Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 528]
| |
Uittrekzel eener reize rondsom de wereld, in de jaaren MDCCLXXXV, MDCCLXXXVI, MDCCLXXXVII en MDCCLXXXVIII, door J.F.G. de la Pêrouse. Uitgegeeven volgens besluit der nationaale vergadering van den 22 van grasmaand 1791, door M.L.A. Millet-Mureau.(Vervolg van bl. 491.)
In ons laatste Uittrekzel deezer Reize vermeldden wy de aankomst van de Astrolabe en Boussole te Manilla. Van deeze plaats geeft pêrouse niet alleen eenige byzonderheden op, weetenswaardig voor den Leezer in 't algemeen, maar veel onderrigts behelzende voor elke handeldryvende Natie. De Stad Manilla, die vry groot is in haaren omtrek, wordt geschat met agt-en-dertig duizend zielen bevolkt te zyn, onder welke zich niet meer dan duizend of twaalfhonderd Spanjaarden bevinden; de overigen zyn Mulatten, Chineesen, of Indiaanen, die alle kunsten uitoefenen en allerlei werk verrigten. De armsten der Spaansche Familiën hebben één of meer rydtuigen, die zy voor een zeer geringen prys kunnen houden; 't geen hun wel te stade komt, dewyl 'er geen land is, waar men meer een rydtuig behoeft. De Ommestreeken van Manilla zyn vermaaklyk; eene schoone rivier, zich in verscheide takken verdeelende, vloeit 'er door; de twee voornaamste takken loopen uit in het Meir van Bahia; dit beroemd Meir ligt zeven mylen landwaards in; de oevers zyn bedekt met meer dan honderd Indiaansche Dorpen, gelegen in eene allervrugtbaarste landstreeke. Manilla, gebouwd op den oever van eene Baay, die denzelfden naam draagt, en meer dan vyf-en-twintig mylen in den omtrek haalt, ligt aan den mond van eene Rivier, welke zo verre bevaarbaar is, als het meir, vanwaar dezelve ontspringt; deeze Stad is zo vermaaklyk gelegen als éénige Stad in de geheele wereld. Alle de leevensnoodwendigheden zyn 'er in den grootsten overvloed en goedkoop; maar de lakens, stoffen en goe- | |
[pagina 529]
| |
deren van Europa zyn 'er zeer hoog in prys. Mangel aan nayver, verboden, en allerlei slag van bepaalingen op den Koophandel, maaken 'er de voortbrengzels en koopwaaren van China en Indie ten minsten zo duur als in Europa; en deeze Volkplanting, niettegenstaande de tol-inkomsten aldaar bykans agthonderd-duizend Piasters bedraagen, kost aan Spanje alle jaaren vyftienhonderdduizend Livres, van Mexico derwaards gezonden. De onmeetelyke bezittingen der Spanjaarden in America hebben het Ryksbestuur belet om de aandagt naar eisch te vestigen op de Philippynsche Eilanden; zy zyn nog gelyk de bezittingen van groote Heeren, die, schoon zy onbebouwd blyven, nogthans in staat zyn om veele Familiën te verryken. Ik schroom niet te beweeren, dat een groot Volk, 't welk geene andere Volkplantingen hadt, dan de Philippynsche Eilanden, en daar een goed Regeeringsbestuur vestigde, alle de Europeesche Bezittingen in Africa en America zonder de minste aandoening van nyd zou kunnen beschouwen. Deeze onderscheide Eilanden zyn met drie millioenen Inwoonderen bevolkt, en dat van Luconia heeft 'er omtrent een derde van. Deeze lieden zyn, myns oordeels, niet beneden de Europeaanen te stellen. Zy bebouwen den grond met genoegzaame kunde; zy zyn smits in Yzer en Goud, weevers, metzelaars, timmerlieden. Ik heb hunne Dorpen bezogt, de Bewooners gespraak-, herbergzaam en eerlyk gevonden. Schoon de Spanjaarden laag van hun spreeken, en hun met veragting bejegenen, heb ik ontdekt, dat de ondeugden, welke zy op rekening der Indiaanen stellen, met reden moeten toegeschreeven worden aan het Bestuur, onder hun