Voorbeeld van liefderyk instinkt der dieren.
Nooit wordt myne verwondering leevendiger getroffen, of grenst zy nader aan opgetogenheid, dan wanneer ik myne aandagt vestig op de natuurlyke goedhartigheid van het, dus genoemd, redenloos geschapendom. Op de lyst van de onbegrypelyke Werken des Scheppers van het Heelal, moet, naar mynen dunk, dit in de hoogste plaats gerangschikt worden. Weinige Ouders, vrees ik, voeden zulk eene vuurige liefde voor hunne kinderen, als vogelen en dieren voor hunne jongen. De schroomvalligsten worden stoutmoedig en dapper ter verdeediginge van hun kroost. Ik zelve, een jong Konyn aanvattende, ontving een scherpen beet van de oude moeder. En niemant is onkundig omtrent het welberaaden en stout bedryf der Klokhenne, wanneer iets haar tjilpend gebroedsel nadert. Hoewel uit den aart vreesagtig, en van niets dan van vlugten weetende, voordat zy moeder wordt, wanneer dit tydstip is gekoomen, veragt zy allen gevaar, en valt, met de onverzaagdste kloekmoedigheid, op den stoutsten hond aan, ter verdeediginge van haar hulploos gezin.
Maar noch deeze, noch eenige andere voorbeelden, waar van ik ooit gehoord of geleezen heb, kunnen met een onlangs voorgevallen, waar van ik ooggetuige was, in vergelyking koomen. Onlangs, op zekeren avond, door de Stad wandelende, gebeurde het, dat een jong Muschje, verlangende, naar ik onderstel, zich in 't vliegen te oeffenen, eer het nog volkomen gevederd was, voor myne voeten nederviel. Den toestand van het beestje ziende, raapte ik het op, en gaf het aan een kleinen jongen, die, meenende dat het een bruine Koddenaar was, myn geschenk met blydschap aannam. Hy hing het beestje in het voorhuis van zyner ouderen woonin-