| |
Byzonderheden wegens de kwakers in Noord-Amerika. Door den Heer Petit-Radel, Arts.
Indien 'er een geloof zy in leerstellingen, meest bevoegd ter bevorderinge van het geluk der menschen, 't welk ieder lid der zamenleevinge handhaaft in die wederkeerige afhanklykheid, waarin hy ten algemeenen beste zich moet bevinden, 't welk de eenvoudigheid met de betragting der deugden verbindt, die men immer moet bedoelen, wanneer men met zyns gelyken te doen heeft, even zeer als wanneer men alleen aan zich zelven rekenschap van zyne daaden is verschuldigd, 't is, ongetwyfeld, het geloof, welk de Kwakers by hunne eerste opkomst beleeden, en waar van nog heden de zulken onder hen belydenis doen, die aan hunne vroegste inzettingen getrouw zyn gebleeven. Deeze waardige vereerers van de hoogste Majesteit, zich meer toeleggende op de beschouwing van haare magt, dan op den eer- | |
| |
dienst, met welken anderen meenden haare weldaaden te moeten betaalen, stelden, by hunne vereeniging, niets op prys, dan een rein geweeten en het vlytig toeleggen op daaden van goedwilligheid. Van hier dat de schitterende metaalen, wier nieuwe aanwinst het bloed van zoo veele slagtofferen in de Nieuwe Waereld deedt stroomen, hunne Vergaderplaatzen niet versierden. Tafereelen zag men 'er niet, in welke het penseel, de Natuur naabootzende, den praal eens harssenschimmigen Godsdiensts vertoonde, welken elke eeuw met eenige voorvallen hadt vermeerderd, dikmaals ook met leugens, over welke de onkunde of het belang naar goeddunken beschikte. Op uitgeleezen marmer vervaardigde de beitel voor deeze gewyde plaatzen die bestudeerde houdingen niet, welke onze beelden versieren, en hen met alle de kieschheid, voor welke zy vatbaar zyn, bezielende, hun het leeven niet schynt te geeven, dan om in de ziel des aanschouwers denkbeelden te doen ontstaan, aan de gelegenheid kwalyk voegende. Volgens de voorstanders van dit geloove, waren deeze tempels, met alle hunne sieraaden, minder het huis eens Gods, dan een tooneel van kwakzalvers, beter geschikt om de onkunde te misleiden, dan om tot den
eerbied by te draagen, welken ieder mensch aan het Hoogste Weezen moet betoonen. Alle plegtigheden als nutteloos, zelf als belachelyk aanmerkende, hadden zy geene Leeraars, geene Geestlykheid. Wanneer zy godsdienstig vergaderd waren, rees elk geloovige, die den leevendmaakenden Geest van omhoog ontving, overeinde, bedagt zich een oogenblik, en openbaarde aan anderen, 't geen hem was ingeblaazen. En wanneer de overtuiging de zulken kragtdaadig roerde, wier beginzel van gewaarwording ligtelyk in beweeging kon gebragt worden, zag men dikmaals, dat elk van hun, naar gelange van zyn gestel, de Vrouwen in 't byzonder, van stuiptrekkingen bevangen wierden, van langer of korter duur, van meerdere of mindere hevigheid. De naam van Kwakers of Beevers heeft hier van zynen oorsprong ontleend.