ingevoerd. - Het is te over bekend, dat de greetigheid na Goud, en de zugt om Overmeesteringen te maaken, waardoor de Portugeesen en Spanjaarden twee eeuwen lang beheerscht werden, gelukzoekers onder die beide Volken de Zeeën deeden doorkruissen, en de Eilanden opzoeken onder de twee halfronden, enkel in de hoope van dit kostbaare metaal te zullen aantreffen. - Eenige Rivieren, die Goudstoffe opleverden, en de nabyheid der Specery-eilanden, waren ongetwyfeld de redenen, om zich op de Philippynsche Eilanden neder te zetten; doch de opbrengst evenaarde geenzins de opgevatte hoope. | |
[pagina 530]
| |
De drift ter voortplanting van den Godsdienst verving de beweegreden van Gierigheid. Een groot aantal Geestlyken van allerlei Orden werd derwaards geschikt om 'er het Christendom te prediken; en zo groot was de oogst, dat de onderscheide Eilanden welhaast agt- of negenhonderd Christenen telden. Was deeze yver verlicht geweest door eenen straal van Wysbegeerte, de vermeesteringen der Spanjaarden zouden niet hegter bevestigd hebben kunnen worden, dan door het omhelzen van dit stelzel, en de Volkplanting zou voor het Moederland de grootste nuttigheid hebben kunnen aanbrengen; maar, terwyl zy de Inwoonders tot Christenen vormden, vergaten zy hun Burgers te maaken. Het volk werd in Parochien verdeeld, en onderworpen aan de beuzelagtigste bedryven: elke zonde en ieder misslag wordt nog heden ten dage met geesseling gestraft; het niet gezet bywoonen der bede-uuren of der misse wordt opgetekend, en de straffe, daarop gesteld, aan Mannen en Vrouwen, by de Kerkdeur, volvoerd. De heilige dagen en godsdienstige byeenkomsten neemen een groot gedeelte van den tyd weg; en dewyl onder heete lugtstree en de verbeeldingskragt en de gemoedsaandoeningen sterker zyn dan in gemaatigder gewesten, heb ik, in de Passieweek, gemaskerde Boetelingen gezien, die keetens langs de straaten sleepten, hun middel omgord hadden met een krans van doornen, op onderscheide standplaatzen verscheide tugtiging-slagen ontvangende, en zich onderwerpende aan zo ruwe boetedoeningen als de strengste Indiaansche Faquirs. Deeze bedryven, meer geschikt om Geestdryvers te maaken, dan om Godsdienst in te boezemen, zyn tegenwoordig door den Aartsbisschop van Manilla verboden; maar het gaat vast, dat eenige Biegtvaders, indien zy niet voortvaaren die bedryven te gebieden, niet nalaaten dezelve aan te pryzen. Deeze Lieden, die reeds werkloos zyn door den invloed der heete lugtstreeke en het gering aantal hunner behoeften, gepaard met de onmogelykheid, om, ten eigen voordeele, eenige beschikking te maaken op den arbeid hunner handen, laaten zich al te gereed overhaalen, om het oor te leenen aan Klooster-instellingen, die de veerkragt der ziele verslappen; leerende, dat het tegenwoordige leeven niet meer is dan eene Pelgrimadie, en dat de goederen deezer aarde niets betekenen. Wanneer, der- | |
[pagina 531]
| |
halven, alle de Inwoonders voorzien zyn van eene zekere hoeveelheid ryst, zuiker en soep, volstrekt ten leevensonderhoud noodig, wordt voor hun het overige niets van waarde. In deezen toestand heeft men de Zuiker voor een halven penning het pond zien verkoopen, en de Ryst ongesneden op het veld verrotten. Ik denk, dat de schranderste koppen geen ongerymder stelzel van bestuur zouden kunnen verzinnen, dan 't geen, twee eeuwen lang, in deeze Volkplantingen heeft stand gegreepen. - De Haven van Manilla, die open en vry behoorde te weezen voor alle Volken, is, zelfs binnen weinige jaaren, geslooten geworden