Dochter te Parys. 30. De jonge Wilde huwt Georgette. (Die aanzienelyke Heer was haar Vader; men had reeds pardon voor hem in Londen bewerkt; en de brief, dien hy aan Mylord Stingel overgaf, hield in, dat hy ook uit den dienst ontslagen was.)
Hoezeer ons sommige aanmerkingen, met opzicht tot den zedelyken toestand des menschen, beschouwd als in den natuurstaat en in de maatschappelyke zamenleving, vry wel bevallen, komt het geheel ons weinig belangryk voor; en dat te meer nog, omdat het gedrag van den jongen Wilden zeer buitensporig is, en ons maar weinig of niets blykt van zyne verbetering: het doet ons leed, dat de deugdzame Georgette een echtgenoot in hem erlangt, die haar zo weinig waardig is. Vele byzonderheden in het verhaal hangen zeer gedrongen zamen: zo wordt, b.v. gezegd, dat Georgette, zich in een bosch, door vermoeidheid afgemat, bevindende, achter op een snel voorbygaand rytuig klimt, doch niet weer afklimmen kan, als zy bevindt dat hetzelve den gemenen weg verlaat; en echter komt ons dit laatste gemakkelyker voor dan het eerste. Vervolgends, schoon het verhaal, bl. 28, zegt, dat zy zich door mannenklederen vermomd had, komt zy in de vierde Afdeling weder, voor 't uiterlyke als meisje, voor; immers wordt door ene andere ten haren opzichte, bl. 55, gezegd: zy slaapt, enz.; en echter is hier niet gemeld, dat zy hare mannenklederen met een vrouwlyk gewaad verwisseld heeft. De komst van Coral in een Nonnenklooster, in de kast van ene harp, en het geen daar verder verhaald wordt, bl. 123 van het twede Deel, is tastbaar ongerymd, en zyn reisje in de koets van den Baron, bl. 148, al mede vry zonderling. Wy konden meer zeggen, maar het gezegde zal wel genoeg zyn. De Vertaler zal zeker dit alles willen goedmaken met het Fragmentisch en Poëtisch, en den afgebroken dichterlyken styl, waar van hy in zyn Voorbericht voor het twede Deel melding maakt; doch wy vermanen hem wel ernstig, dat hy zich toch ook een weinig toelegge op Godgeleerdheid, Wiskunde, Taalwetenschap, of een ander dergelyk penibel vak, zo als hy zich
verkiest uit te drukken; hem verzekerende, dat zulk soort van oefening den goeden smaak in de daad niet nadelig is.