regt bruikbaar, en gemeennuttig voor oprechte Christenen van allerlei Kerkgenootschappen. Die niet te veel gehecht zyn aan hunne eigene wyze van uitdrukking en verklaaring der bybelsche gezegden, kunnen by de woorden van den Schryver genoeg denken. Zy vinden hiertoe overal ruime stoffe en allergeschiktste aanleiding.
De Vertaaling is ons zeer goed bevallen. Hier en daar is daarby gebruik gemaakt van eenige gepaste Gezangen, door den kundigen lublink, de Jonge, vervaardigd, en, voor eenigen tyd, aan zyne vrienden in druk medegedeeld, die de Eerw. reiche, in de plaats van eenige in 't oorspronkelyke ingevoegde vaarzen en Godsdienstige gezangen, niet kwalyk te passe gebragt heeft.
Zie hier, tot eene proeve van den schryf- en denktrant van veillodter, een klein gedeelte der aanspraak aan jonge Christenen, by hunne eerste viering van het H. Avondmaal:
‘Vertoeft nog eenige oogenblikken, eer Gy, met eede, de geloften van vroomheid en liefde zweert, Gy nieuwe medegenooten van ons geloof, Gy, welken dankbaarheid en verlangen naar versterking in onzen kring bragten. Wy neemen U op in onze gemeenschap met heilige liefde; wy aanbidden God, die U voor dit zalig tydstip deed ryp worden; wy gevoelen, met U, den zegen van deeze oogenblikken. Mogt Gy nu ook gantschelyk al het gewigt van deezen stap, de heiligheid der geloften, die Gy bereid zyt om af te leggen, en de ernstige verplichtingen, die Gy daardoor op U neemt, erkennen, ten einde deeze oogenblikken beslissend mogten worden voor uwe kracht ter deugd, geduurende uw geheele leven, en eenmaal voor uwe gerustheid in de uure des doods - dit, dit is onze vuurige wensch, dit smeeken wy voor U, welken God nu nader met ons vereenigt. Erkent, Geliefden! en gevoelt, wat de eerste viering van Jezus dood voor zyne getrouwe vrienden is; welke veranderingen dit tydpunt in hun moet voortbrengen; welke heilige verplichtingen het feest der gedagtenis van den Godlyken oplegt, van Hem, die reine deugd leerde en uitoeffende; welke uitzichten zich thans voor U, als meer gevormde menschen, openen, en voor welke hoogere zaligheden Gy nu, op het pad der verlichting, welke Jezus Christus verspreidde, vatbaar kunt worden.’