Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1801
(1801)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Veldtocht van Buonaparte in Italien, gedaan in het VIII Jaar der Republiek, en zamengesteld uit de aantekeningen van een Stafofficier in het Reserveleger, door den Burger Foudras. Naar het Fransch. Te Haarlem, by A. Loosjes, Pz., 1801. In gr. 8vo. 120 bl.De Veldtocht van den Generaal buonaparte in Italien, geduurende het Vierde en Vyfde Jaar der Fransche Republiek, hebben wy onzen Leezeren doen kennen(*). Hoe weinig waarschynlykheids 'er zich opdeedt, om dien Held, wiens Krygsbedryven in Egypte eene geruime wyle de aandagt bezig hielden, weder in Italie aan te treffen, om daar nog grooter Heldenwonderen, dan voorheen, te volvoeren, ontmoeten wy hem egter, uit het Oosten ten onverwagtsten wedergekeerd, op dien Grond, en zien hem als Eersten Consul zegevieren. Van deeze Krygsbedryven getuigt dit Boekdeeltje, opgesteld door een Bewonderaar en Volger van buonaparte, blykens het Berigt van den Franschen Uitgeever. | |
[p. 184] | |
In de Inleiding schetst hy ons den hachlyken staat der Fransche Republiek in het zevende Jaar (1799), en buonaparte's wederkomst uit Egypte, om dezelve te redden, terwyl het zich van Vyanden omringd, en in Italie verre van gelukkig bevondt. ‘In deezen toestand van zaaken,’ om met 's Schryvers woorden te spreeken, ‘riep buonaparte den Minister van Oorlog, berthier, die vervolgends zoo waardiglyk door carnot vervangen werd, tot zich, en ontworp dat uitgebreide Plan met hem, dat lang Europa en de nakomelingschap verbaazen zal. Onder zyne bevelen, en binnen een zeer kort tydperk, werd 'er een talryk Leger te Dijon verzameld; vermaarde Generaals begaven zich van alle kanten derwaards; hy zelf, na alles georganiseerd, na alles binnen Frankryk herschapen te hebben, vertrekt naar deeze Stad, terwyl hy alle menschen in het leevendigst ongeduld laat, omtrent het welslaagen der groote, maar onbekende ontwerpen, die men in hem veronderstelde. - Van dit punt zullen wy deeze Geschiedenis beginnen; wy zullen stapswyze de beweegingen van het Reserveleger volgen, sedert deszelfs vertrek van Geneve tot de volkomene verovering van Italien, en de terugkomst van buonaparte te Parys; wy zullen ons verhaal met belangryke onbekende zaaken doorzaaijen; de byzonderheden der Krygsverrigtingen zullen ons aangeschaft worden door officieele, of ook door niet officieele, maar echter geloofwaardige berichten; wy zullen den weg volgen, dien de verschillende Corpsen der Armée zyn ingeslaagen, op de manier van Reizigers, die met aandacht de wonderen van kunst en natuur gadeslaan; wy zullen bovenal dien zoo befaamden Tocht over den St. Bernardsberg doen kennen, - een overtocht, die zelfs niet zwicht voor den zoo vermaarden Tocht over de Alpen door hannibal. Wy zullen eindelyk trachten, zoo klaar en zoo net te zyn, als de uitgestrektheid en het gewigt van het onderwerp, dat wy gaan behandelen, ons zullen toelaaten.’ Meesterlyk heeft de Burger foudras deeze zyne opgenomene taak volvoerd. Zyn schryftrant heeft veel uitlokkends en inneemends. De voeglyke afdeelingen, welke het verhaal deezes Veldtochts onderscheiden, bieden den Leezer zo veele rustplaatzen aan. Schoon het | |
[p. 185] | |
hoofddoel Krygsverrigtingen blyft, wordt het afgewisseld door berigten van eenen anderen aart, die ons den grond, waarop dezelve voorvielen, en de plaatzen, die ten tooneele verstrekten, doen kennen. Ten deezen opzigte is dit Verhaal zeer onderscheiden van dat des voorigen Veldtochts, goeddeels uit een Dagverhaal bestaande. Met herhaald genoegen hebben wy dit Werkje herleezen, en met staag vernieuwde verwondering een Veldtocht naagegaan, die de verwondering der Eeuwen zal wegdraagen. Om 'er iets uit over te neemen, verkiezen wy twee korte Afdeelingen. Eerst was ons voorneemen, het Gastvry Klooster van den St. Bernardsberg - zo schoon - te plaatzen; doch het was te uitvoerig. | |
