Tweede en laatste Brief aan den Rustenden Leeraar J. Kramer, ter beantwoording van zyn Wel Eerw. kort en zedig antwoord, geplaatst in het Mengelwerk van de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen, voor het Jaar 1800, No. XV, bladz. 641-644. Door J. Klinkhamer, Rustend Leeraar. Te Alkmaar, by C. Molkman. In gr. 8vo. 14 bl.
't Geen ons in deezen Brief, loopende over het den Leezeren van onze Letteroefeningen bekende geschil, tusschen twee rustende Kerkleeraars van het Hervormde Genootschap, best beviel, is de bescheidenheid, met welke dezelve is geschreeven; iets, hoe welstandig in lieden van hunne Orde, 't welk tusschen geschilvoerende Godgeleerden niet altyd wierdt in agt genomen. Te regt zegt de Eerw. klinkhamer, dat dit schryven het laatste aan zynen Medebroeder, over dit onderwerp, zyn zal, ‘omdat ik (schryft hy) voorzie, dat wy, den staat des verschils uit het oog verliezende, in byzonderheden zouden kunnen koomen, die tusschen Medebroeders haatlyk zyn, en waardoor wy de grenzen van bescheidenheid, die ik zoo gaarne in het oog wil houden, zouden te buiten gaan.’ Voor 't overige hebben wy in deezen Brief niets gevonden, 't welk over den staat des geschils nieuw licht verspreidt, of ter wederlegginge van het gevoelen van den Eerw. kramer kan dienen. Indien de onderstelling van Do. klinkhamer gegrond zy, mogt hy, naar ons inzien, den Eerw. kramer met reden gispen, dat dezelve, naa een reeks van jaaren het gemeene gevoelen der Hervormden geleerd te hebben, eerst naadat hy zynen post hadt neergelegd, zich tot een meer gezet onderzoek heeft begeeven. Met dat alles kan het ook ligt het geval van den Eerw. kramer geweest zyn, dat hy, in ryper jaaren, zwaarigheden heeft ontmoet in een of ander Leerstuk, waaromtrent hy, by het aanvaarden van zynen post, geenen twyfel voedde. Want welk Leeraar durft zich vermeeten, geduurende den loop zyner Akademie-jaaren, de geheele waarheid gevat te hebben? Onder de verdere bedenkingen in deezen Brief zyn ons eenigen voorgekoomen, die van woordenvitterye niet geheel kunnen vrygesproken worden; hoewel wy tevens erkennen, dat