Uittrekzel uit de waarneemingen van Gaspar Monge, aangaande de fontein van Moses.
Vier uuren gaans, ten Zuiden van Suez, op den Westkant der Golf van dien naam, vindt men de bronnen, de Fontein van Moses genoemd: een naam, die, volgens de aanmerkingen van den geleerden Schryver, niet ouder is, dan de invoering van het Christendom in deeze Gewesten, 't geen ook toepasselyk is op de meeste benaamingen van verscheidene andere aanmerkenswaardige plaatzen in deeze landstreeken.
Het water van deeze bronnen is wel iets ziltig, maar desniettegenstaande van groot nut voor de Karavaanen. Voorheen was deeze thans woeste oord sterk bewoond, en men vindt 'er nog de overblyfzels van een groot pakhuis, waarschynelyk gebouwd in die dagen, in welke de Venetiaanen hier hunne vlooten uitrusteden, om naar Oost-Indiën te vaaren.
Behalven het belangryke deezer bronnen, met betrekking tot de Geschied- en Aardrykskunde, leveren zy insgelyks een aanmerkelyk waterweegkundig verschynzel op, door monge op de volgende wyze beschreeven en verklaard.
De verschillende Bronnen, met elkander de Fontein van Moses uitmaakende, zyn agt in getal, en worden alle gevonden op de toppen van zo veele heuveltjes, die boven, in de gedaante van een omgekeerden kegel uitgehold, een bekken maaken, waaruit het water van elke bron, langs de kegelagtige oppervlakte der heuveltjes, door natuurlyke riooltjes, naar beneden loopt. De hoogte deezer heuveltjes is verschillende, zynde het aanzienlykste ongeveer veertig voeten hoog boven de oppervlakte van den grond; doch de bron van dit hoogste heuveltje is reeds voor langen tyd uitgedroogd, en het bekken met zand gevuld, waarin men nog de overblyfzels vindt van een hoogen Dadelboom, die daarin gegroeid, en vervolgens door de Arabieren is afgehouwen.
Het schynt ons niet bezwaarlyk, den oorsprong te verklaaren van de heuveltjes, uit welker toppen deeze bronnen afstroomen. Het vogt, 't geen het water eener bron in de rondte verspreidt, onderhoudt aldaar een