| |
Verslag, wegens de strafwetten en de gevangenhuizen in Pennsylvanie.
(Uit de Travels in North-America, by the Duke de la rochefoucault liancourt.)
Zints den Jaare 1793 is in Noord-America geen misdaad, dan die van opzettelyken Moord, met den dood gestraft. Andere misdryven worden gestraft met Gevangenzetting voor meer of minder tyds, en gepaard met omstandigheden van meerdere of mindere gestrengheid, naar den aart der gepleegde wanbedryven. De Gouverneur heeft, in alle gevallen, het voorregt om de Straffe te verzagten; want, schoon het aan de verstandige Wetgeevers van deezen Staat bleek, dat de zekerheid, waarmede de Straf de Misdaad op de hielen volgt, de laatste grootlyks zal verminderen, is de hoop op vergiffenis-verwerving, door een volgend goed gedrag, hun voorgekomen, een weezenlyk beweegmiddel te weezen tot hervorming der Misdaadigeren. De zeer eigenaartige opmerking, dat alle Straffe de verbetering des Misdaadigers moet ten oogmerk hebben, en hem zelfs de middelen tot hervorming behoort te verschaffen; deeze zeer belangryke Grondregel is de grondslag der inrigtingen van de Gevangenhuizen in Philadelphia.
De Landbestuurders hebben 'er dit zeer verstandig
| |
| |
beginzel bygevoegd, dat de Gevangenzetting van eenen Misdaadiger, ten beste der Maatschappye strekkende, zo min mogelyk een bezwaar der Geldmiddelen van den Staat moet te wege brengen. In gevolge hiervan hebben zy, in hunne gemaakte schikkingen, zich deeze zaaken voorgesteld.
Vooreerst. Dat de inrigting der Gevangenissen, zo veel mogelyk, zou strekken, om de Gevangenen hunne voorige slegtigheden te ontwennen, en op te leiden tot nadenken op hunnen staat, en gevolglyk tot verbetering.
Ten anderen. Dat alle willekeurige behandeling, alle wreedheid en onregtvaardigheid, uit de Gevangenissen zou geweerd worden; naardemaal deeze strekken om het hart des Gevangenen kwaadaartigheid en wraak in te storten, in stede van gevoelens van berouw te baaren.
Ten derden. Dat de Gevangene altoos bezig moet weezen in eenig voordeel aanbrengend werk, om hem aan geene ledigheid te gewennen, om de kosten zyner opsluiting te helpen draagen, en hem eenigen voorraad te verschaffen, ten tyde dat hy in de Maatschappy wederkeert.
De van misdryf overtuigden in deeze Gevangenissen zyn verdeeld in twee Classen. De eerste bestaat uit de zodanigen, die Misdryven gepleegd hebben, voorheen met den Dood gestraft: hun vonnis behelst altoos, Eenzaame Gevangenis voor een gedeelte van den tyd, dien zy ter Gevangenisse verweezen zyn. De langduurigheid deezer Eenzaame Gevangenis staat aan het believen des Regters; doch onder deeze bepaalingen, dat dezelve niet langer zal duuren, dan de helft van den geheelen tyd, welken hy ter Gevangenisse verweezen is, en niet minder zyn dan een twaalfde gedeelte van denzelven. - De andere Classe zyn de veroordeelden wegens mindere misdryven; en worden deezen gevolglyk niet verweezen tot de Eenzaame Gevangenis.
De cellen, voor de eenzaam Gevangenen geschikt, zyn agt en zes voeten in de lengte en in de diepte, en negen hoog. Altoos vindt men ze op de eerste of tweede verdieping der Gevangenhuizen; ze zyn overwelfd, en afgescheiden van de rest des gebouws. De cellen worden verwarmd door een kagchel, welke in den doorloop tegen over de cellen staat. De misdaadiger, geslooten agter twee yzeren deuren met tralien, geniet
| |
| |
de warmte des vuurs, zonder in staat te weezen om het tot slegte oogmerken te misbruiken. De cellen krygen licht door de deuren, die in den doorloop komen, en meer onmiddelyk door een venster. 'Er is een watervat, waaruit de Gevangene water naar welgevallen kan krygen. Geene voorzorg, tot reinheid of gezondheid dienstig, wordt 'er vergeeten. De cellen, gelyk ook alle de deelen der Gevangenisse, worden tweemaal 's jaars geheel schoon gemaakt. De Gevangene slaapt op een matras, en heeft genoegzaam dekzel.
In deezer voege aan de eenzaamheid overgegeeven, alsmede aan de bitterheid van nadenken en berouw, heeft hy geene gemeenschap altoos met menschlyke weezens; alleen bezorgt de Oppasser hem éénmaal daags een groove pudding van Indiaansch Koorn.
