De Voogd, Tooneelspel in vyf Bedryven, door A.W. Iffland. Volgends den origineelen Druk vertaald. Te Amsterdam, by J.W. Smit. In 8vo. 186 bl.
Rothenburg, een waarlyk uitmuntend man, is (zo heeft hem de ondankbaarheid gekweld, en zo zeer wordt hy mishandeld door zyne naaste bloedverwanten) menschenschuw geworden in den volstrektsten zin; en ieder, die hem niet kent, wordt natuurlyk tegen hem vooringenomen, en op hem verbitterd. Zyne Pupil, de beminnelyke louize senden, kent hem in zyne waarde, gevoelt jegens hem innig medelyden, dankbare liefde, en eerbiedige hoogachting; in zo verre zelfs, dat zy hem nooit verlaten, hem zeer gaarne huwen, en iederen minnaar, om zynentwil, afzeggen wil. De Overste brand, een origineel en achtingswaardig man, vraagt om hare hand, voor zynen Zoon. Juist nu is gräber, de Zwager van ro-