voor de Europeaanen, en staat alleen open voor eenige Mooren, Americaanen of Portugeesen van Goa. De Gouverneur is bekleed met het willekeurigst gezag. De Regters in de Geregtshoven, die 't zelve zouden behooren te beperken, zyn van magt verstooken, als het aankomt op het wederstreeven van den wil des vertegenwoordigers van het Spaansche Gouvernement: hy kan met de daad, indien niet van regtswege, de koopwaaren van vreemdelingen, die de hoop op winst na Manilla lokt, ontvangen, of verbeurt verklaaren. Te deezer plaatze is niets het minste van Vryheid overgebleeven. Monniken en Geloofsonderzoekers bestuuren de geweetens des volks; verspieders gaan aller tydlyke belangen na, en de Gouverneur slaat het oog op de onverschilligste bedryven. Een gesprek, of eene wandeling na het binnenste des Eilands, alles staat omheind binnen de paalen van diens regtsgebied en gezag: met één woord, dit schoonste en vermaaklykste land des aardbodems is zeker het laatste, 't geen een mensch, die vryheid bemint, zou verkiezen te bewoonen. Ik zag te Manilla dien eerlyken en braaven Gouverneur van de Mariannes, den Heer tobias, voor zyn eigen rust te hoog geroemd door den Abbé raynal. Ik heb hem vervolgd gezien door Monniken, die de genegenheid zyner Huisvrouwe van hem afwendden, door hem af te beelden als een Doemeling, een Huichelaar. Zy verzogt, van hem wettig gescheiden te worden, onder voorwendzel, dat zy niet gehouden was met een Godloos Man te leeven; een besluit, 't welk hemelhoog gepreezen werd door den geestdryvenden hoop. - De Heer tobias is Luitenant-Colonel van het Krygsvolk te Manilla. Hy staat voor den besten Officier des lands | |
[pagina 532]
| |
te boek; de Gouverneur heeft egter kunnen goedvinden te beveelen, dat zyne jaargelden, die vry veel betekenen, in handen zullen gesteld worden van zyne Godvrugtige Egtgenoote, en dat hy niet meer dan zes-en-twintig Piasters 's maands zal ontvangen, ten behoeve van zichzelven en zyne Zoonen. Deeze braave Krygsman, tot wanhoop gedreeven, wagtte na eene gelegenheid om uit de Volkplanting te geraaken, en regt te vorderen. - Wel bestaat 'er te Manilla eene wyze wet, welke deeze uitspoorige magtbetooning des Gouverneurs zou kunnen beteugelen: volgens die wet staat het elken Ingezeten vry, den laatst geweezen Gouverneur by diens Opvolger te beklaagen; doch deeze heeft belang om alles te verontschuldigen, 't welk aangevoerd kan worden als een beklag tegen zynen Voorganger; en de Burger, die zo voorbaarig is om zyne klagten in te brengen, vindt zich slegts blootgesteld aan nieuwe en veel grooter knevelaaryen. De plaagendste Onderscheidingen zyn hier ingevoerd, en worden met de grootste strengheid volvoerd. Het getal der paarden, welke voor een rydtuig mogen gespannen worden, is naar den rang der Persoonen bepaald. Zy, die het grootste getal ryden, hebben den voorrang; en de enkele grilligheid van een voornaam man kan in eene lyn agter zyn rydtuig alle de andere houden, die het ongeluk hebben van met hem denzelfden weg te ryden. Zo veele gebreken in dit Gouvernement, en zo veele allerlastigste onaangenaamheden daaruit herkomstig, hebben egter alle de voordeelen, welke de lugtstreek aanbiedt, niet kunnen wegneemen. De Landbewooners vertoonen nog blyken van geluk, welke men doorgaans in onze Dorpen van Europa te vergeefsch zoekt. Hunne huizen, beschaduwd door vrugtboomen, die in het wilde opgroeijen, zyn zeer net. De belasting, welke ieder hoofd eener Familie betaalt, is zeer gemaatigd, en bepaald op vyf Realen en een half, waaronder de regten der Kerke, voor zo verre de Natie betreft, begreepen zyn. Alle de Bisschoppen, Kanunniken en Priesters worden door de Regeering betaald; maar zy hebben eigendunklyke belastingen opgelegd, die de schaarsheid hunner Jaarwedden ruim vergoeden. Weinige jaaren geleden is 'er eene geesselroede opgeheeven, die het overschot des geluks van de inwoon- | |
