Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800

[p. 340]

Slekkenvoeding in het canton van Appenzell.

(Ontleend uit de Schilderung der Gebirgsvölker der Schweitz, door john gottfried ebel, M.D.)

‘Onder de Voedzels, waar van zommigen op het hooren van den naam walgen, en die van anderen voor eene Lekkerny gehouden worden, mag men, met regt, de Slekken tellen. In ons Mengelwerk voor den Jaare 1797, bl. 327, deelden wy deswegen onzen Leezeren eene en andere byzonderheid mede. Wy vermeldden van een Slekken-soep, in Spanje voor eene Lekkerny gehouden; van een Slekkenfokkery, door een Spanjaard in Engeland, by Banstead in Surry, aangelegd: wy willen hun niet onthouden, 't geen de Heer ebel schryft, dat ook in Zwitzerland hieromtrent plaats heeft. Hy vermeldt ons:’

Onder de veelvuldige wyzen van vlytbetoon in Innerooden^(*), mag men het Slekkenvoeden tellen. In de kleine Tuingronden, langs de Rivier Sitter, wordt in den Zomertyd zulk een aantal Slekken gehouden en gevoed, dat men het knauwen op den afstand van eenige schreden kan hooren. Men zamelt jonge Slekken op in de omliggende streeken, en brengt ze zamen in de gemelde Tuinen, wier eigenaar dezelve aldaar voedt, tot dat zy, by het naderen van den Wintertyd, zichzelven opsluiten. - By het voedzel, 't welk zy aldaar op den grond aantreffen, en die de Kerssenboom, in elken tuin geplant, hun verschaft, wordt die voorraad vermeerderd met salade en koolbladen, en die van andere planten, waar door deeze Dieren schielyk en verbaazend vet worden. - Eenigen tyd vóór de Vasten, pakken de Eigenaars de geslootene Slekken in Vaten, en brengen ze te koop na de Kloosters in Zwaben, Beyeren en Oostenryk, zelfs tot in Weenen toe, waar men ze als Lekkernyen opkoopt. Door dien Slekkenhandel hebben zommigen, naar hun doen, vry veel gelds gewonnen.

(*) Het Canton Appenzell is verdeeld in Innerooden, of het binnenste gedeelte, en Ausserooden, 't welk de Landen begrypt, aan de grenzen gelegen.