Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij[p. 15] | |
Waarneeming wegens eene door kunst gemaakte Pupil (oogappel), geopend allernaast de Sclerotica, door den burger Demours, Lid van de oude Medicynsche Faculteit van Parys, en Oculist(*). Voorgeleezen in het Institut National, den 15 en 21 Juny 1800.(Uit het Journal de Médecine van Parys.)
‘De Heer w. van spaan van Biljoen, die ons dit Stukje (ten einde 'er ons- en onze Landgenooten dienst mede te doen) gunstig mededeelde, heeft aan het huis van den Oculist demours, te Parys, den Burger sauvages onlangs gezien, en, benevens den eerstgemelden, wegens de in dit Stukje vermelde operatie, gesproken; terwyl zyn Ed. zig, nopens de waarheid van het verhaal, overtuigend verzekerd heeft, onder anderen, door den herstelden Blinden een Dagblad (even te vooren van de pers gekomen) te doen leezen, het welk hy, met behulp van een bol glas, zeer vlug en naauwkeurig verrigtte.
10 December 1800. Vertaaler.’
De Burger sauvages, van Ham, in het Departement van de Somme, ondervond, in den ouderdom van 22 jaaren, sterke en herhaalde oogöntsteekingen, verzeld van verzweeringen in het Hoornvlies, waar by verscheide reizen het waterachtig vogt uit elk oog liep, en welke gevolgd wierden door verdonkering van het geheele Hoornvlies van het regter oog, en van vier vyfde gedeelten van dat van het linker oog. De Inis. | |
[p. 16] | |
van ieder oog bleef gehecht aan de holle oppervlakte van het Hoornvlies. 'Er bestond by gevolg in 't geheel geen waterachtig vogt meer; en de Lyder was, geduurende vier jaaren, in den staat van de volkomenste blindheid, niettegenstaande de aanwending der beproefdste geneesmiddelen. Het regter oog zig onherstelbaar vertoonende, viel ik op de gedachte, om een kunstige Pupil te maaken, aan het bovenste en zydelyk uitwendige deel der Iris van het linker oog, allernaast de Sclerotica, de eenigste plaats, alwaar het Hoornvlies nog eenige doorschynendheid behouden had. Den 26 Germinal, het 5de Jaar, (16 April 1797) bragt ik een Cataract-mesje in het doorschynende Hoornvlies, en in de Iris, allernaast de Sclerotica, in acht neemende, de opening in de Iris een weinig laager te maaken, dan die van het Hoornvlies, ten einde te vermyden, dat het gezigt, door het lidteken, 't welk deze insnyding in het Hoornvlies moest nalaaten, naderhand niet zou gehinderd worden. Ik bragt vervolgens in deze opening een der bladen van een zeer dunne Schaar, dezelve een weinig in het glasachtig vogt, indringende. Het andere blad wierd tusschen het Hoornvlies en de Iris gebragt, en op deze plaats, niet digt aan de holle oppervlakte van het Hoornvlies, gevestigd. Ik ligtte vervolgens een klein lapje van de Iris, ter grootte en gedaante byna van een Zuuringzaadkorreltje, door twee insnydingen met de Schaar, uit het oog, en op het oogenblik was het gezigt hersteld. Deze, door kunst gemaakte, Pupil is zedert meer dan drie jaaren in stand gebleven, en niets schynt te doen vreezen, dat zy zig sluiten kan. De Lichtstraalen komen onmiddelyk in het Glasachtige Lichaam, zonder het Cristallyne Lichaam te doorkruissen, 't welk zig niet tot aan de gemaakte opening uitstrekt; en daarenboven is het hoogstwaarschynelyk, dat het Cristallyne Lichaam in zyn kasje verdonkerd is, van wegen de groote wanorde, die alle de deelen van het oog door de verettering ondergaan hebben; ook is het gezigt beter, door behulp van een Cataractglas, waar mede de Burger sauvages zeer gemakkelyk leest. Dit glas is een der bolste, waar van zig die geenen, welke de operatie van de Cataract ondergaan hebben, gewoonlyk bedienen; het geen zonder eenigen twy- | |
[p. 17] | |
fel bewyst, dat het Cristallyne Lichaam in dat oog van geen nut is. Deze Waarneeming kan ter aanmoediging verstrekken, om de Kunstbewerking, in zommige gevallen, alwaar geen hoop meer overig is, te beproeven. Men kan zig gemakkelyk verzekeren, door de beschouwing der oogen van den Burger sauvages, thans in de tegenwoordigheid der Vergadering van het Institut National, dat alle die geenen, die hy te vooren geraadpleegd had, en die hem eenpaarig als een onherstelbaaren blinden beschouwd hadden, (in welk gevoelen ik ook verkeerde) tot deze oordeelvelling grond hadden. Men vindt by verscheide Schryvers voorbeelden van Pupillen, die door verschillende oorzaaken gesloten waren, en door eene Operatie geopend wierden. Zulks is door cheselden en anderen gedaan. De Iris maakt zig ook zomtyds van de Sclerotica en van de Choroidea los, of scheurt zig, door 't uitwerksel van een slag, of door verzweering van het Hoornvlies, waar mede zy zig verbonden heeft, af; en 'er zyn waarneemingen van dat