[pagina 533]
| |
deren van Manilla dreigt weg te geesselen; de Belasting op den Tabak. De drift des volks om dit kruid te rooken is zo sterk, dat 'er geen tyd van den dag is, waarop men Man of Vrouw zonder een SegarGa naar voetnoot(*) in den mond vindt; zelfs kinderen, naauwlyks de wieg ontgroeid, rooken. De Tabak op het Eiland Luconia is de beste in Asia. Iedereen kweekt die plant, rondsom zyn huis, ten eigen gebruike; en de weinige vreemde schepen, die verlof krygen om te Manilla te landen, brengen dezelve in alle oorden van Indie over. Onlangs is 'er een verbod uitgevaardigd. De Tabak van ieder ingezeten wordt hem, in gevolge van 't zelve, afgenomen; de aankweeking is bepaald tot eenige Distrikten, en komt ten voordeele van het Gouvernement. De prys is bepaald op een halve Piaster het pond; en schoon het gebruik vry veel verminderd is, kan het loon eens daghuurders niet toereiken om den Tabak te betaalen, welke ieder dag in zyn huisgezin gebruikt wordt. - Alle de Inwoonders stemmen overeen, dat eene belasting van twee Piasters, gevoegd by het hoofdgeld der voorheen belasten, een inkomst zou gegeeven hebben, gelyk aan die van den verkoop des Tabaks; dat daaruit de wanordes niet zouden ontstaan weezen, op de belasting, daarop geheeven, gevolgd. Overal op het Eiland dreigden opstanden uit te barsten; krygsvolk was noodig om dezelve te dempen; een geheel leger van Impostheffers is 'er op de been, om het sluiken voor te komen, en de gebruikers van Tabak te dwingen om zich in de daartoe gestelde winkels te vervoegen: veelen zyn 'er gedood; doch de Rechtbanken hebben spoedig des wraak genomen, en vonnis geveld over de Indiaanen, met veel min omslags dan omtrent andere Burgers. - 'Er blyft nog een zuurdeesem, 't welk door de minste bykomende omstandigheid aan het gisten kan geraaken; en valt 'er geen twyfel aan- of een vyand, op bemagtiging gesteld, zou, op het oogenblik dat dezelve voet aan land zette, en wapens ten gebruike medebragt, een leger van Indiaanen gereed vinden om zich onder diens vaandels te begeeven. De schildery van Manilla zou in weinige jaaren ge- | |
[pagina 534]
| |
heel van gedaante veranderen, indien het Spaansche Gouvernement eene betere Constitutie ten opzigte van de Philippynsche Eilanden wilde omhelzen. Het Land is in staat om de heerlykste voortbrengzels uit te leveren; negenmaal honderdduizend persoonen van beiderlei Sexe op het Eiland Luconia zouden aangezet kunnen worden om het te bebouwen; de lugtstreek zou medebrengen, dat men tienmaal Zyde in 't jaar inzamelde, terwyl die van China 'er schaars twee belooft. Katoen, Indigo, Zuikerriet, Koffy, groeijen 'er zonder moeite, of onder de voeten der Inwoonderen, die dezelve niets achten. Elke omstandigheid wyst uit, dat de Speceryen voor die van de Moluccas niet zouden behoeven te wyken; eene volkomene vryheid van Handel voor alle Volken zou den verkoop verzekeren, en gevolglyk de aankweeking van alle voortbrengzelen aanmoedigen. Eene maatige belasting op alle uitgaande Goederen zou, in zeer weinige jaaren, genoegzaam weezen, om alle de kosten van het Gouvernement goed te maaken; de vryheid van Godsdienst, gepaard