Het is eerst eenigen tyd naa dat de Misdaadiger in deezen staat van volkomene afzondering van de Maatschappy doorgebragt heeft, dat hy verlof krygt om te leezen, of tot zodanige handen-bezigheid, als hy in die eng beslootene plaats kan verrigten.
De Misdaadiger komt nooit uit zyne cel, geduurende al den tyd, dat hy ter eenzaamheid verweezen is; zelfs mag hy in den gang niet wandelen, dan in gevalle van ziekte.
Het is overgelaaten aan de Opzigters der Gevangenissen, te bepaalen, in welk gedeelte van het geheele perk der gevangenisse de tyd van de eenzaame opgeslootenheid zal plaats hebben; mits de gevangene daadlyk de hoeveelheid van tyd, ter eenzaame gevangenisse in het vonnis uitgedrukt, daarin doorbrenge. Doorgaans treedt hy ter eenzaame plaatze in, op den eigen stond, dat hy 'er toe verweezen is; naardemaal het gestrengste gedeelte van het vonnis, naar alle regtmaatigheid, zo schielyk als geschieden kan, op het misdryf moet volgen; dewyl de hardheid deezer opsluiting onregtvaardig zou vermeerderd worden, indien de Gevangene reeds eenigen tyd de gewoone vryheid der andere Gevangenen genooten hadt; dewyl de afzondering van de Maatschappy bestemd is om den Gevangenen op te leiden tot het overdenken van de misdryven, welke hem eene zo zwaare straffe op den halze haalden, en omdat de schielyke en volslaagene verandering van voedzel het temperament van den Gevangenen aandoet,
| |
| |
en neigt tot eene geschiktheid, welke het berouw voorgaat.
De Opzigters der Gevangenhuizen stellen zeer veel in de onthouding, welke zy den eenzaam Gevangenen opleggen; zy merken deeze aan, als het zekerst middel te zyner verbeteringe, door de verandering, welke deeze veroorzaakt in zyne denkbeelden en geaartheid. Dit begrip schynt invloed gehad te hebben op de Stichters van zodanige Godsdienstige Genootschappen, welke Vasten en Onthouding als pligten voorschryven; en hy, die acht geeft op het vermogen onzer zintuigen op de zielsgesteltenisse, zal niet nalaaten, de Opzienders der Gevangenhuizen in Philadelphia toe te juichen, wegens de verstandigheid van hun stelzel.
De Misdaadiger, niet tot de Eenzaame Gevangenis verweezen, wordt, by zyne aankomst in de algemeene plaats, by de andere gebragt. Zyne kleederen worden hem afgenomen, en, in zommige gevallen, verbrand; hy krygt eene kleeding gelyk zyne medegevangenen. Men onderrigt hem in de regelen, voor de gevangenen bepaald, en onderzoekt, welk soort van werk hem best voege.
Aan de Opzienders der Gevangenhuizen levert de Schout een papier over, behelzende een verslag van het misdryf; van de omstandigheden, strekkende om het te verzwaaren of te verligten; van de stukken, by het verhoor te voorschyn gekomen; van de misdryven, welke hy in vroegeren tyde moge begaan hebben; met één woord, van het geheele Character en den Leevensloop des Gevangenen, zo verre men die heeft kunnen bekomen. Dit Geschrift is opgesteld door het Hof, 't welk het vonnis geslaagen heeft, en stelt de Opzienders der Gevangenhuizen in staat om zich een denkbeeld van den Gevangenen te vormen, en zich ten zynen opzigte te gedraagen, zo als de toedragt der zaaken vordert.
Het werk, den Gevangenen opgelegd, is geëvenredigd aan hunne kragten en vaardigheid in het bedryf. In de Gevangenhuizen zyn weefgetouwen, timmermansschaaf- en werkbanken, winkels voor schoen- en kleedermaakers. Gevangenen, die geen van deeze hanteeringen verstaan, moeten zaagen, marmer polysten, pleister maalen, wol kammen of hennip hekelen. De Op- | |
| |
zigters hebben, zeer onlangs, een naalden-maakery aangelegd, welke aan veele handen werk geeft, en zeer ten voordeele der Gevangenhuizen strekt. Gevangenen, buiten staat tot eenigen zwaaren arbeid, of onbekwaam tot iets anders, moeten wol, paarden-hair en vlas sorteeren.
Het loon voor den arbeid der Gevangenen wordt tusschen den Oppasser en den Koopman bepaald, in tegenwoordigheid van den Gevangenen. Uit die gelden betaalt de Gevangene zyn eeten, zyn aandeel in de gewoone uitgaven van het huis, het gebruik en de slytagie van zyne gereedschappen; de prys, hiervoor te betaalen, hangt noodwendig af van de omstandigheden, en wordt daarom viermaalen 's jaars door de Opzienders bepaald. Dezelve beloopt tegenwoordig vyftien Pences daags; en een oud man, die niets doen kan dan hennip plukken, kan daags een- of twee-en-twintig Pences verdienen. 'Er zyn Gevangenen, die meer dan een Dollar op één dag winnen.
