Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLeevensberigt van den generaal Washington.(Vervolg en Slot van bl. 432.)
Terwyl washington in deezer voege nuttig bezig was als Landbouwer, en aan allen, die rondsom hem waren, zo wel als aan de Naakomelingschap, een heerlyk voorbeeld schonk van vlytbetoon, huishoudkunde en bestuur van zaaken, betoonde hy zich teffens onvermoeid in zyn Vaderland ten nutte te weezen. Zints den tyd dat hy het Leger verliet, in den Jaare 1759, tot den Jaare 1774, was hy bestendig Lid van de Vergadering, Magistraatspersoon in den oord waar hy woonde, en zat in het Geregtshof. Hy werd | |
[pagina 469]
| |
verkooren tot Afgevaardigde op het eerste Congres in den Jaare 1774, 't geen in het jaar daar op volgende byeenkwam. Lid van deeze Vergadering zynde, werd hy, op den vyftienden van Zomermaand des Jaars 1775, by algemeene stemmen der Vergadering, aangesteld tot Opperbevelhebber van de geheele Krygsmagt toen geworven, en die vervolgens aangeworven zou worden tot verdeediging der Volkplantingen. Doch, naardemaal de Gebeurtenissen van dit Tydperk ten overvloede bekend zyn, is het overboodig, dezelve hier stuk voor stuk te vermelden. Hy verscheen in het Leger by Cambridge, en nam het Opperbevel over het Krygsvolk op zich, in Hooimaand van den Jaare 1776. Gedenkschriften van 's Mans Veldtochten zouden, in de daad, zeer belangryk, en leerzaam voor volgende geslagten weezen. Het beleid, in den eersten veldtocht gehouden, zou eene byzondere aandagt verdienen. Dan, een boekdeel zou naauwlyks bevatten kunnen de kwellingen, welke hy onderging, en de gevaaren, aan welke hy zich blootgesteld vondt, in de Jaaren 1776 en 1777, tegen den trots van Groot-Brittanje met een ongelyke magt strydende. De Americaansche wapenen, geholpen door die van Frankryk, waren vervolgens gelukkiger, en stelden het einde des Oorlogs in den Jaare 1782 daar. Niemand, dan die tegenwoordig was toen de Generaal washington de tyding van den geslooten Vrede ontving, en hem vergezelde na zyn huislyk landverblyf, kan eene beschryving geeven van de vreugde, welke die hoogst heuchlyke gebeurtenis hem schonk, en de rust, welke zyne door zo veele toevallen geschokte ziel smaakte, of de voldoening, waarmede hy tot het burgerlyke leeven wederkeerde. De eenvoudigheid, welke in zyne huislyke leevenswyze doorstraalde, schoon min bekend dan de schitterende glans zyner Krygsverrigtingen, levert een niet min stigtend voorbeeld op, en is even zeer de aandagt zyner Land- en Tydgenooten en der Naakomelingschappe waardig. De allen in 't oog loopende rolle, welke hy speelde op het groote tooneel der menschlyke bedryven, de eenpaarige waardigheid, met welke hy dezelve uitvoerde, te midden der zwaarigheden van den moedbeneemendsten aart, de roem van dezelve te boven geworsteld te weezen in het uur zyns zegepraals, | |
[pagina 470]
| |
maakten veele Standspersoonen en Geleerden aan wederzyden van den Oceaan begeerig om met hem briefwisseling te houden. Deeze briefwisseling nam onvermydelyk een groot gedeelte van zynen tyd weg; de berigten, hem daarin medegedeeld, gevoegd by de veelvuldige tydschriften en nieuwspapieren, welke hy doorlas, maakten hem, als 't ware, het brandpunt van Staatkundige weetenschap voor de Nieuwe Wereld; ook waren zyne gesprekken met welonderrigte Persoonen niet min behulpzaam om hem toe te lichten, ten aanziene van 't geen in verscheide Landen van Europa gebeurde. Elke Vreemdeling van eenig aanzien, die in America kwam, moest washington zien. Als eene andere bron van onderrigting mogen wy vermelden, dat veele gedrukte Schriften, door de Schryvers, uit Europa, aan hem ten geschenke gezonden wierden; en dat men naauwlyks in America eenig Werk schreef, over eenige Kunst, Weetenschap of belangryk onderwerp, of men zogt by de uitgave zyne bescherming, of droeg het hem op, als een teeken van erkentenis en dankbaarheid. - Uitvindingen in kunsten en handwerken werden hem menigmaal toegeschikt, om 'er zyne goedkeuring op te verwerven; zeldzaamheden der Natuure boodt men hem aan, te zyner naspeuringe. - Maar de menigvuldigheid der briefswyze vervoegingen