Dit Geloof, welk Duitschland tot wieg hadt, deedt zich kennen en verkreeg nieuwe sterkte te Londen en in verscheiden Steden van Engeland, en won aldaar veele aanhangers, die, vervolgd wordende, omdat zy volstandig bleeven weigeren, aan de Engelsche Geestlyk- | |
| |
heid Tienden te betaalen, penn verzogten, hen te willen aanneemen onder de geenen, die hem na de Nieuwe Waereld moesten verzellen. Het beleid des Opperhoofds van de op te richtene Volkplantinge diende ten hinderpaal voor hun verlangen. Doch een verstandig vooruitzigt deedt hem in het aanzoek van een tweeduizendtal dier lieden bewilligen; en dit berouwde hem niet, toen hy onder die Gezinte alle de hulpmiddelen aantrof, welke zyn ontwerp moesten begunstigen in de landen, welke de Engelsche Regeering hem in eigendom hadt afgestaan. Deeze eerste Volksverhuizing wierdt welhaast gevolgd van eene tweede, en spoedig van meer andere; die, hunne hulpmiddelen medebrengende, te gader met de strengheid hunner grondbeginzelen, nevens eenige andere in Engeland vervolgde Godsdienstige Aanhangen, in de kosten droegen, die tot het leggen van de eerste grondslagen der Stad, welke zy zouden bewoonen, vereischt wierden, en die zy, met gemeene toestemming, de Stad der Broeder-Vrienden (Philadelphia) noemden. Zyn plan beraamde penn indiervoege, dat zich in het middenpunt de Eikenboom vertoonde, onder welken hy, met de Wilden, het Koopverdrag van zyn grondgebied hadt gesloten. Ik heb dien zeer zwaaren boom gezien; hy staat in de Chesnut-street (Hazelnooten-straat), voor een burgerhuis, welks bewooner voor denzelven eene godsdienstige zorge draagt. Veel sterker, naar evenredigheid, was de toevloed der Kwakers na Philadelphia, dan van alle andere Gezinten. De strengheid hunner grondbeginzelen en zeden, en hun inneemend karakter, bezorgden hun de achting en vriendschap van william
penn en van alle zyne aanhangers; 't welk ten gevolge hadt, dat zy met een aantal ampten en bedieningen bekleed wierden, die in geene betere handen konden vallen. Naadat deeze wyze Wetgeever eene Constitutie hadt vastgesteld, volgens het Oktrooi, hem vergund, en naadat de opkoomende Volkplanting dezelve eenpaarig hadt aangenomen, vergenoegden zich de Kwakers, geene posten kunnende bekleeden, die eenen Eed vorderden, met het waarneemen van de zulke, die op de oeffening van weldaadigheid betrekking hadden. Van de Wetgeevende Vergadering wierden zy niet uitgesloten; doch wanneer omtrent het een of ander belofte of verzekering moest gedaan worden, vergenoegde men zich met hun op hun woord te gelooven. De onge- | |
| |
stoorde vryheid van Godsdienstoeffeninge, welke de Kwakers in de nieuwe Volkplanting genooten; de voorspoed, welke alle hunne onderneemingen verzelde; het gunstig gerugt, welk deswegen zich wyd en zyd verspreidde: dit alles deedt hun telkens nieuwe Volkplanters toevloeien, die niet slegts Pennsylvanie, maar ook de Staaten van Delaware, de Westkust van Nieuw-Jersey en de Provincie Nieuw-York bevolkten. Koophandel is de heerschende neiging der Kwakers. Doch vermits die leevensstand geene gepaste hulpmiddelen vondt in een nieuw land, alwaar alles van den grond af moest opgehaald worden, wierden veelen van hun Landbouwers, een groot aantal Molenaars, en nog meer, hunne oorspronklyke neigingen niet geheel kunnende vergeeten, Makelaars.
De Kwakers, door den geest van menschlievendheid bewogen, die hen immer bezielde, waren de eersten, die by het Moederland om een Wetboek aanhielden, 't welk de doodstraffe verminderde, zoo algemeen voordat de Regeering het besluit hadt genomen, een groot aantal misdaadigen na Botany-Baai te zenden. Zints de erkentenis van de Onafhankelykheid van Amerika, wierden zy in staat gesteld om hunne inzigten, ten dien opzigte, beter te volgen. Hunne herhaalde aanzoeken hadden eindelyk ten gevolge eene herziening van het Lyfstraffelyk Wetboek, in het Oktrooi vermeld, aan penn door Koningin anna vergund. Niet weinig wierden zy hierin geholpen door de beginzels, welke, in de opkoomende Staaten, het onschatbaar Werk van beccaria, omtrent deezen tyd in Europa in 't licht verscheenen, deedt ontwikkelen. Ten langen laatste gelukte het hun, de doodstraffe te doen bepaalen tot manslag, vrouwenkragt, brandstigting en verraad; veel was dit in het tegenwoordig tydperk. Ongevoelig gingen zy verder, indiervoege dat zy de Wetgeevende magt overhaalden tot het maaken van eene nieuwe verbetering in het Lystraffelyk Wetboek, by eene Akte van den vyfden April des jaars 1790, welke de eerste straffen afschafte, en dezelve door openbaaren arbeid, geldboeten en gevangenis deedt vervangen. Eene vierjaarige ondervinding was genoeg om de hooge Regeering van den goeden uitslag deezer veranderinge dermaate te overtuigen, dat zy, zonder den afloop des tydperks, door de Wet bestemd, af te wagten, in de maand April des jaars 1794 eene Akte uitgaf, die de doodstraffe over alle misdaaden afschafte, uitgezon- | |
| |
derd de misdaad van voorbedagten manslag, door middel van vergif of anderzins gedaan.
