Eenvouwig Verhaal van het voorgevallene tusschen de wettige Vertegenwoordigers der Herstelde Luthersche Gemeente, en de Leden der Consistorie en Algemeene Kerkvergadering, enz. Alom, in gr. 8vo. 29 bl.
De zich noemende Wettige Vertegenwoordigers der Herstelde Luthersche Gemeente (te Amsterdam) geeven, in deze bladen, aan die Gemeente eenig verslag van geschillen, die in dezelve al wederom moeten ontstaan zyn, over een, zoo 't schynt, nieuw ingevoerd Geloofsbelydenis-Boek, waarover eenige Leden der Gemeente zich in zeker Verzoekschrift hebben bezwaard, en waaruit derzelver Vertegenwoordigers ook gaarne eenige woorden, die zy meenen dat met de onveranderde Geloofsbelydenis der Lutherschen volstrekt stryden, wilden weggenomen hebben, zonder dat echter de Kerkeraad (het Consistorie) daarin heeft gelieven te bewilligen; en van andere hooggaande oneenigheden, die voorzeker deze Gemeente (van haaren Tempelbouw af, zoo als de Steller van dit Eenvouwig Verhaal zich, blz. 6, uitdrukt, een droevig voorbeeld van oneenigheid met zich zelve) geenzins tot eere verstrekken, en waarvan men nog al meer droevige gevolgen, met huivering, moet te gemoet zien, zoo lang onkunde en misverstand, met onbezonnen yver, aldaar den meester blyven speelen. Door inschikkelykheid en bescheidenheid zal men, in allen gevalle, meer, dan door styszinnigheid en heftigheid, winnen. De goede zaak des Christendoms wordt althans niet, door kyven en schelden, bevorderd.