Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLevensbericht van den beroemden wiskundigen J.E. Montucla.De geleerde waereld heeft een der beroemdste vernuften dezer eeuw verloren, in den persoon van j.e. montucla, Lid van het Nationaal Instituut van Frankryk, van de Akademie der Wetenschappen en fraaije Letteren te Berlyn, van de vrye Maatschappy tot bevordering van den Landbouw in het Departement van de Seine en de Oife, en van de geleerde Kweekschool deszelfden Departements. Hy stierf te Versailles, den 27 Enmaire l.l. (28 December 1799.) Hy was geboren te Lyon, den 5den September 1725, en had aldaar zyne eerste letteroefeningen volbragt, in een der huizen dezer vermaarde Maatschappy, zo lof- | |
[pagina 239]
| |
waardig door haaren arbeid in het onderwyzen der jeugd, en door de onderscheiding, waarmede zy de ontluikende bekwaamheden weet te schatten en te bestieren in derzelver eigenaartige vakken. De buitengewoone geschiktheid van den jongen montucla voor de wiskundige wetenschappen ontging de opmerkzaamheid zyner leermeesters niet, en een van hen bevorderde deze natuurlyke neiging door byzondere lessen. Deze eerste pogingen hadden zulk een goed gevolg, en de leerling had zulk een zucht om in deze studie vorderingen te maken, dat hy alle zyne oogenblikken van uitspanning daaraan toewydde, zonder zyne andere studiën te verzuimen op de uuren die daartoe bestemd waren. Deze verdeling van zyn' tyd is, in het kort, de historie van zyn leven; en in het midden der verschillende beroepen, die een middenmatig fortuin hem verpligtte waar te nemen, bleef de Wiskunde zyne geliefkoosde uitspanning, en besteedde hy daaraan byna alle de snipperuuren, die zyne andere werkzaamheden hem overlieten. Hy studeerde vervolgens in de Rechten, op de Hoogeschool te Toulouze; en toen hy de Bul verkregen had, begaf hy zich naar Parys, alwaar hy zich welhaast met een gezelschap Geleerden en Kunstenaars verbond, die dagelyks by den Boekverkoper jombert by elkander kwamen, en waaronder men d'alembert, diderot, coustou, cochin en andere vermaarde mannen telde. Het was op dit tydstip, dat hy het ontwerp vormde om eene geheel nieuwe loopbaan te openen, door de Wetenschappen op eene historiesche wyze te behandelen; een denkbeeld, dat in bacon opgekomen is, en volgens het welk men geloost dat de vermaarde montmort heeft beginnen te werken, maar 't welk door niemant nog ter uitvoer gebragt was. Deze groote onderneming wierd in stilte begonnen en volvoerd, en de Histoire des MathématiquesGa naar voetnoot(*) verscheen eensklaps in | |
[pagina 240]
| |
het licht, tot verwondering en verbazing van het geleerde Europa, toen derzelver Schryver weinig meer dan dertig jaaren oud was. Drie jaaren ná de uitgave van dit Werk volgde hy den Heer pajot de marcheval naar Grenoble, in hoedanigheid van Secretaris, en nam dezen post waar tot in 1764. Omtrent dezen tyd wierd de Ridder turgot tot Gouverneur van Cayenne benoemd, en montucla verzelde hem naar dit Eiland, met den tytel van Secretaris en Astronomist des Konings. By zyne terugkomst van Cayenne, ging hy weder naar Grenoble, alwaar zyne familie gebleven was; en in 1766 wierd hy door den Heer de marigny, toenmaals Directeur generaal der gebouwen des Konings, benoemd om in dit bestier den post van eersten Klerk te bekleden, dien hy vervuld heeft tot den 31sten December 1792, toen dit bestier afgeschaft wierd. Hy begaf zien sedert naar Versailles, met oogmerk om zich geheel aan de zorg voor een' nieuwen Druk van zyne Historie der Wiskunde over te geven, die hy tot op onze dagen vervolgen zou. By de oprichting der Centraale Schoolen in het Departement van de Seine, wierd hy tot Leeraar in de Wiskunde benoemd; doch de slechte staat zyner gezondheid, en de zwakheid zyner stem, hem niet toelatende openbaare lessen te geven, besloot hy dezen post te weigeren, schoon hy, uit hoofde van zyn gering vermogen, genoodzaakt was bekrompen te leven, en veel te ontberen, dat in een' gevorderden ouderdom bezwaarlyk te missen valt. 'Er zat te dier tyd in het Directoire der Republiek een man, dien de Zanggodinnen sedert zyne kindschheid begunstigd hadden, een vriend der fraaije letteren en wetenschappen, die hy zelf met goed gevolg beoefende en met yver beschermde, die zich weldadig be- | |
[pagina 241]
| |
toonde, ondanks de algemeene schaarschheid der geldmiddelen, en zyne geschenken met onderscheiding uitdeelde, ondanks de verhevenheid van zynen rang; de Burger geoffroy, die aan hem verbonden was door de vriendschap en door de posten die hy by hem bekleedde, en die waardig was hem in zyne oogmerken behulpzaam te zyn, vroeg en verkreeg, buiten weten van montucla, een Loterycomptoir voor den Historieschryver der Wiskunde, en slaagde vervolgens om op dezen Geleerden een pensioen van 200 Francs maandelyks te doen overbrengen, 't welk aan den vermaarden de saussure toegestaan en door deszelfs dood losbaar geworden was. Montucla kon deze laatste weldaad slechts vier maanden genieten: eene ziekte, die zyn verzuim ongeneeslyk gemaakt had, eindigde zyne dagen, ná langdurige smarten, waarin de sterkte zyner ziel en het onverwrikbaar geduld van zyn charakter doorstraalden. De hoofdtrek in het afbeeldzel van montucla was deze beminnelyke eenvouwdigheid in den omgang, deze gewoonte van oprechtheid en openhartigheid, die het onfeilbaar kenmerk van eene zuivere ziel en een goed hart zyn, het natuurlyk en onwillekeurig gevolg van een volmaakt gerust geweten. Zedig in den hoogsten graad, ondanks de verhevenheid zyner bekwaamheden en zyne kundigheden boven anderen; edelmoedig en weldadig jegens iedereen, ondanks zyn bekrompen fortuin, leefde hy alleen voor zyne pligten van Echtgenoot, Vader, Vriend en Burger; en slechts twee dingen begroef hy altoos in eene eeuwige vergetelheid, zyn eigen verdienste en het goed aan anderen door hem gedaan. |
|