Niet te vergelyken zyn de Volksverhuizingen in de Noordlyke Volkplantingen, in de Vereenigde Staaten van Noord-Amerika, wat het oogmerk aangaat, met die op onze (Fransche) Eilanden, in de Oostersche Volkplantingen en in de Oost-Indiën plaats hebben. Hebzucht voert den Europeaan na de laatstgenoemde oorden; hy zet 'er voet aan land, voorzien van geringen eigendom, of van brieven van aanbeveelinge, welke hem tot zyne eerste vestiginge dienen. Indien hy wys zy en van elders hulp ontvange, krygt hy, binnen korten tyd, middelen in handen, die hem tot een ryklyk, zomtyds tot een schitterend fortuin, den weg kunnen baanen. Berooidheid, daarentegen, mangel aan bloedverwanten, volslagene onbekwaamheid om in eenigerlei werk gelukkig te kunnen slaagen, noodzaaken de anderen, om aan allerlei voorslagen, die hun gedaan worden, het oor te leenen, mids men vooraf den dringenden eisch des hongers in hun voldoe. Van hier dat, jaar op jaar, Amerikaansche en Hollandsche Kapiteinen een goed aantal deezer ongelukkigen uit Zeeland, Holland, Schotland en Ierland afhaalen, en na de voornaamste havens der Vereenigde Staaten overvoeren, alwaar de landzaaten de zulken, die hun best voegen, in hunnen dienst verbinden. Met stilzwygen gaan wy voorby het onderzoek, welk omtrent de vrouwelyke sexe geschiedt, 't welk niet kan nalaaten de eerbaarheid te kwetzen, wanneer het te verre wordt uitgestrekt. Men sluit den koop met den Kapitein, die ze veilt, eveneens gelyk een Negerhandelaar aan eenen Volkplanter een bewooner van Mozambique of van de Kust van Angola verkoopt. De voorwaarden worden in geschrift gesteld by eenen Alderman, die den tyd bepaalt, welken de elendeling by den geenen, die hem neemt, moet vertoeven, als mede waar toe deeze zich omtrent den eersten verbindt. De Kapitein ontvangt den bedongenen prys voor vragt en kost van den man of de vrouw, welke hy aan boord hadt genomen. Al deeze toevoer van rampzaligen voorziet de groote Steden van
mannelyke en vrouwelyke dienstboden, die de losbandigheid in de huizen overbrengen of vermenigvuldigen, of zich ten platten lande verspreiden. Zy neemen dienst by bouw- of akkerlieden, en vullen alzo het mangel aan, door de jaarlyksche sterfte aan ziekten of andere
| |
| |
toevallen veroorzaakt, die, meer dan elders, den grond van Noord-Amerika ontvolken.
