Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEenige waarneemingen, ten opzigte der wonderdaaden, door Jesus verrigt. Door den Eerw. Richard Graves.(Ontleend uit diens Essay on the Character of the Apostels and Euangelists.)
De minste aandagt, tot het leezen der Euangelische Geschiedenis besteed, zal genoegzaam weezen, om ons voldoende overtuiging te verschaffen, dat de Wonderwerken, door jesus christus verrigt, voor verre het meeste gedeelte, van dien aart waren, dat geen kragt van Inbeelding, geen bedrog van Geestdryvery, daarop invloed kon hebben. Water in Wyn te veranderenGa naar voetnoot(*) - vyfduizend Persoonen op één tyd met vyf Brooden en twee Visschen te voedenGa naar voetnoot(†), en op een anderen tyd vierduizend met zeven Brooden en een weinig kleine Visschen te verzadigenGa naar voetnoot(‡) - een verdorde Hand te herstellenGa naar voetnoot(§) - het Gezigt te schenken aan een Man, veertig jaaren oud, die van de Geboorte af blind geweest wasGa naar voetnoot(**) - een Dooden, die ter begraafenisse werd uitgedraagen, het Leeven te geevenGa naar voetnoot(††) - en een anderen, die vier dagen in het Graf gelegen hadt, ten Lee- | |
[pagina 511]
| |
ven te herroepenGa naar voetnoot(*); - in deeze, en in eene menigte andere Wonderdaaden, door onzen Zaligmaaker verrigt, kon geen kragt van Inbeelding eenig vermogen oefenen. In de daad, niets kan sterker aanloopen tegen Rede of Ondervinding, dan de veronderstelling, dat de Wonderwerken van onzen Heer de uitwerkzels waren van de kragt der Inbeeldinge, of van eene Geestdryvende aandrift - of dat, indien 'er eenig bedrog ten opzigte van dezelve plaats gegreepen hadde, zulks niet onmiddelyk zou ontdekt geweest zyn en ten toon gesteld. Ten bewyze hiervan hebbe men slegts te bedenken, de oneindige verscheidenheid dier Wonderdaaden, alsmede het eenpaarig welgelukken - de openbaare wyze, op welke Hy dezelve volvoerde - dat ze menigmaal geschiedden in de tegenwoordigheid van 's Wonderdoeners geslaagenste Vyanden, en gepaard gingen met omstandigheden, die onverwyld de aandagt deezer Vyanden trokken, en aanporden tot het naauwkeurigst onderzoek. Alle deeze omstandigheden verdeedigen die Wonderdaaden niet alleen tegen alle vermoeden, dat ze verrigt zouden geweest zyn door kunstenaaryen of bedrog, maar tegen alle mogelykheid om 'er eene oplossing van te geeven, door ze aan Geestdryverye toe te schryven. De aandrift der Geestdryverye zal haare uitwerkzels ongeregeld, onzeker, en onvolkomen hervoortbrengen, volgens den onderscheiden aart der Kwaale, de kragt der verbeelding by den Kranken, de geaartheid zyner gesteltenisse, en eene menigte van andere omstandigheden; en deeze uitwerkzels zullen menigmaal zo ras voorbygaande weezen, als de kragt, welke dezelve voortbrengt, veranderlyk. - Van deezen aart waren de uitwerkzels niet van dat waarlyk Godlyk vermogen, 't geen jesus bezat, 't welk eenpaarig en gelyklyk werkte op elke kwaal, op veelen van wydverschillende geaartheden, ouderdom, hebbelykheden, Godsdienstbelydenisse; zodanig, dat 'er nimmer één faalde; en zulks op de eerste bewerking volkomen en bestendig; zo dat men geene klagte hoegenaamd hoorde van wederinstorting, of eene gedeeltelyke geneezing. | |
[pagina 512]
| |