aan hem, dikwyls over nog onafgedaane zaaken geduurende zyn Krygsbevelhebberschap, zomtyds over onderwerpen, vreemd in zynen stand, beuzelagtig in derzelver aart, en ook wel eens alleen ten oogmerk hebbende om te voldoen aan den ydelen trots der Schryveren, om een antwoord van hem te bekomen, was waarlyk verveelende, en liep in het ongelooflyke. Zyne goedaartige gereedheid om dezelve te beantwoorden vermeerderde, mogelyk, het getal dier Schryveren. Hadt hy de kunst niet verstaan om elk oogenblik ten meesten nutte te besteeden, het zou hem niet mogelyk geweest zyn, agt te geeven op de groote verscheidenheid van onderwerpen, die zyne aandagt vorderden. Op deeze wyze besteedde washington zynen tyd, zints den Vrede in den Jaare 1783, tot dat hy verkooren wierd als Lid van de Conventie, die, in den Zomer des Jaars 1787, te Philadelphia de tegenwoordige Constitutie der Vereenigde Staaten aan het licht bragt. Op deeze Conventie werd hy tot Voorzitter verkooren; | |
[pagina 471]
| |
en wanneer de Constitutie in werking zou gebragt worden, verhief de eenpaarigheid van stemmen hem ten zetel des Gouvernements, en hy gehoorzaamde aan die roeping. - De dertigste dag van Grasmaand des Jaars 1789 was de dag zyner inhuldiginge tot Voorzitter van de Vereenigde Staaten, in de Stad New York, onder de toejuiching van duizenden aanschouweren. In den Herfst van het jaar zyner inhuldiginge tot die waardigheid bezogt hy de Oostlyke Staaten; met hoe veel vreugde en voordeel des Volks, met hoe veel voldoening voor zyn eigen hart, blykt uit hunne Adressen, en uit zyne Antwoorden. Met welk eene waardigheid,’ (dit zyn de woorden van een' zyner Americaansche Leevensbeschryveren, Dr. morseGa naar voetnoot(*)) ‘wysheid, bestendigheid, braafheid, groote en algemeene goedkeuring, hy de pligten vervulde van deezen hachlyken en aan zo veel verantwoordings blootstaanden post, welken hy geduurende de acht jaaren zyns bestuurs heeft waargenomen, hebben 's Mans Lofredenaars met veel welspreekenheids aangekondigd, en de Geschiedschryvers zullen 'er grootsch op zyn, dezelve met verrukking te vermelden. Het oog vestigende op zyn Bestuur, wiens hart wordt niet bekoord op de herdenking van de zuivere en verstandige beginzelen, die hy zelve aankondigde als de grondslagen van zyn leeven als Staatsman! Hy verstondt best het onlosmaaklyk verband tusschen deugd en geluk, tusschen pligt en voordeel, tusschen de egte grondregels van eene eerlyke en grootmoedige Staatkunde en de weezenlyke vergeldingen van algemeenen voorspoed en geluk voor elk hoofd voor hoofd; waakende met een billyk en veelbevattend oog over deeze groote zamenvoeging van gemeenschaplyke belangen, heeft hy den grondslag gelegd van onze Nationaale Staatkunde op de ontwyfelbaare en onveranderlyke beginzelen van Zedekunde, steunende op den Godsdienst; een voorbeeld geevende van de voortreflykheid eens vryen Staatsbestuurs, door 'er alle de hoedanigheden aan toe te voegen, | |
[pagina 472]
| |
welke de genegenheid der Burgeren winnen, en ontzag by Buitenlanderen inboezemen.’ Twee keeren verkooren geweest zynde, door de eenpaarige stemmen zyner Landgenooten, om den stoel des Voorzitters te bekleeden, en toen nu de tyd tot eene derde verkiezing, in Herfstmaand 1796, gekomen was, en de Vereenigde Staaten zich in zulk eenen stand bevonden, dat hy het voor zich niet noodig keurde, langer zyne neiging aan zynen pligt op te offeren, oordeelde hy het geraaden, zich by zyne Medeburgeren te vervoegen met een hoogst bewonderd Vertoog, waarin hy zyn besluit te kennen gaf, om zich uit de staatkundige loopbaane te begeeven, en verzogt, dat zy op hem het oog niet zouden laaten vallen als iemand, die, voor de derde keer, aan de stemmen, op hem vallende, zich zou gedraagen. Vyf-en-veertig jaaren zyns leevens in den dienst zyns Lands besteed hebbende, streelde hy zich met de hoope, dat hy nu voor altoos ‘het wyduitgestrekte veld van openbaare Staatsverrigtingen, gestaage werkzaamheid en hooge verantwoordelykheid, zo lang door hem als een voornaam bedryver afgeloopen, zou verlaaten.’ Zyne streelende hoop greep egter geen stand. Van Lentemaand des Jaars 1797 tot Hooimaand des volgenden Jaars leefde washington in stilte op zyn geliefde Landgoed, de pligten van een gemeen Burger volbrengende, met eene stiptheid en grootheid van ziel, hem byzonder eigen. Wanneer, in 't laatstgemelde jaar, de Franschen de Americaansche Staaten dreigden, verhief zich de stem zyner Landgenooten tot hem, als het geschiktste werktuig in de hand der Voorzienigheid, te hunner bescherminge. Nogmaals nam hy het Opperkrygsbevel aan. 's Mans eigen denkbeelden, op dit stuk, zullen wy best leeren kennen uit eenen Brieve, door hem, in Hooimaand van den Jaare 1798, aan Dr. james anderson geschreeven. ‘Weinig verbeeldde ik my,’ (dus luidde de taal van washington,) ‘toen ik de laatste keer myn afscheid nam van de loopbaane des openbaaren leevens, en my nederzette in de schaduw van mynen wynstok en vygenboom, dat 'er eenige gebeurtenis zou voorvallen, in myne dagen, welke my weder op het openbaar tooneel zou roepen: maar het onregtvaardig, eerzugtig en verwilderd gedrag van Frankryk, ten opzigte van | |
[pagina 473]
| |
de Vereenigde Staaten, is zodanig geweest, en blyft in diervoege voortduuren, dat het moet te keer gegaan worden door een moedigen, onbezweeken tegenstand, of wy zullen niet alleen onze Staatsgesteltenisse in de waagschaal stellen, maar ook de Onafhangelykheid van ons Volk; beide blykbaar bedreigd door eene wetlooze en overheerschende magt, welke geene regten erkent, en zich door geene Verdragen laat wederhouden, wanneer zy het ondienstig keurt dezelve in agt te neemen. In deezen toestand, - dagelyks beledigingen ontvangende, en zelfs smaadheden, met eene geduldige gelaatenheid, uit eene ernstige begeerte om met geheel de wereld in vrede en eensgezindheid te leeven, - heeft het Staatsbestuur van Frankryk, miskennende onze beweegredenen en het Americaansch Character, en veronderstellende dat het Volk deezes Lands verdeeld was, en steun zou geeven aan hunne snoode maatregelen, ons drukkend beginnen te behandelen, of, met andere woorden, schattingen afgevorderd, en ons bedreigd, dat wy, in gevalle van weigering van te voldoen aan hunne ongegronde en niet zamenhangende vorderingen, in het lot van Venetie, en andere Italiaansche Staaten, zouden deelen. Dit heeft het Volk uit de sluimering opgewekt, en hunne gemoederen vervuld met eene verontwaardiging, algemeen zich vertoonende door alle de Staaten; en ik vertrouw, dat, indien de Franschen hunne gedaane bedreigingen in 't werk willen stellen, en onze regten van Grondgebied aanvallen, gelyk zy onze handeldryvende regten gedaan hebben, zy eenen geest van tegenstand zullen ontmoeten, hun meer wederstreevende dan zy verwagten van de Burgers deezer Staaten. Wanneer alles, wat heilig en dierbaar is voor een vryman, in deezer voege bedreigd werd, kon ik, bestaanbaar handelende met de beginzelen, welke my myn geheele leeven lang bezield hebben, geen ledig aanschouwer blyven; ik kon niet weigeren te gehoorzaamen aan de oproeping myns Lands, om my te stellen aan het hoofd der Legermagt ter verdeediginge; in gevolge hiervan heb ik my verbonden als zodanig voor te treeden, wanneer de nood des Lands zulks zal eischen. | |
[pagina 474]
| |
Met welke aandoeningen ik, in mynen ouderdom (van reeds meer dan zes-en-zestig jaaren,) zonder dat eerzugt of belang my daartoe dryft, het stil verblyf, waarin ik my begeeven had, zal verlaaten, - dat verblyf, waarin ik gehoopt had het overschot te slyten van een leeven, onder den last van zo veele zorgen doorgebragt, by een terugzigt op het voorledene, en in het genot van het tegenwoordige, met vooruitzigt op het toekomende, - mogen anderen beoordeelen, en bovenal zy, die myne wyze van denken kennen. Dan, geloovende, dat een Mensch door de Voorzienigheid niet bestemd is, om voor zichzelven alleen te leeven, zal ik my toerusten tot het ergste, 't geen kan gebeurenGa naar voetnoot(*).’ De toerustingen, in America, onder het opzigt van washington, gemaakt, om de aanvallen der Franschen het hoofd te bieden, zyn bekend, en gelukkig geslaagd: wy zullen ons tot geen verslag hiervan inlaaten, maar ons bepaalen tot een berigt van de laatste leevensdagen diens grooten Mans. - Washington's Ziekte was kort, maar smertlyk. Op den twaalfden van Wintermaand des Jaars 1799 bevondt hy zich op een zyner Plantadien. Die dag was regenagtig, en hy greep eene koude, 's anderen daags van eene hevige ontsteeking in de keel gevolgd. Den volgenden dag werd 's avonds de ongesteldheid van eenen ontrustenden aart, en hy te raade, na Alexandria om zyn Geneesheer te zenden: dan om zyne dienstbooden in den nagt niet derwaards te laaten gaan, stelde hy zulks tot den volgenden morgen uit. Wanneer op dien dag de Arts ten elf uuren kwam, was het te laat; de hand des doods had hem reeds aangegreepen. Schoon 's Mans kwaale hevig was, betoonde hy zich bedaard en gelaaten. Hy gaf zynen oppasseren te verstaan, dat zyne zaaken in goede orde waren, dat hy zyn' uitersten wil gemaakt hadt, en dat alles, wat openbaare zaaken betrof, op twee dagen na was bygeschreeven. - Korten tyd vóór zynen dood vroeg hy zyn' Doctor: ‘Hoe laat is 't? Hoe lang zal ik nog in deezen staat blyven?’ - De Doctor | |
[pagina 475]
| |
antwoordde: ‘Niet lang, myn Heer!’ - Hierop betuigde hy met de grootste rustigheid: ‘Ik vrees niet voor den Dood, Doctor!’ - Zyne ademhaaling ging allengskens korter, en hy lag het leeven zagtlyk af. Volgens het getuigenis zyns Geneesheers, ‘was hy, van den aanvange zyner ongesteldheid, en door alle de tydperken van dezelve heenen, vast in het begrip, dat dezelve in den dood zou eindigen: by onderwierp zich aan de poogingen, te zyner herstellinge aangewend, eer uit pligt, dan in de verwagting van eenige baat. Hy hieldt de aannadering zyns doods voor gelyktydig met den loop zyner Kwaale; en verscheide uuren voor zynen dood gaf hy, naa herhaalde poogingen om verstaan te worden, te kennen, dat hy wenschte, zonder verder gemoeid te worden, te mogen sterven.’ De Generaal washington was kloek en welgemaakt van lyfsgestalte, ongemaakt van houding. Hy hadt blaauwagtige oogen, geenzins uitpuilende; zy gaven diepdenkenheid te verstaan, en geen geringe maate van leevendigheid straalde 'er in door, wanneer hy zich in groote bedryven bezig vondt. Zyne gelaatstrekken waren sterk, manlyk, en maakten een diepen indruk; uit den aart was hy stil en ernstig; zyne houding bedaard, ernstig, en tekende gevoel. In zyn geheele voorkomen straalde eene ongemeene waardigheid en bevalligheid door, welke op 't oogenblik een diep ontzag en hartlyke hoogagting verwekten. Hy scheen gebooren om onder zyne medemenschen eenen uitsteekenden rang en het bevelhebberschap te bekleeden. In zyne Staatswaardigheid ontving hy die om gunstbetooningen verzogten, en beantwoordde hunne verzoeken, met die bevalligheid en goedaartigheid, dat elk van hem heenen ging in het denkbeeld, dat hy in de gunste des Opperhoofds deelde. Hy bezat een uitsteekend en welgeoefend verstand, een veelbevattenden en onderscheidenden geest, een zeer vast geheugen, een juist en zuiver oordeel, en hieldt zyne driften onder volmaakt bedwang. Hy was een man van de striktste eerlykheid in alle zyne handelingen, en stipt in het houden van aangegaane verbintenissen. Uit den aart was hy zagt en edelmoedig. Braafheid, gemaatigdheid en eenvoudigheid maakten uitsteekende trekken in zyn character uit; doch, wanneer het | |
[pagina 476]
| |
noodig was, betoonde hy een onverschrokken moed, vastheid van geest, en onafhangelykheid van anderen. Hy was een tederlievend Egtgenoot, een getrouw Vriend, een menschlievend Meester, en een Vader voor de Armen. Hy bragt zyne dagen door in het betoon van eene hebbelyke geregeldheid, maatigheid en vlyt. Hy stondt by het aanbreeken van den dag op, en ging doorgaans 's avonds ten negen uuren te bedde. Alle de uuren van den dag waren bestemd tot het volvoeren van eenige bezigheid. In zyne tydsverdeeling was de Godsdienst niet vergeeten. Gevoelende, 't geen hy zo dikmaals erkende, zyne volslaagene afhangelykheid van god, begaf hy zich dagelyks, op vastbepaalde tyden, naar zyne binnenkamer, om god te vereeren, en diens gunst af te smeeken. Hy was zeer strikt in het waarneemen van den Zondag, en voorbeeldlyk in het bywoonen van den openbaaren Eerdienst. |
|