met eenige voorregten den Chineesen verleend, zou welhaast een honderdduizend inwoonders derwaards lokken uit de Oostlykste Provincien van dat Ryk, om de dwinglandy der Mandarynen te ontgaan. - Indien de Spanjaarden by deeze voordeelen de vermeestering voegden van Macao, zouden hunne Vastigheden in Asia, en de voordeelen, welke hun Koophandel vandaar zou trekken, ongetwyfeld overtreffen, wat de Hollanders op Java en de Moluccas winnen. De oprigting van eene nieuwe Compagnie der Philippynsche Eilanden schynt aan te duiden, dat de aandagt des Ryksbestuurs zich eindelyk op dat gedeelte der wereld gevestigd heeft. Het plan van den Cardinaal alberoni is omhelsd, doch niet in allen deele. Deeze Staatsdienaar hadt opgemerkt, dat Spanje, geene Manufactuuren hebbende, eene staatkundiger rol zou speelen, door de Asiatische Volken met zyne kostbaare Metaalen te verryken, dan die van Europa, welke zyne Mededingers zyn, wier koophandel het voedt, wier magt het vermeerdert, door de Artykelen te gebruiken van deszelfs vlytbetoon: hy oordeelde daarom, dat Manilla eene opene markt moest weezen voor alle Volken, en begeerde zeer ernstig, de kooplieden van de onderscheide Provincien in Spanje te beduiden, om zich op deeze | |
[pagina 535]
| |
marktplaats te voorzien met de linnens en andere stoffen van China en de Indiën, noodig voor de behoeften van de Hoofdstad en de Volkplantingen. De Cardinaal alberoni staat bekend voor een man, die meer verbeeldingskragt dan kunde bezat. Hy kende de kaart van Europa genoegzaam, maar was ten aanziene van die van Asia geheel onkundig. De belangrykste Artykelen van vertier voor Spanje en de Volkplantingen van dat Ryk zyn die van Bengalen en de Kust van Coromandel; en het valt zeker zo gemaklyk dezelve na Cadix als na Manilla te voeren, op zo groot een afstand van die kust gelegen; terwyl in de Zeeën Moussons heerschen, die de Scheeplingen aan veel ophoudens en verlies blootstellen. Dus zou het verschil in prys te Manilla en in Indie ten minsten vyftig ten honderd weezen; en voegt men by dien prys de verbaazende kosten van Scheeps-uitrustingen, welke men in Spanje zou moeten doen ter bescherming van een zo wydafgelegen land, zo zal het blyken, dat de Indiaansche voortbrengzels, welke langs den weg van Manilla gezonden worden, een zeer hoogen prys in de Spaansche gedeelten van Europa zullen moeten gelden, en nog nooger in de Spaansche Americaansche Volkplantingen; en dat de Volken, die, gelyk Frankryk, Engeland en Holland, eenen rechtstreekschen Handel dryven, dezelve altoos met het grootste voordeel langs eenen verboden weg zullen invoeren. - Het is egter een gebrekkige vereeniging van dit plan, welke tot een grondslag strekte voor de nieuwe Compagnie; doch, 't geen nog erger is, gepaard met bepaalingen, welke het veel minder doen zyn dan dat des Spaanschen Staatsdienaars: met één woord, het is zodanig, dat, myns bedunkens, de Compagnie het geene vier jaaren zal staande houden, schoon de voorregten, daaraan verleend, eenigermaate den Handel der Natie op de Americaansche Volkplantingen geheel mogen verzwolgen hebben. De voorgewende opene markt van Manilla, waar de nieuwe Compagnie gevestigd is, staat alleen open voor Indiaansche Natien, alsof zy vreesden te zullen zien, dat de mededinging der koopers aldaar aangroeide, en dat men de Linnens van Bengalen voor een te laagen prys zou kunnen krygen. Men hebbe hier ook aan te merken, dat deeze vermeende Moorsche Vlaggen, van Armenie of van Goa, | |
[pagina 536]
| |