Niets blykt klaarder uit de Euangelische Verhaalen dan dit. De Euangelieschryvers verhaalen, met het volkomenst vertrouwen op de zekerheid der gevallen door hun geboekt, dat onze Heer eene menigte van Kranken te Capernaum genasGa naar voetnoot(*), alsmede aan de Zee van GalileaGa naar voetnoot(†); vervolgens in alle de Steden en Vlekken van Galilea, te Gennesareth, en zelfs in den Tempel te Jerusalem, op eenen Sabbathdag, korten tyd vóór zynen KruisdoodGa naar voetnoot(‡). Op alle deeze plaatzen werden tot Hem gebragt allen die krank of bezogt waren met onderscheidene Ziekten en Kwaalen; de Blinden, de Dooven, de Lammen, de Zieken die op bedden lagen, die geraakt, bezeten, en maanziek waren, werden allen geneezen; allen, die Hem aanraakten, werden gezondGa naar voetnoot(§). Van deeze geneezende Wonderdaaden waren groote schaaren getuigen; immers veelen volgden Hem van plaats tot plaats; zomtyds vervulden zy de huizen, waarin Hy zich bevondt, zo dat 'er geen plaats was om ter deure in te komen; zy drongen op Hem aan in de straaten, volgden Hem na de zee, na de afgelegenste en onbewoondste plaatzen des lands, de bergen en de woestynen; - blyvende by Hem drie dagen lang; zo dat Hy en zyne Jongeren naauwlyks tyd hadden om te eetenGa naar voetnoot(**). - Die Volksmenigte kwam uit onderscheidene en verre van elkander liggende plaatzen. Groote menigten des Volks volgden Hem, vermelden de Euangelieschryvers, van Galilea, en van Decapolis, en van Jerusalem, en uit Judea, van over de Jordaan, uit Idumea, alsmede die van Tyrus en Sidon; zyn naam ging uit door geheel Syrie, en zy bragten tot Hem alle kranken, en uit al het Land rondsom GennesarethGa naar voetnoot(††). En, hetgeen bovenal onze opmerking verdient, onder die veelvuldige Getuigen van de Wonderdaaden | |
[pagina 513]
| |
onzes Heeren vinden wy herhaalde keeren vermeld 's Leeraars geslaagenste Vyanden, de Priesters, de Schriftgeleerden, de Phariseen en Sadduceen, die reeds zeer vroeg eenen gezetten afkeer opvatteden van den nederigen en deugdzaamen jesus, die een waakzaam oog op Hem geslaagen hielden, en den opgang zyner Leere met nydigheid aanschouwden, welke, naar gelange van den opgang, dien Hy maakte, in woedende heftigheid toenam, tot dat dezelve zich verzadigde met Hem ten kruisdood over te leveren. Deeze geslaagene Vyanden vergezelden den predikenden en wonderdoen en jesus in de Synagogen, waar Hy menigwerf zyne wondergeneezingen verrigtte; dikwyls ook vermengden zy zich onder den Volke, op het oogenblik wagtende om iets berisplyks in zyn gedrag te ontdekken. - Nam Hy het character des Zoons van god aan, eigende Hy zich de magt toe om de zonden te vergeeven, zy waren onmiddelyk gereed om Hem van Godslastering te beschuldigen; - nam Hy Brood met ongewasschen handen om 't zelve te eeten, strydig met hunne Overleveringen, zy werden met eene niet binnengehoudene verontwaardiging vervuld; - liet Hy na, hunne geveinsde gestrengheid in het vasten te volgen - vervoegde Hy zich gemeenzaam by nederige en boetvaardige Bekeerelingen, zy gaven Hem na, dat Hy een Wynzuiper, een Vriend van Tollenaaren en Zondaaren was; - schonk Hy gezondheid en sterkte aan de zieken en zwakken, zelfs deeze liefdewerken, als Hy die op den Sabbath verrigtte, veroordeelden zy, en kreeten ze uit als eene godlooze ontheiliging van dien heiligen dag. |
|