Maar laat ons op het bloedig tooneel terug treeden. | |
Koelbloedigheid van den Eersten Consul.In dit verschrikkelyk oogenblik, waarin dooden en stervenden den grond bedekten, trotzeerde buonaparte den dood, in het midden der kanonkogels, die dikwerf de aarde onder de voeten van zyn paard opwierpen, in het midden der stryderen, die om hem heen alle oogenblikken nederstortten, en gaf zyne bevelen met zyne gewoone koelbloedigheid. Hy zag het onweder naderen, zonder dat hy het scheen te vreezen. Alle de geenen, die hem gewaar wierden, het gevaar vergeetende, dat hun zelve bedreigde, riepen: Zo hy gedood mogt worden! Waarom gaat hy niet agterwaards? Zelfs zegt men, dat de Generaal berthier hem zulks verzogt. In die gedugte oogenblikken had ik de nieuwsgierigheid, van aandagtig naar zyne stem te hooren, en zyne gelaatstrekken waar te neemen. De kloekmoedigste man, de man zo dorstig als hy naar Eere, kon wel bewoogen geweest zyn, zonder dat men hem zulks tot eene misdaad konde rekenen. Maar buonaparte, de Held van Arcola, van Aboukir, was niets veranderd in die oogenblikken van onzekeren uitslag. Hy, die, in deeze verschrikkelyke oogenblikken voor het Fransche Leger, | |
[p. 305] | |
gezegd had: In den tyd van twee uuren zullen wy den Veldslag winnen, tienduizend Krygsgevangenen, met Generaals aan het hoofd, maaken, vyftien Vaandels en veertig Kanonnen veroveren; de vyand zal ons elf sterke plaatzen zelf overleveren, ja eindelyk de geheele oppervlakte van het vrugtbaare Italien; in twee dagen zal die thans zo zegepraalende vyand beschaamd door onze gelederen trekken; een Wapenstilstand zal den geessel des Oorlogs doen rusten, ja mogelyk zelfs den Vrede aan ons Vaderland aanbrengen; - deeze zou, zeg ik, door dit gedrag getoond hebben, ons, in deezen toen waarlyk wanhoopigen toestand, met eene dwaaze verwagting gevleid en beledigd te hebben. - Maar vervolgen wy den loop der gebeurtenissen. De vyand, deeze engte niet kunnende veroveren, in welke het grootste deel onzer nog strydende benden geweeken was, had tegen over dezelve eene gedugte linie van Artillery geplaatst, onder bedekking van welke hy zyne Infantery in de wynbergen en in het bosch wierp. Zyne Cavallery, in slagorde daar agter geschaard, wagtte alleen na het oogenblik dat wy 'er uit zouden gejaagd worden, om zich op onze verstrooide gelederen te werpen. Indien dit ongeluk ons ware overgekomen, was alles zeker en onherstelbaar verlooren geweest; buonaparte was alsdan ontwyffelbaar gedood, of gevangen gemaakt; en wy zouden ons veel liever in stukken hebben laaten houwen, dan hem in dat ongeluk overleeven. | |
Aankomst van verscheidene Versterkingen.Maar het uur der Zegepraal had geslagen. Altoos getrouw aan buonaparte, kwam zy eindelyk over onze hoofden zweeven. Alreeds begonnen de Divisien van monnier en desaix te verschynen. Niettegenstaande een geforceerden marsch van tien uuren gaans, kwamen zy met een looppas aan. Hunne eigene behoeften vergeetende, ademden zy niets dan de zugt om ons te wreeken. Het verbaazend aantal gekwetsten en vlugtelingen, die zy op hunnen weg ontmoetten, zou in staat geweest zyn om hunnen moed te bekoelen; maar de oogen op desaix gevestigd, weeten zy van niets, dan om met hem de gevaaren te tarten, en laurieren te plukken. Helaas! wel verre zyn zy van te | |
[p. 306] | |
denken, dat, binnen een uur tyds, die wakkere Veldheer hun niet meer zou gebieden. De Grenadiers keerden terug, bedekt met Eere, en met hunne verschrikkelyke bajonetten hun, die reeds by voorraad hunne mutzen verkogten, bedreigende. | |
Misslag van den Generaal melas.Zodra wy heel in de verte deeze versterkingen zagen aankomen, begon de hoop en de vreugd in onzer aller harten te herleeven; terwyl de vyand, vermoeid door zyn eigen voorspoed, die hem duur te staan kwam, altoos door braave stryderen wierd opgehouden, die, onbewust van den bystand, die voor hun aankwam, beslooten hadden, liever in deeze nieuwe Thermopylae te sneeven, dan rugwaards te trekken. De Generaal melas, te veel tegenstands aan het middenpunt vindende, dagt, dat hy, met zyne vleugels uit te breiden, ons zou kunnen omringen, of zelfs ons geheel afsnyden. Hy bragt dus zyne kragten derwaards heen; zich verbeeldende, deeze beweeging voor ons genoegzaam verborgen te hebben, en ons tevens door zyne Artillery genoegzaam te kunnen bedwingen; en het was op deeze wyze, dat hy, niet kunnende ontdekken wat 'er van onze zyde omging, en onbewust van de versterkingen, welke tevens by ons aankwamen, zichzelven een onvermydelyken tegenspoed bereidde: want, in de daad, buonaparte, altoos op den post der Eere geplaatst, en aan wiens opmerkzaam oog niets ontsnapte, greep daadelyk deeze schoone gelegenheid aan, en deed aan alle zyden zyne orders vliegende mededeelen.
(Het Vervolg en Slot hiernaa.) |
|