De Dood van Abel. Te Amsteldam, by F. Drayer, 1801. In gr. 8vo. 60 bl.
Een Treurspel in vyf Bedryven; een algemeen bekend onderwerp; en dus verwacht de Lezer hier weinig nieuws; en, daar de wereld in dien tyd nog maar zo weinig bevolkt was, weinige handelende personen, en alzo ook weinig afwisseling. Dan men vergist zich, en vindt zich aangenaam verrast; dit gebrek aan menschen wordt vergoed, door reijen van engelen; en deze zingen zo uitmuntend schoon, als de Dichter zelve, wiens poëzy van dien aard is, dat wy waarlyk geloven, dat hy zich in dit vak gevormd heeft naar een of anderen Patriarch uit de eerste wereld, wiens nagelatene poëtische werken hy bezitten zal. De Dichter is waarschynlyk ook in het bezit van een aantal merkwaardige overblyfsels uit die gryze oudheid; althands hy maakt gewag van adams schup, en spade, en ploeg. Waarschynlyk heeft hy ook nog wel een afschrift van het oudste Cyferboek der wereld, waaruit Vader adams kinderen reeds millioenen leerden optellen en berekenen; en denklyk ook nog wel een blad uit onzer aller Vaders Catechismus, waarin de woorden van Apostel paulus, ‘het bloed dat betere dingen spreekt dan abel,’ zekerlyk gevonden werden. De geschiedenis der wereld moet by hem ook hoger klimmen, dan in de H. Schrift; en, by ene twede uitgave van dit Treurspel, verzoeken wy den Dichter, ons (in ene aantekening) enig nader bericht te geven, nopens ‘Gods met heilige zeeghaftigheid gekroonden veldheer vóór adams tyd.’ - De Lezer voelt dus, dat niet alleen dit boekje een aangenaam geschenk is voor den beminnaar van het toneel, maar dat het ook voor den beminnaar der geschiedenis, en der oudheid, aanmerkelyke bydragen moet opleveren.