De eersten waren de Kwakers, die tegen de misbruiken van zulk eenen handel de stemme verhieven. Doch de Regeering, de noodzaaklykheid gevoelende, om, door alle mogelyke middelen, een land te bevolken, welk dag aan dag kaaler wierdt, was doof voor alle hunne vertoogen. Al wat zy konden verwerven, was, dat de kooper zich verpligtte, de zulken, die zich aldus voor eenen tyd aan zynen dienst verbonden, te leeren leezen en schryven; en ten deezen opzigte hadden de verbondenen geene beter voorspraaken dan de Kwakers, om, in gevalle van geschil, hunne zaak te bepleiten. De geest van orde, de naauwkeurigheid en de eerlykheid, kenbaar geworden in alles wat het bestuur van armengelden betreft, de Kwakers boven burgers van andere godsdienstgezinten ten allen tyde hebbende doen uitmunten, was zulks eene voldoende reden, om hunner zorge toe te vertrouwen het bestuur van Hospitaalen, Verbeterhuizen, Gevangenissen en andere plaatzen, alwaar de elendeling, tot heelinge van zyne smarten, den heilzaamen balzem der vertroostinge wagt. In 't laatst van den Jaare 1793, wanneer de geele koorts, alle haare woede te Philadelphia uitoeffenende, van de kranken alle de zulken verwyderde, die hun eenige hulp zouden hebben kunnen toebrengen, wanneer elk een, slegts voor zich zelven zorgende, de Stad verliet, zyne bloedverwanten en vrienden aan hun rampzalig lot overlaatende, deelden de Kwakers, menschlievender dan de anderen, in het algemeen gevaar. De Regeering, het aanleggen van Barakken, aan den oever van de Schuylchill, buiten de Stad, bevolen hebbende, om de toevloeiende kranken aldaar te ontvangen, waren deeze hunne hulp- en redmiddelen eeniglyk verschuldigd aan de gestadige oppassingen der Broederen, die hen van alles verzorgden, aan hunnen toestand voegende.
Maar indien de Kwakers dus ter hulpbetooninge dienstvaardig zyn jegens de zulken, die in godsdienstige begrippen van hun verschillen, is het te denken, dat de zelfde geest nog meer hen zal bezielen omtrent leden van hunne eigen gezinte. En in de daad, allen bieden elkander over en weder bystand; en tot hunnen lof mag gezegd worden, dat men zelden eenigen van hun de aangegaane verbintenissen ziet schenden. Zy leenen elkander geld tot eene maatige rente, en houden aldus
| |
| |
de zulken staande, die in het geval zyn zouden van eene bankbreuk te maaken, of door stilstand van betaalinge hunne Gezinte te schandvlekken. Intusschen heeft men barclay, Voorzitter van de Bank der Vereenigde Staaten, in den Jaare 1797, eene bankbreuk zien maaken van tweemaalhonderdduizend dollars; doch dit te kortkoomende wierdt spoedig door de Broeders aangevuld, en het Genootschap leedt des geene schande.
Meer dan men zich kan verbeelden nadeelig was de oorlog, die aan Amerika de vryheid bezorgde, voor de grondbeginzelen der Kwakers. Dezelve deedt eene scheuring onder de broederschap ontstaan, tusschen de geenen, die zich vasthielden aan het oude geloof, en de zodanigen, die van hetzelve waren afgeweeken, 't zy door verslapping in den Eerdienst, 't zy door het aanneemen van posten in het Leger: iets, 't welk tegen de strengheid hunner grondbeginzelen aanloopt. Van hier dat zy, in onderscheiding van de overigen, Vrye Kwakers genoemd wierden. Hunne kleeding is een weinig sierlyker; hun kapzel is meer in den hedendaagschen smaak; zy hebben knoopen op hunne klederen, zomtyds zelf van metaal; zy verschynen in de schouwburgen en in openbaare gezelschappen, bezoeken de vergaderplaatzen der andere Broederen niet, of indien zy het doen, worden zy als vreemdelingen aangemerkt, en ter bywooninge van de maandlyksche zamenkomsten niet uitgenodigd. De grondbeginzels der Kwakers brengen mede, zich nimmer met den oorlog te bemoeien, en, onder welk voorwendzel ook, geene wapens te voeren. Zelf weigeren zy geld te geeven, welk van hun ter dier zaake zou kunnen worden afgevorderd. Nogthans wanneer zy daar toe genoodzaakt wordende, de somme, op welke zy geschat zyn, hun wordt aangekondigd, luidt hun eerste antwoord, dat zy het niet zullen geeven. Doch gelyk zy nog niet zo vast op hun stuk staan als onze vroegste Martelaars, leggen zy op de tafel eene grooter somme, dan van hun geëischt was; den geldheffer tevens te gemoet voerende: ‘Nooit geeven wy iets tot den oorlog; doch naardien gy de sterkste zyt, kunt gy neemen zo veel gy wilt.’ Door deezen maatregel maaken zy geene inbreuk op hunne leerstellingen, en voldoen aan den wensch der Regeeringe.
(Het overige in ons volgend Stukje.)
|
|