Beschryving van een paard zonder hair.
Door C. Lasteyrie.
(Ontleend uit Bulletin des Sciences, par la Societé Philomatique.)
Het Paard zonder hair is, zes jaaren geleden, te Weenen gekogt. 't Zelve was op de Turken bemagtigd, omtrent twintig jaaren oud. Het eet het zelfde voedzel als andere Paarden, en in dezelfde hoeveelheid. Het is mager, en zeer aandoenlyk voor de koude. Het heeft op de huid geen hair altoos, alleen eenige hairen aan het onder-ooglid. De huid is zwart, op het graauwe trekkende, met eenige bleekere plekken onder de oxelen en liesen. Het is zagt op 't aanraaken, schitterend, en een weinig smeerig. De huid van den neus, de neusgaten en lippen, is gelyk aan die van het overige des lyfs. Het neusbeen is eenigzins ingedrukt; dit hindert in de ademhaaling, en doet het beest eenig geluid slaan. - Dit Paard maakt eene verscheidenheid uit in het Paarden-Geslacht; want dit zonderling vertoon is geen voortbrengzel van kunst, noch kan aan eene ziekte worden toegeschreeven.