Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 433]
| |
Iets over de Lazzaroni.De Lazzaroni, welke een byzonder soort van menschen uitmaaken, en als een waar zedelyk verschynzel kunnen beschouwd worden, hebben altyd de opmerkzaamheid der reizigers door Napels tot zich getrokken. Deeze lieden hebben zich, vooral in den tegenwoordigen oorlog in Italiën, te merkwaardig gemaaktGa naar voetnoot(*), dan dat zy niet een nader onderzoek zouden verdienen; te meer, nadien men ze gemeenlyk als bedelaars beschouwt, en hun byzondere toestand, dien zy als een eigen corporatie, en in zeker opzicht als een status in statu hebben, niet overal bekend is. Het zyn lieden van een' laagen en armoedigen staat, die alle gemakken des levens met eene Stoïcynsche onverschilligheid verachten; die geen bezigheid, eigendom, wooning of levensonderhoud hebben, en ten uitersten armoedig zyn; maar nogthans in een zekere verééniging leeven, en in Napels, alwaar zy zich, volgens de verzekering van archenholz, alleen ophouden, een getal van niet minder dan 40,000 uitmaaken. Den naam Lazaroni, of Lazzaroni, hebben zy ontleend van den armen Lazarus, die naakt en hulpeloos voor de deur van den onmedogenden ryken lag; men noemt ze ook spotswyze Banchieri (Bankiers), wyl ze des nachts, by gebrek van bedden en herbergen, onder voordaken en overdekte galeryen op banken slaapen. Schoon allen zich wel niet in deezen toestand bevinden, is echter, over het algemeen, hunne kleeding zeer eenvoudig, slegt en morssig. Alleen de feestdagen maaken hiervan eene uitzondering. Alsdan ziet men ze, volgens het bericht van swinburne, in deszelfs Rei- | |
[pagina 434]
| |
zen door de beide Siciliën, zeer bont versierd, met een geborduurd wambuis, met gevlamde koussen, en met gespen van buitengewoone grootte op de schoenen. De Lazaroni van het vrouwlyk geslacht verschynen ook op feestdagen in haar gala, gelyk ze het noemen; dat is, haar hair met een geele geweeven muts en met scharlaken netten bedekt. By dit alles zyn zy met hunnen toestand niet alleen zeer te vreden, maar denzelven ook zeer toegedaan. Toen moritz, op zyne reis door Italiën, zich te Napels eenigen tyd ophield, woonde hy in een huis, voor het welk eene soort van vergaderplaats der Lazaronis was; hy zag daar den gantschen dag uit zyn venster grysaards, mannen en jongelingen, zich half naakt in den zonneschyn legeren, en deeze Philosophen, gelyk hy ze noemt, scheenen hem het gebrek van tydverdryf zoo weinig te voelen, dat zy elkanderen niet eens tot eenig spel aanzetten, maar halve dagen lang met de armen overeengeslagen zaten, stonden of lagen. Nooit bespeurde hy, dat het gevoel van armoede en naaktheid drukkend voor hun was. Zy jammerden niet, zy klaagden niet, maar kortswylden en lagchten onder malkanderen, en uit hun gelaat en gebaarden kon men niets anders besluiten, dan dat zy het goed hadden. Zekerlyk heeft de ongemeen groote vruchtbaarheid van het land, de heete luchtstreek en de vadzigheid deeze klasse van lieden voortgebragt. Een Lazarone vergenoegt zich dikwerf geduurende eenige weeken om slechts van vruchten te leeven, welke de aarde aldaar zoo voortreflyk en overvloedig oplevert. In hunne geringe behoefte is een kleine winst, welke zy op zeer onderscheiden manieren verkrygen, toereikend. Men gebruikt hen voor daghuurders, dragers, boodschaploopers, enz. en zy zyn met een geringe belooning te vreden. Het is, volgens swinburne, onwaar, dat ze, gelyk sommigen beweeren, hun leven volstrekt in de open lucht doorbrengen, en 's winters en 's zomers, welk weder het ook zyn mag, op straat slaapen. In den zomer is zulks te Napels zeer aangenaam; maar in den winter zou geen hond het guur weêr uithouden, niet zoo zeer wegens de koude, als wel om de nattigheid, die in den regentyd veroorzaakt wordt door de geweldige plasregens, welke gewoonlyk verscheiden weeken agter elkander duuren. In deezen regentyd neemen de meesten | |