Behalven het geld, 't welk de Gevangene dus betaalt aan de Gevangenis uit zyne verdiensten, verpligt hem de wet, om aan den Staat te vergoeden de kosten zyner teregtstelling, en eene geldboete, welke altoos een gedeelte van het gestreeken vonnis uitmaakt. De geldboete is eene som, welke aan de schatkist van den Staat betaald wordt, en, in gevalle van Diefstal, eene som, genoegzaam om het gestoolene te vergoeden. Het geld, aan 's Lands schatkist verschuldigd, wordt doorgaans kwytgescholden, maar nimmer de Geregts-onkosten, of de wedergave van het gestoolene. Het Land schiet de penningen tot het houden der Regtspleeging uit; en wordt dit weder vergoed door den handen-arbeid des Gevangenen, indien de Familie of Vrienden zulks niet voor hem afdoen.
De Vrouwen worden steeds aan het spinnen, naaijen, het werken in wol gezet, en moeten voor de Gevangenen wasschen. Zy betaalen zeven Pences daags voor de kost, en zy kunnen, yverig zynde, meer winnen. Dewyl zy zo zwaar niet werken als de Mannen, is haar eeten min kostbaar.
De Oppasser der Gevangenen ligt hier niet, gelyk dit op andere plaatzen gebruiklyk is, eenige schatting op den ongelukkigen of elendigen. Niets wordt 'er gevorderd by des Gevangenen intreede, niets by diens uit- | |
| |
gang; niets voor toegeeflykheden, aan iemand in 't byzonder beweezen. - De geringheid der Wedde, op zommige plaatzen van Europa, schynt de Oppassers te geregtigen om dit aan te vullen door afkneevelingen tot vermeerdering van hun bestaan; en het valt moeilyk voor lieden van hooger rang, wier post het is om op hun gedrag te letten, strenge naspeuringen te doen, wanneer zy weeten, dat een Bediende geene genoegzaame wedde heeft om van te kunnen leeven. - De schraapende afperssingen, op welke ik het oog heb, worden gepleegd door lieden van den veragtlyksten stand in de Maatschappy, en zy worden dikwyls aangemerkt als eene schadeloosstelling voor de veragting en haat, welke zy ontmoeten.
Dan hier, waar nimmer een Gevangene in ketenen geklonken wordt; waar slagen, en zelfs onbeschofte taal, verboden zyn aan allen, die toegang tot den Gevangenen hebben; waar de geheele huishouding is ingericht om de Gevangenis tot eene school van verbetering te maaken, - kan de bediening van Oppasser in een Gevangenhuis nimmer de kieschheid van iemands character beledigen. Het loon, hun toegelegd, is vry ruim, zelfs dat der Onder-oppassers. De dagelyksche bezoeken der Opzienders zyn een bedwangmiddel voor de Oppassers, en sluiten niet alleen alle afperssing uit, maar leveren een bewys op, dat ze in de Gevangenissen niet kunnen voorvallen.
Elke Gevangene heeft een boekje, waarin het loon, door hem bedongen, staat aangetekend; dit geschiedt in zyne tegenwoordigheid, alsmede het geen 't door hem bearbeidde bedraagt; hier tegen over de uitgiften van zyn Verhoor, de geldboete, waarin hy verweezen is, de som voor het gebruik en het slyten zyner gereedschappen, en wat hy voor kleederen en kost moet betaalen. Deeze rekening wordt alle drie maanden opgemaakt in tegenwoordigheid der Opzienderen. Een afschrift daarvan komt in het algemeen Register, mede alle drie maanden bygeschreeven.
Het geen de Gevangenen door hunnen arbeid winnen, wordt in 's Lands schatkist gebragt, die dus de Bankier der Gevangenen wordt, en allen verdenken wegweert, 't welk zou kunnen ontstaan, indien de Oppasser het geld in handen hieldt. De Oppasser is met de daad niet anders dan een Agent tusschen den Ge- | |
| |
vangenen en hem, die den Gevangenen werk geeft; de prys des arbeids in de Gevangenis is dezelfde met dien, welken men daar buiten betaalt; en de Opzienders draagen zorge, dat 'er geen bedrog ten nadeele der Gevangenen gepleegd worde.
De Oppasser koopt de leevensmiddelen in tegenwoordigheid der Opzienderen. Eene zekere hoeveelheid is bestemd voor elken Gevangenen, en wordt den Kok toegewoogen, die zelf een Gevangene is, en voor zynen arbeid door de Gevangenen betaald wordt.
(Het Vervolg en Slot hiernaa.) |
|