‘Intrede der Franschen in de Vestingen.Uit kragt der voorwaarden van den Wapenstilstand, werden de Vestingen van Tortona, Turin, Alexandrien, Milaan, Coni, Ceva, Savona, Pizighitone en Genua achtervolgens bezet door Fransche Troepen, op bepaalde tydperken, en de Oostenryksche Armée trok in drie kolommen terug op Mantua. Alleenlyk wilden de Engelschen, geholpen door twee Verraaders(*), eenige verhindering te weeg brengen in de Overgaaf van Genua, waarvan zy de Haven nog in bezit hadden; maar de Oostenryksche Generaal, Prins van hohenzollern, noodzaakte hen, door zyne kloekmoedigheid, om weder zee te kiezen, het geen zy al raazende deeden.’ | |
‘Uitwerkzelen van deezen Veldtocht.De Uitwerkzels van deezen Veldtocht, zoo kort als luisterryk, waarvan men den gelukkigen uitslag alleen te danken heeft aan den moed onzer Soldaa- | |
[p. 186] | |
ten, aan het vernuft van buonaparte, en aan de talenten zyner Generaals, stellen te onzer beschikkinge het Ligurische, Piemonteesche en Cisalpynsche Grondgebied; 15 Vestingen van de eerste en tweede Linie; meer dan 2000 stukken Kanon; 2 millioen Kardoesen; 25000 paar Laakens; 40000 Snaphaanen, nieuw en oud; 21000 Gevangenen; 12000 Zieken en derzelver Hospitaalen; twee of drie Flottilles op de meiren; Mond- en Oorlogsbehoeften voor een Leger van 100000 man, voor een half jaar; onmeetelyke Magazynen; Bagages van allerlei soort, en boven dat alles, zeer waarschynlyk, den Vrede.’ Deeze weeten wy, dat daarop niet gevolgd is, maar naa eenen nog hevigen, schoon korten stryd, bevogten. Immers, terwyl wy dit schryven, worden wy verrast door den Vrede, den 9 Feb. 1801 getekend. Heil zy deezen dag! Heil den Bewerkeren van denzelven! Heil den Vaderlande! Wy kunnen dit Boekdeeltje niet ter zyde leggen, zonder nog te vermelden, dat wy daarin aantreffen zeer keurige narigten van den Generaal desaix, die, weinige uuren naa den Slag van Montebello, uit Egypte, by het Hoofdkwartier te Broni aankwam, met verrukking door den Eersten Consul en de geheele Armée ontvangen, en tot Luitenant-Generaal aangesteld werd; - een Held, door de Oostenryksche zo wel als Fransche Soldaaten, met den bynaam van een onbevreesd en onberisplyk Krygsman bestempeld; en die het leeven liet in het beslissend oogenblik der Overwinninge, tot welker behaalen hy zo veel toebragt. Dit Leevensverhaal schetst ons dien waarlyk grooten Man, en aldus zyn uiteinde: ‘Reeds heeft de Zon, die den zegepraal der Franschen en de neêrlaag der Oostenrykers moet verlichten, aan den Horizont gescheenen; de overwinning zal schitterend weezen; maar zy zal de prys zyn van den hardnekkigsten moed. De stryd begint met leevendigheid en vervolgt met verbittering. De Franschen worden viermaal terug gedreeven, en viermaal rukken zy voorwaards; evenwel men moet eindelyk de Overwinning verzekeren. De Eerste Consul neemt, te midden van het leevendigst vuur, 'er het gunstigst oogenblik toe waar, en vernieuwt de krygsdeugd van den Soldaat. Aanstonds vliegt desaix in het midden der Vyandlyke Baaillons, en de Reser- | |
[p. 187] | |
ve, die hy gebiedt, rukt 'er op in met de Bajonet. De Divisie van boudet volgt deeze stoute beweeging, en het geheele Leger nadert onder het slaan van de trom. De Slag wordt verschriklyk, maar, ô smert! Desaix wordt door een doodlyk lood getroffen, op het oogenblik zelve, waarop zyne poogingen de zege beslissen; en deeze Held, wiens Krygsbedryven Europa en Africa roemen, eindigt zulk een schoone loopbaan onder het uitbrengen van deeze woorden: Gaa, en zeg den Eersten Consul, dat ik sterf, met beklag, dat ik niet genoeg verrigt heb, om by de Nakomelingschap te leeven! - Neen,’ laat 'er de Schryver van deeze Narigten op volgen, ‘deeze onbillyke voorspelling zal niet vervuld worden; de gedachtenis der Krygsbedryven van desaix zal niet vergaan; en zyne laatste woorden zullen enkel aan de nakomelingschap getuigen, dat niets zyne dapperheid en talenten evenaart, dan zyne zedigheid.’ |
|