[pagina 435]
| |
hunne toevlugt tot de onderaardsche holen onder Capo di monte. Het spreekwoord, armoede leert veel kwaad, geldt gelukkiglyk niet by de Lazaroni. Zy toonen byna niet de minste losbandigheid, schoon hunne talryke menigte hen daartoe ligt kon verleiden; zy zyn, integendeel, demoedig, verdragende met geduld de verachting en beledigingen, die hen van het ander gepeupel worden aangedaan; het geen zeer gelukkig is; ‘want,’ zegt archenholz, ‘indien dit ligchaam telkens een ieder van deszelfs leden wilde beschermen en wreeken, zou Napels een moordkuil worden.’ Met hunnen toestand niet alleen wel te vreden, maar denzelven ook toegedaan zynde, benyden zy het beter lot der aanzienlyken geenszins; zy plegen geen ongeregeldheden, zy steelen en rooven niet. Nimmer namen zy deel aan de misdaaden, welke in Napels gepleegd wierden. Zy geven de armoede den voorrang boven den rykdom; en daar armoede en ellende twee zeer verschillende zaaken zyn, mag men deeze eerlyke, goede en in menig opzicht achtingwaardige menschen wel arm, maar niet ellendig noemen, en dezelve niet plaatsen in die laage klassen van gepeupel, welke het schuim der natie uitmaaken, en uit dieven en schelmen bestaan. De Lazaroni hebben altyd een Opperhoofd, waaraan het Hof en de Ministers steeds achting beweezen hebben. Aan dit Opperhoofd is opgedragen, om het volk eenig aanzien te verschaffen, en te verhinderen, dat aan hetzelve geen onrecht gedaan worde. 'Er is nog geen voorbeeld van, dat zich een van deeze Opperhoofden ooit heeft laaten omkoopen. By een' opstand wordt hun Opperhoofd een veel beduidend persoon; alles verzamelt zich dan rondsom hem. In dergelyke gevallen blyft 'er voor het Hof niets anders over, dan den een' of anderen Predicante (Prediker), die by de Lazaroni bemind is en in een reuk van heiligheid staat, te betaalen; deezen gelukt het altyd, de woede van het volk te bedaaren. De Lazaroni hebben hunne byzondere wetten. Zy vergaderen zoo vaak het hen belieft, en de Regeering laat dit gerust toe. Het zou ook niet raadzaam zyn, om hen tot eene slaafsche gehoorzaamheid te willen dwingen. Hun Hoofd heeft ook zyne Assessori (Byzitters), en is in de daad een Tribu- | |
[pagina 436]
| |
nus plebis (Gemeensman); ofschoon hy geen ambtskleeding draagt en geen lyfwacht heeft, echter laat hy zich toch van zoo veele zyner medebroederen vergezellen, als hy meent noodig te hebben. Hy heeft het recht, om aan den Koning en deszelfs Ministers voorstellen te doen. By zekere plegtigheden aan het Hof heeft hy zyne bestemde plaats. Hy woont het trekken van het Lotto, eenige Kerklyke plegtigheden en alle feesten ten Hove by, zonder op zyne kleederen een onderscheidend merkteken te dragen; maar wordt desniettegenstaande altyd geëerd. Want 40,000 mannen, waarby zich, in geval van nood, nog de schippers, de visschers van Chiäga, en - gelyk men voorleden jaar gezien heeft - al het janhagel voegen, staan hem ten dienste. Wanneer de Koningin in de kraam komt, zenden de Lazaroni hun Opperhoofd, onder goed geleide, naar het Hof, om zich te overtuigen, dat het Kind van het gewenschte geslacht is; men reikt hem hetzelve over; hy kuscht het, vertoont het aan het volk, en doet daarby eene redenvoering, waarin echte welspreekenheid doorstraalt; want de Lazaroni spreeken, over het geheel genomen, zeer goed en met orde, maar altyd in hun Koeter-Italiaansch, en met veel gebaarden. H. |
|