alleen Engelsche Koopwaaren aanvoeren; en dewyl deeze onderscheide vermommingen bykomende kosten veroorzaaken, komt dit geheele beloop eindelyk op de gebruikers neder; gevolglyk blyft het verschil tusschen Indie en Manilla niet langer vyftig ten honderd, maar klimt tot zestig en zelfs tot tachtig op. - By deezen misslag mag men nog voegen het regt, 't welk de Compagnie heeft, om by uitsluiting de voortbrengzels van het Eiland Luconia te koopen, waar het vlytbetoon, niet aangemoedigd wordende door eene mededinging van koopers, altoos in dien staat van lustlooze kwyning zal blyven, aan welke het, zints twee eeuwen, de weinig-beduidenheid heeft dank te wyten. - Andere Schryvers hebben zich breed genoeg uitgelaaten over het Burger- en Krygsbewind van Manilla. Ik heb het noodig geoordeeld, deeze Stad onder die nieuwe gedaante te doen voorkomen, welke de oprigting der nieuwe Compagnie misschien belangryk gemaakt heeft, in eene eeuw, waarin het de pligt is van een ieder, die eenige staatkundige betrekking heeft, de theorie des Koophandels te verstaan. De Spanjaarden hebben eenige Vastigheden op de onderscheide Eilanden ten Zuiden van Luconia; doch zy schynen alleen by gedoogen daar gevestigd; de toestand der Luconiers beweegt de Inwoonders der andere Eilanden niet, om de oppermagt van Spanje te erkennen. Zy zyn daarentegen steeds in oorlog. Deeze vermeende Mooren, van welken ik reeds gesprooken heb, die hunne kusten bestooken, die zo veele landingen doen, en de Indiaanen van beiderlei Sexe als slaaven wegvoeren, onderworpen aan de Spanjaarden, zyn de Inwoonders van Mindanao, Panay en Mindoro, die geen ander gezag erkennen dan dat hunner byzondere Prinsen, zo oneigen Sultans geheeten als het Volk Mooren: zy zyn met de daad Malayers, en omhelsden het Mahometanismus bykans ten zelfden tyde als het Christendom te Manilla gepredikt werd. De Spanjaarden hebben hun den naam van Mooren gegeeven, en hunne Oversten Sultans geheeten, ter oorzaake van de gelykheid huns Godsdiensts met dien van het Africaansche Volk, zo geheeten, die veele eeuwen lang de Vyanden der Spanjaarden geweest zyn. De éénige Krygsvastigheid der Spanjaarden in de zuidelyke Philippynsche Eilanden is die van Samboan- | |
[pagina 537]
| |
gar, op het Eiland Mindanao, waar eene krygsbezetting onderhouden wordt van honderd-en-vyftig man, onder een Krygsbevelhebber, aangesteld door den Gouverneur-Generaal van Manilla. Op de andere Eilanden zyn slegts eenige weinige Dorpen, verdeedigd door slegte batteryen, bediend door krygsvolk onder bevel van Alcades, gekoozen door den Gouverneur-Generaal, doch verkiesbaar uit elke klasse van Burgers, die niet onder de Soldaaten zyn opgeschreeven. De weezenlyke meesters van de onderscheide Eilanden, op welke de Spaansche Dorpen liggen, zouden dezelve welhaast verdelgd hebben, indien zy by dier behoudenisse geen groot belang hadden. De Mooren zyn in vrede op hunne eigene Eilanden; maar zy rusten vaartuigen uit, die Zeerooveryen pleegen op de kusten van Luconia; en de Alcades koopen een groot aantal slaaven door deeze Zeeroovers gemaakt; 't welk hun de moeite bespaart om ze na Batavia te voeren, waar zy ook een veel laager prys zouden maaken. De zwakheid van het Gouvernement op de Philippynsche Eilanden wordt door de opgave deezer byzonderheden veel sterker beschreeven, dan door alle de redenkavelingen van verscheide Zeereizigeren. Het blykt uit alles, dat de Spanjaarden de magt niet bezitten om den handel hunner Vastigheden te beschermen: de weldaaden, door hun, tot deezen