Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij[p. 337] | |
Algemeene Vaderlandsche Letter-oefeningen.Leerredenen over eenige gewigtige Leerstukken van den Christelyken Godsdienst; dienende teffens tot eene Proeve van eene Bybelsche behandeling der Catechismusstoffen. 4de Drietal. Zondag XXVI, XXVII en XXVIII. Nevens een Aanhangzel, over de 81ste Vrage; en eene Leerrede over 1 Tim. VI:12. Door P.H. van Lis, Predikant te Tholen. Te Utrecht, by W. van Yzerworst, 1801. In gr. 8vo. 180 bl.Dit vierde Drietal Leerredenen, over eenige stoffen uit den Heidelbergschen Catechismus, is in den zelfden trant, als de voorgaanden, behandeld(*). De Eerw. Schryver geeft, in het Voorbericht, te kennen, dat ze hem nog al eenige moeite gekost hebben. ‘Waar ik ook om my heenzag,’ zegt hy, ‘overal bykans ontdekte ik menschelyke stelzels, en byhangzels, en kunsttermen, die my den waaren geest van deze schoone plegtigheden [Doop en Avondmaal] verdonkerden. Ik moest my derhalven enkel en alleen aan den loop myner eigen overdenkingen, of liever aan het geleide des Bybels, overgeeven. Ik nam het N.T. in de hand; - ik bestudeerde dat, zogt my geheel in deszelfs geest en gevoelens te plaatzen, even alsof ik nooit eenige menschelyke schriften, over die onderwerpen, had geleezen, en daaruit dan deszelfs eigen leere, en alzoo de waarheid op te delven; en ziet hier het resultaat,’ enz. Wy durven niet zeggen, dat het leerstelzel, welk zich de Eerw. van lis van de plechtigheden van Doop en Avondmaal vormt, en ook in de Schriften des N.T. meent ontdekt te hebben, geheel vry is van menschelyke byhangzels, die 'er eigenlyk niet toe behooren. Wy hebben het echter, over 't geheel, veel eenvoudiger, en redelyker, en beter samenhangend, dan de meest | |
[p. 338] | |
aangenomen stelzels in het Gereformeerd Kerkgenootschap, gevonden. Wy keuren het ook allezins goed, dat hy zich minder ophoudt met de opzetlyke bestryding van vooroordeelen, en 't geen, zynes oordeels, wanbegrippen zyn, dan wel met eene eenvoudige voordracht der eigene Leere van Jesus en zyne Apostelen, om niemand te ergeren, en geene aanleiding tot lastige geschillen te geeven, terwyl toch, by de ontdekking der waarheid, de dwaaling van zelve moet wegvallen. Nu en dan heeft hy zich genoodzaakt gezien, om, in eenige byzonderheden, van het anders by hem zoo hoog geschat handboek, den Catechismus, te verschillen; en wel byzonder, by de uitlegging van den 28sten Zondag, omtrent den inhoud van het vyf-en-zeventigste Antwoord, (bl. 138, 139) en in het aanhangzel over de een-en-tachtigste Vraag (bl. 160.) Hierover tracht hy zich, in het Voorbericht, te verschoonen, met beroeping op het getuigenis van den Dordschen Kerkleeraar kist, die den Catechismus ook voor een werk van feilbaare Stervelingen heeft verklaard; een werk, dat niet zonder gebreken is, en 't welk daarom niet weinige Hervormden, in stukken, die niet het karacteristieke van hun Genootschap raaken, regelregt tegenspreeken; en met allersterkste betuigingen, dat ook de Hervormden geen ander onfeilbaar gezag, dan dat van Gods woord, erkennen, en alle andere menschelyke schriften daaraan toetzen. Voor een byzonder uittrekzel van den inhoud dezer Leerredenen ontbreekt ons de plaats. Wy voegen 'er alleen by, dat in dezen bundel nog eene Leerrede is ingevoegd, over 1 Tim. VI:12. Zy is gehouden, by gelegenheid der bevestiging van een aantal nieuwe Leden, in de Gemeente van Tholen, alwaar deze plechtigheid van openbaare bevestiging en aanneeming derzulken, die vooraf belydenis van hun geloof afgelegd hebben, tot Leden der Gemeente, altyd, by het houden van Voorbereiding tot het heilig Nachtmaal, plaats heeft. De Eerw. van lis deed, by de behandeling van den 27sten Zondag, aan zyn Kerkgenootschap den voorslag, om zoo iets algemeen in te voeren, waardoor hy zich verbeeldt, dat de weinige statelykheid, waarmede de Hervormden den Kinderdoop bedienen, volkomen zou vergoed worden. Nu geeft hy, in deze Leerrede, eene proeve, hoe men geheel het voorstel, | |
[p. 339] | |
by die gelegenheid, doelmaatig zou kunnen inrichten. Wy beveelen dezelve aan de ernstige overweeging van alle kundige en godvruchtige Leeraaren en Leden van 't Hervormd Kerkgenootschap aan. |
|