Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijInstitut National van Weetenschappen en Kunsten.Extract uit de Registers der Classis, in de Zitting van den 11 Messidor, 8ste Jaar, (30 Juny 1800.)
Een Lid, uit naam van de Commissie(*), leest het Rapport, waar van het Uittreksel luidt als volgt:
De Burger demours, Lid van de oude Medicynsche Faculteit van Parys, heeft in de Classis, in een van haare laatste Zittingen, geleezen eene Waarneeming van eene Pupil, welke hy door kunst gemaakt heeft, in een geval van volstrekte blindheid, veroorzaakt door de verduistering van het Hoornvlies, en heeft aan dezelve het voorwerp dezer Waarneeming vertoond, dewelke, zedert drie jaaren, na dat deze Operatie aan hem | |
[p. 20] | |
uitgevoerd is, niet alleen het onwaardeerbaar voordeel geniet, van genoegzaam te zien, om alleen te gaan, maar ook om volmaakt de voorwerpen te kunnen onderscheiden, welke hy nodig heeft te kennen, en met gemak door middel van Cataract-glazen te leezen. Deze Burger had het gezigt verlooren, door eene oogöntsteeking op beide de oogen, waar op verzweeringen der Cornea, uitvloeijing van het waterachtige vogt, eene byna geheele vasthechting van de Iris aan het Hoornvlies, en eene verduistering van het laatstgemelde vlies gevolgd waren, zodanig, dat de doorgang van het licht 'er geheel door belemmerd wierd. 'Er bleef egter eene kleine tusschenruimte over, aan het bovenste en uitwendige deel van het Hoornvlies des linker oogs, welke toeliet, het aangrenzend deel der Iris te zien. De Burger demours heeft gedacht, dat, wanneer hy eene opening hier ter plaatze maakte, het mogelyk zou zyn, den Lyder een weinig gezigt hier door te bezorgen. In gevolge hiervan bragt by een Cataractmesje naar binnen, door de Cornea; vervolgens, langs deze gemaakte wonde, een zeer dunne Schaar, waar van hy een blad gebragt heeft achter de Iris, en het andere voor dat vlies, 't geen maar, zonder aanhechting, tegen de Cornea lag; voorts heeft hy een lapje van de Iris, ter grootte byna van een Zuuringzaadkorreltje, uit het oog weggenomen. Het gezigt was op het oogenblik hersteld, en de door kunst gemaakte Pupil is tot nu toe in wezen gebleven, met dezelfde uitgebreidheid, zonder iets van haare grootte te verliezen. Men had de Iris geopend, in gevallen waar de Pupil geheel gesloten was. Cheselden en janin hebben deze Operatie op verscheide perzoonen gedaan; maar het Hoornvlies was gezond, en niet vastgehecht met de de Iris, en zy hebben dit vlies in zyn midden, vlak tegenover de Lens Crystallina, doorboord; in welke gevallen janin ook altyd eene Cataract gevonden heeft, die hy vervolgens op de gewoone wyze wegnam. In gemelde geval van sauvages, in tegendeel, had het oog geen doorschynendheid behouden; maar het Hoornvlies was met eene zeer dikke vlek bedekt, en 'er was eene byna geheele vasthechting van het achterste gedeelte tot aan het voorste van de Iris; de eenige geringe doorschynendheid, die 'er overgebleeven was, bespeurde | |
[p. 21] | |
men aan een der randen van de Cornea. Men kon daarenboven vreezen, dat eene door kunst gemaakte Pupil, in eene plaats, zoo verre verwyderd van die, welke aan de natuurlyke beantwoordt, van geen groot nut voor den Lyder zyn zoude. Deze moeijelykheden hebben den Burger demours niet te rug gehouden; de laatste, voornamelyk, heeft hem geen aandacht waardig toegescheenen, om dat hy meermaalen gezien heeft, dat de Iris losging in een gedeelte van haaren omtrek, om aan het Cristallyne Lichaam, in de operatie van de Cataract, eenen weg te baanen, wanneer de te zeer gedrukte Pupil zig aankantte tegen den uitgang van dat lichaam, en dat deze nieuwe Pupil zeer wel in stand bleef, en zeer wel tot het gezigt diende. De Classis heeft den goeden uitslag dezer operatie gunstig beoordeeld. In gevolge van dien oordeelen wy, dat zy de Waarneeming, die de Burger demours haar aangeboden heeft, moet aanneemen, bewaaren, en bekend maaken, als inhoudende eene belangryke ontdekking, welke de grenzen der Geneeskunde verre te buiten gaat.
Gedaan in het Nationaale Paleis van Weetenschappen en Kunsten, den 11 Messidor, 8ste Jaar, (30 Juny 1800.)
Was getekend cuvier. sabatier.
De Classis keurt het Rapport goed, en neemt de besluiten daar over aan. Bekrachtigd conform het Origineele. Parys, den 13 Messidor, 8ste Jaar, (2 July 1800.) Was getekend delambre, Secretaris. |
|