tyd toe, aan dit volk beweezen, hebben geen ander doel, dan derzelver geluk in een ander leeven. Onder de losse stukken van onderrigting, welke een deel deezer Reisbeschryvinge uitmaaken, ontmoeten wy eenig bykomend berigt, Manilla betreffende, door pêrouse gegeeven, 't welk hier eene voeglyke plaats zal vinden. In dat gedeelte myner Reisbeschryvinge, 't welk Manilla betreft, heb ik getragt myne denkbeelden voor te draagen, wegens de nieuwe Compagnie, onlangs in Spanje opgerigt; doch het zal eenige byzondere aanmerkingen vorderen, om te toonen, met hoe veel gemaks deeze Volkplanting door eenen Vyand zou kunnen overweldigd worden. De Spaansche bezittingen op de Philippynsche Eilanden bepaalen zich tot het éénig Eiland Luconia, 't welk in de daad vry groot is, en omtrent negenmaal honderdduizend Inwoonders telt, wel bedreeven in den Handel en in den Landbouw. Deeze Inlanders ver- | |
[pagina 538]
| |
foeijen de Spanjaarden, die hun veragten en verdrukken. En ik hou my verzekerd, dat eenig Volk, 't welk hun van wapenen voorzag, gereed eenen opstand op dit Eiland zou verwekken. De éénige band, welke hun aan hunne overweldigers verbindt, is die van den Godsdienst. Het grootste gedeelte der Inboorelingen van Luconia bestaat uit volyverige Roomschgezinden: zo dat geen Volk zich vast onder hun zou kunnen nederzetten, dan met ontzag te betoonen voor hunne Kerken, Priesters, met één woord voor alles wat hunne Godsdienstoefening raakt; en dit zou met des te minder veiligheid kunnen gedaan worden, dewyl de meeste Parochien thans voorzien zyn van Indiaansche Priesters, die in hun hart denzelfden haat tegen de Spanjaarden koesteren, als in de borst van de rest hunner Landgenooten gloeit. De Baay van Manilla staat open voor allerlei vaartuig, en kan alleen door Schepen verdeedigd worden; weshalven, in een tocht tegen deeze Volkplanting, eene besliste meerderheid van Scheepsmagt vereischt wordt. De vestingen der plaats, schoon geregeld aangelegd en wel onderhouden, zouden slegts de bemagtiging der Stad eenige dagen kunnen vertraagen, als welke geen kans heeft om uit Europa of van elders eenig ontzet te wagten. De Bezetting bestaat uit een enkel Mulatten-Regiment, tweehonderd Artilleristen, en honderd-en-vyftig Dragonders; doch deezen zyn slegts Americaansche Krygsbenden; en schoon de Spanjaarden zich laaten voorstaan, dat deezen met het Krygsvolk van Europa kunnen gelyk gesteld worden, ben ik zo volkomen van het tegendeel overtuigd, dat ik niet zou schroomen, met vyftienhonderd man geregelde Manschap, my in persoon verantwoordelyk te stellen wegens de overwinning van tweemaal dat getal. De Krygsmagt op het Eiland moge men op agtduizend man stellen, bekwaam om te veld te trekken, gelyk zy deeden in den oorlog des Jaars 1760, naa dat de Engelschen de Stad Manilla vermeesterd hadden; maar de omstandigheden zyn thans geheel anders, en het zou gemaklyk vallen, de rest van het Eiland te doen opstaan tegen dat gedeelte, 't welk de zyde der Spanjaarden hieldt; indien het niet veel waarschynlyker mogt | |
[pagina 539]
| |
