Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij[p. 242] | |
Iets, over het leven van Jesus, van zyn twaalfde tot zyn dertigste jaar.‘Plaatsten wy, in No. IV van ons Mengelwerk deezes Jaars, ons door eene onbekende hand medegedeelde Bedenkingen, over het weinige, het welk wy van het Jeugdig Leven van jesus door de Euangelisten opgetekend vinden; gaarne ruimen wy een plaatsje in voor het volgende Stukje, ons toegezonden door den Eerw. d.j. van brandenburgh, Predikant te Delfshaven.’
Welke mogen toch wel de bezigheden van jesus, van zyn twaalfde tot zyn dertigste jaar, geweest zyn? - Daar men door de gewyde Geschied-schryvers niets, volstrekt niets, omtrent zyne verrichtingen in dien tyd, van niet minder dan agttien jaaren, vindt aangetekend, is het onmooglyk, iets met genoegzame zekerheid te bepaalen: - men moet, ten deezen opzichte, of niets vaststellen, of zich met eenigen graad van waarschynlykheid vergenoegen. Dat jesus zynen Pleeg-vader joseph in zyn handwerk zal geholpen hebben: - dit is vry algemeen aangenomen, maar komt my niet aanneemlyk voor. 'Er zyn redenen, die my beletten, dit te geloven. Ik deel ze u mede. - Vooreerst; joseph en maria wisten zeer wel, dat jesus als Mensch ontvangen was van den Heiligen Geest. Zouden zy nu een Jongeling, wiens geboorte zo geheel zonderling, zo éénzoortig, en bovennatuurlyk was, hebben willen opbrengen in een louter aardsch en zinnelyk beroep, gelyk dat van elken handwerkman is? Hoewel handwerken geene verachtlyke kostwinningen zyn, hoewel handwerkers zeer nuttig, en volstrekt nodig zyn voor de menschlyke zamenleeving, blyft het waar, dat zulk een beroep weinig geschikt kan geoordeeld worden voor een mensch van die verheven bestemming, als jesus was. - Ten tweeden; by zyne besnydenis hadden joseph en maria dit kind Jesus, dat is Zaligmaaker, genoemd(*), volgens de verkla- | |
[p. 243] | |
ring en het bevel, door den Engel vóór zyne geboorte reeds gegeven. Kan men dan nu nog veronderstellen, dat zy Hem in een beroep zouden hebben opgevoed, dat zo weinig aan zynen naam beantwoordde? - Ten derden; jesus, twaalf jaaren oud zynde, leeraarde in den Tempel. Maria, die met joseph Hem vol zorg en kommer gezogt had, gaf Hem eene Moederlyke berisping, welke door jesus bescheiden dus wierd beantwoord: Waarom zogt gy my? Wist gy niet, dat ik in myns Vaders zaken moest verkeeren(*)? Dit gezegde is schoon, veelbevattend, vol van verhevene en belangryke wenken. Uit hetzelve blykt, dat jesus zich zyner hooge bestemming zeer wel bewust was en vervuld met gevoel van dezelve. Zouden joseph, en vooral maria, die dit woord aanstonds niet bevatteden, ook in vervolg van tyd niets daar van begrepen hebben? En zo zy iets daar van begrepen hebben, was dit dan niet voor hun eene genoegzaam duidlyke en verstaanbaare verklaring, dat Hy het werk van Leeraar der Gerechtigheid onder de menschen moest vervullen? En zouden wy wel durven denken, dat zy Hem hier in enigermaten zouden hebben willen hinderlyk zyn? Ik weet wel, dat de Jooden zeiden: Is deze niet de Zoon des Timmermans? ja ook, Is deze niet de Timmerman(†)? Maar volgt hier uit, dat jesus zy opgevoed geweest in joseph's handwerk? Dit kan ik niet zien; want de Jooden zeiden dit, om jesus, ware het mooglyk, te vernederen, en om Hem verachtlyk te maken in het oog des volks; zy wilden het volk daar door afkeer tegen jesus inboezemen, opdat hetzelve geen gehoor mogt geeven aan zyne Leer. Van hier ook dat vragen met verwondering: Van waar komt hem zo veel wysheid aan? Maar, waar aan heeft jesus dan die agttien jaaren besteed? Ledig en werkloos heeft Hy ze zeker niet doorgebragt. Is het my geoorloofd te gissen? Ik denk, dat jesus veel en aanhoudend de Schriften des O.T. las, om zich daar mede recht bekend te maken; dat Hy die Schriften nauwkeurig onderzogt, en in het huisgezin van joseph en maria, en in den kring van hunne bloedverwanten en byzondere vrienden, ook wel eens verklaard en uitgelegd heeft. Voorts, dat Hy zich ge- | |
[p. 244] | |
durig voor den geest bragt het grote doel en werk, waartoe Hy op aarde gekomen was, zyne ziel met nuttige bepeinzingen daar van onledige hieldt, en zyne menschheid, van tyd tot tyd, al meer en meer voor dat werk vatbaar, en tot dat werk bekwaam zocht te maken. Eindlyk, dat Hy den mensch, deszelfs verschillende wyze van denken en handelen, deszelfs onderscheide character, oplettend gadesloeg; de meer opentlyke, of meer bedekte dryfveeren van zyne daden zorgvuldig naspoorde, om, ten tyde der opentlyke bediening van zyn Leeraarambt, van dit alles, in het onderwyzen, bestraffen, vermaanen, vertroosten, en middelen tot verbetering aan de hand te geven, een allervoordeeligst gebruik te maken. - Zo waren dan die agttien jaaren voor jesus jaaren van opvoeding, en voorbereiding voor zyne edele, voortreflyke, gewichtige, moeilyke bestemming, waar door God verheerlykt, en het menschdom eene naamlooze zaligheid aangebragt zoude worden. |