Nieuwe Scheikundige Bibliotheek. 9de Stuk. Te Amsterdam, by W. Holtrop. In gr. 8vo. 86 bl.
Behalven eenige beoordeelingen van, en uittrekzels uit Scheikundige, of tot de Scheikunde betrekking hebbende, Werken, komen in dit stuk voor, eene Verhandeling over het maaken van AEther door Zoutzuur, of Zeezoutzuure AEther der Apothekers, door j.b. van mons, gelyk ook Aanmerkingen van denzelfden Schryver over het Galvanismus, of de dierlyke Electriciteit, benevens eene Verhandeling van c. girtanner over het Azote. Om een proefje van dit stuk der Bibliotheek te geeven, zullen wy ons thans bepaalen tot de Aanmerkingen van van mons over de Galvanische vloeistoffe, en daaruit het volgende overneemen.
‘Om het Galvanismus op 't zintuig van 't Gezicht te doen werken, plaatst men een strookje bladtin boven het ooglid, en neemt een stuk zilver in den mond; men brengt deeze twee metaalen in gemeenschap, en men zal voor de oogen een wit licht, eene zoort van weerlicht, gewaar worden.
Hetzelfde ziet men gebeuren, wanneer men tusschen de bovenlip en het tandvleesch, zo hoog als mogelyk is, een staafje van zink plaatst, en op de tong een plaatje zilver legt, of een zilver staafje in een van de neusgaten steekt, en op de tong een stukje goud of zink legt: men ziet, namelyk, dat zelfde dicht voor de oogen verschynen, op 't oogenblik dat de cirkel geslooten wordt, 't zy door de onmiddelyke aanraaking der twee metaalen, of door tusschenkomst van eene andere geleidende zelfstandigheid.
Dit licht wordt nog veel aanmerkelyker, wanneer men den oogbol met een staafje zink bepaalt, en een zenuwagtig gedeelte, dat niet veel bedekt is, door een zilver plaatje raakende, den cirkel door den vochtigen communicateur sluit: zo lang men den cirkel geslooten