Zekere Nonne bertilindis gaf, in den Jaare 710, aan denzelven willebrord haare goederen, in eene plaats by de Rivier Dudmala gelegen; welke plaats in het Diploma genoemd wordt Hoccascaute; by e. martene, Tom. I. fo. 17. Willebrord meldt ook onder de goederen, die hy aan 't Klooster van Epternak bespreekt, die, welke hem de Nonne berethinda had geschonken, welker ligging in zyn uitersten wil by anraeus genaamd wordt Bobanschot, doch in de aanteekening Bocanschot, en in de uitgaaf van t.e. van goor, achter zyne Beschryving van Breda, bl. 402, Hokanschot. Het is vry duidelyk, dat by den Giftbrief van de Nonne bertilindis, en in den uitersten wil van willebrord, dezelfde plaats bedoeld wordt, zo als blykt door den schranderen j. wagenaar ook te zyn opgemerkt, in zyne Vaderlandsche Historie, Iste Deel, bl. 53; hoe zeer g. van loon 'er twee plaatzen van maakt, in zyne aloude Regeeringswys van Holland, Iste Deel, bl. 61. Het is niet onwaarschynlyk, dat men in den Giftbrief Boccascaute, en in den uitersten wil Bocanschot moet leezen, en dan verschillen die naamen zo veel niet. Onder de verschillende gissingen naar de plaats daar door aangeduid, is denklyk die de rechte, welke 'er door verstaat Baschot, een gehucht van het Dorp Diessen, in het Quartier van Oosterwyk, in de Meijery van den Bosch, alzo ook het Dorp Diessen zelf in dien uitersten wil is vermeld, en de geheugenis van willebrord daar nog wordt bewaard, onder anderen ook door de Cynsen, die het Klooster
van Epternak onder Baschot, tot de laatste verandering toe, bezat; die plaats nu, schoon van de Rivier de Dommel verwyderd, ligt echter in dezelfde landstreek, waar die Rivier door loopt.
Ansbaldus gaf, in den Jaare 712, aan willebrord zyne goederen, in eene plaats by de Rivier Dutmala gelegen, welke plaats in den Giftbrief, by e. martene, Tom. I. fo. 19, genoemd wordt Levetlaus; doch volgens de aanteekening van j. veldius op 't verhaal der Mirakelen van St. Remalus, Cap. 2, te vinden in de Acta Sanctorum Belgii Selecta, gedrukt te Brussel, 1785, Tom. III, pag. 499, zou men daar moeten leezen Lethernau, of Ledernaus, en zou daar door bedoeld worden Lerneux, in 't land van Stablo, op den weg van daar naar Luik, gelegen; maar die plaats ligt niet naby de Dommel; en, zo midsdien die plaats door voorzeide benaaming is aangeduid, heeft die Rivier haaren naam ter dier tyd vry ver uitgestrekt.
En dit zal genoeg zyn ten blyke van de overoude bekendheid der Rivier de Dommel.
Wat den oorsprong van den naam der Dommel betreft, men zal die veiligst zoeken op de wortel- of zaak-deelen, demp, damp, domp, in de tweede Proeve van geregelde afleiding