gerekend worden, dat het Krygsvolk zou weigeren te veld te trekken; inzonderheid als men middel wist te vinden om eenigen der Indiaansche Priesteren over te haalen, en hun te beduiden dat de Invallers zo goede Catholyken waren als de Spanjaards. In 't kort, de vermeestering van Manilla dunkt my zo gemaklyk en zeker met eene meerderheid van Zeemagt, en eene landmagt van vyfduizend man, dat ik aan deezen Krygstocht verre den voorrang zou geeven boven een tegen Formosa, en ik zou gerust voor het welslaagen durven borg staan. - Maar men hebbe de Spanjaarden veeleer aan te merken als goede en getrouwe Bondgenooten, dan als Vyanden. Ik moet dus liever toonen, dat deeze Volkplanting van geen dienst kan weezen in eenen oorlog op het Vasteland van Indie, liggende in de Chineesche Zeeën, alleen met de Moussons bevaarbaar. Het is onmogelyk, dat de Bevelhebber van eene Fransche Vloot ooit kan denken om hier te kalfaateren: want Isle de France, 't welk, ter oorzaake van den grooten afstand van Indie, in 't algemeen zo nadeelig gerekend wordt voor Krygs-uitrustingen, zou honderdmaal voordeeliger weezen. De weinige Koophandel, te Manilla gedreeven, zou het bykans onmogelyk maaken, eenigen voorraad van leevensmiddelen te krygen; vermids de inwoonders alleen eene hoeveelheid teelen, welke tot eigen onderhoud kan toereiken. Het zou egter mogelyk zyn, eenige weinige laadingen Ryst te bekomen, en eenig daar geslaagen Touwwerk, 't welk egter veel slegter is dan het Europische, alsmede eenige weinige Masten; maar het zou volstrekt noodzaaklyk weezen, deeze Artykels met onze eigene Schepen over te voeren, en zich niet te verbeelden, dat ze van Manilla op eene enkele order zouden gezonden worden; en naardemaal de Chineesche Zeeën alleen bevaarbaar zyn met de Moussons, zou het noodig weezen, op een grooten afstand van tyd, te voorzien in de bezorging van alle noodwendigheden, en daarenboven te bedenken, dat de Schepen, op hunnen tocht van Manilla, een koers zouden moeten neemen, die hun waarschynlyk aan de ontmoeting van vyanden zou blootstellen; weshalven het volstrekt noodig zou weezen, een gewapend scheepsgeleide mede te geeven. | |
[pagina 540]
| |
Ik ben van oordeel, een voorbeeld te mogen ontleenen van het gebeurde in den laatsten oorlog, wanneer de uitrusting van den Heer de suffrein van het grootste voordeel was aan de Volkplanting van Manilla, dewyl dezelve de geheele magt van den vyand ophieldt, en verhinderde eenigen krygstocht te doen, en dat Manilla, integendeel, hem van geen dienst zou hebben kunnen weezen, dan door eene leening van Piasters; maar dewyl deeze geene voortbrengzels des lands zyn, zouden zy daar heen hebben moeten gezonden worden van Mexico, dewyl het Gouvernement aldaar voor een vasten regel heeft, niet meer te zenden, dan noodig is voor de dringendste behoeften der Volkplanting. Men rekent, dat het geheele Eiland Luconia niet meer telt dan twaalfhonderd Creoolsche of Europische Spanjaarden; en het verdient onze opmerking, dat geen een enkele Spaansche Familie 'er vier geslachten lang stand gehouden heeft, terwyl de bevolking der Inwoonderen naa de bemagtiging is toegenomen, vermids deeze Volkplanting die verdervende Metaalen niet in haaren schoot heeft, welker bewerking verscheide Millioenen menschen, in het beloop van elk menschlyk geslacht, heeft weggerukt. Eene kleine hoeveelheid van Goud, 't is waar, heeft men ontdekt onder het zand van eenige Rivieren; maar de arbeid in het verzamelen levert geen voordeel op, evenaarende aan dat van andere arbeideren. De Spaansche Souverainiteit in de Zuidlykste der Philippynsche Eilanden is weinig meer dan een bloote naam, gelyk aan die des Konings van Sardinie over Cyprus en Jerusalem, of des Konings van Engeland over Frankryk. Zy hebben eenige weinige Presidencies op Mindanao en de nabuurige Eilanden; maar derzelver grondgebied is niet uitgestrekter dan dat van Oran en Ceuta op de kust van Africa.
('t Vervolg by de naaste gelegenheid.) |
|