zoort, die de herstelling van het gezigt door soortgelyke nieuwe Pupillen bewyzen, ondanks de volkomene toesluiting der natuurlyke Pupil. Ik heb verscheide van deze losrukkingen der Iris gezien. Zomtyds ben ik verpligt geweest, in het doen van de operatie der Cataract, dezelve door eene opening, die ik in de Iris maakte, te doen uitkomen, wanneer dit vlies aan het beursje van het Cristallyne Lichaam vastgehecht was, en 'er is in zommigen een nieuwe Pupil uit ontstaan, die na de toesluiting der oude gebleven, en aan het gezigt van voldoend nut geweest is. Op een anderen tyd heb ik gezien, dat het Cristallyne Lichaam de Iris afscheurde van de Sclerotica, aan haar onderste gedeelte, en door deze opening uitkwam; welke opening in wezen bleef, en eene door kunst gemaakte Pupil vormde. Mejuffrouw de chambellan had geduurende zeventien jaaren een Cataract in het regter oog, die zig zo sterk vastgehecht had, dat, geduurende de operatie, die ik, den 2 October 1787, in tegenwoordigheid van den Burger sabatier deed, het Cristallyne Lichaam, in plaats van door de Pupil uit te gaan, de Iris van de Sclerotica aan haar benedenste gedeelte losmaakte, en ik bevorderde zyne ontlasting langs deze | |
[p. 18] | |
opening, na vooraf hieromtrent het gevoelen van den Burger sabatier ingenomen te hebben. Deze nieuwe Pupil is in wezen gebleven, en terwyl de oude verward gebleven is, door de verduistering van de Capsula Lentis Crystallinoe, heeft Mejuffrouw de chambellan, zedert dien tyd, door deze kruiswyze opening, zeer wel gezien, terwyl het andere oog haar tot niets diende. Maar men heeft nog geen kleine opening in de Iris, allernaast de Sclerotica, gemaakt, wanneer het oog van waterachtig vogt geheel beroofd was, en de Iris op de holle oppervlakte van het Hoornvlies was vastgehecht, en wanneer maar alleen een vyfde gedeelte der oppervlakte van het Hoornvlies, by de Sclerotica, doorschynend was. Ik heb dikwyls eene opening in dit zelfde deel der Iris gemaakt, zedert dat ik deze operatie aan den Burger sauvages gedaan heb; maar om deze handelwyze aan het onderzoek van het Institut National, en van het Geneeskundig Genootschap, te onderwerpen, heb ik het nodig geoordeeld, eenigen tyd te laaten verloopen, op dat men niet zoude kunnen vreezen voor de sluiting dezer opening; eene vrees, welke de kleinheid der opening in de Iris veroorzaakt, door de engheid der plaats, welke ik had, om de operatie te doen. Ik ben voorneemens, om in de Iris ook eene nieuwe opening te maaken, tusschen den rand van het Cristallyne Lichaam en de Sclerotica, niet alleen in het geval, het welk ongeneeslyk geoordeeld is, als dat van den Burger sauvages, mits dat het Hoornvlies eenige doorschynendheid in een gedeelte van zyne oppervlakte behouden heeft, maar ook wanneer de doorgang der lichtstraalen belet wordt, 't zy door een lidteken in het midden van het Hoornvlies, 't zy door vastkleeving der randen van de Iris aan de Capsula Lentis Crystallinae, 't zy door verdikking of verduistering van dit vlies, en zelfs van het Cristallyne Lichaam, wanneer de kleinheid van de Pupil, of eenige andere oorzaak, de uitneeming van het Cristallyne Lichaam al te moeijelyk maakt. De lichtstraalen, in 't oog vallende, ondergaan een eerste refractie (straalbreeking), wanneer zy uit de lucht in het doorschynende Hoornvlies en waterachtig vogt komen. Eene veel grootere ondergaan zy, wan- | |
[p. 19] | |
neer zy door het Cristallyne Lichaam gaan. Eindelyk de afwisselende zamentrekking en verwydering van de opening der Iris, bekend onder den naam van Pupil of oogäppel, laaten alleen in het binnenste van het werktuig eene genoegzaame hoeveelheid van lichtstraalen binnengaan, om het beeld van het voorwerp, op eene duidelyke wyze, op de Retina te doen afbeelden. Men weet, dat deze opening zig verwydert, by een middenmaatig licht, en zig sluit, wanneer men 't oog aan een helder of sterker licht blootstelt. Hetgeen men in den uitslag, welke den Burger sauvages ten deel is geworden, moet bewonderen, is, dat hy een persoon op vyftig schreden herkent, en dat zyn gezigt zeer zuiver is, niettegenstaande het gebrek van beweeging zyner zeer kleine, door kunst gemaakte, Pupil; ondanks de verwydering derzelve van het middenpunt des oogbols; ondanks de volstrekte afweezigheid van het waterachtig vogt van het oog, en niettegenstaande de vernietiging van de bolle oppervlakte van het Hoornvlies, 't welk, herhaalde reizen door verschillende verzweeringen doorboord, en met witte lidtekens bedekt gebleven zynde, in vier vyfde deelen van zyne oppervlakte, zig een weinig plat bevindt, zelfs in dat gedeelte, dat doorschynend gebleven is. |
|