| |
| |
| |
Beknopt bericht wegens Spallanzani en diens schriften.
(Getrokken uit de Memoire Historique sur l. spallanzani & ses Ecrits, par jean senebier, Bibliothécaire de Genève.)
Lazarus spallanzani, gebooren te Scandiano, op den 10 van Louwmaand 1729, begaf zich, na dat hy door de Jesuiten in de Fraaije Letteren was onderweezen, naar Bologne, alwaar hy zich, onder het opzicht van laura bassi, eene der geleerdste Vrouwen deezer Eeuwe, in verschillende Weetenschappen oeffende. Zyne hoofdstudie was de Rechtsgeleerdheid, niet uit verkiezing, maar om aan de begeerte zyns Vaders te voldoen. Ook zou hy eerlang de Doctoraale Waardigheid in die Weetenschap bekomen hebben, zo niet de beroemde vallisneri zynen Vader had bewoogen, om den Jongeling toe te staan, zich voortaan in andere kundigheden te oeffenen, die meer van zynen smaak waren; te weeten, de Wiskunde en de levende en doode Taalen.
Eerlang bekwam spallanzani een grooten naam onder de Italiaansche Geleerden, en wierd in 1754 aangesteld tot Hoogleeraar in de Wysbegeerte en in het Grieksch, op de Hoogeschool van Reggio. Hy bleef hier, geduurende zes jaaren, en kreeg thans, boven alles, smaak in het naspeuren der Natuur. Vooral deed hy een aantal waarneemingen aangaande de Insusiediertjes, die de aandagt der beide groote Natuurkenners haller en bonnet tot zich trokken.
In 1760 wierd hy tot Hoogleeraar aangesteld te Modena, alwaar hy, acht jaaren laater, zyn' Voorlooper in het licht gaf van een Werk, 't geen hy dagt uit te geeven, over de hervoortbrenging van vernielde deelen der dierlyke lichaamen. Deeze enkelde schets bevat meer nieuws, dan alles, wat daar over, tot dus verre, geschreeven was: omdat in dezelve de weg wordt aangeweezen, dien men in dit donker stuk heeft te volgen; terwyl 'er veele ontdekkingen in voorkomen, welke men niet verwagt had; als daar zyn: het voorafbestaan der popjes (tetards), vóór de bevruchting, in
| |
| |
de Padden en Kikvorschen; de vernieuwing van het hoofd der Tuinslakken, 't geen men hun heeft afgesneeden: eene waarneeming, reeds voorheen gedaan door bonnet, doch door veelen ten onrechte tegengesprooken; eindelyk de vernieuwing van den staart, der beenen en der kaakbeenen, in den Watersalamander, na dat men die deelen had weggenomen. Jammer is het, dat het groot Werk nooit het licht heeft gezien; denkelyk omdat menigvuldige bezigheden, van veelerlei aart, den Schryver verhinderd hebben, om verscheidene zaaken, die in dit duister stuk eene nadere beslissing behoefden, met eene genoegzaame naauwkeurigheid te onderzoeken.
Toen de Academie van Pavia, eenige jaaren laater, op een meer luisterryken voet, dan tot hier toe had plaats gehad, wierd ingericht, wierd aan spallanzani, door de Keizerinne maria theresia, het Hoogleeraarschap in de Natuurlyke Historie opgedraagen. Hy nam deezen post aan, en koos, tot grondslag zyner Lessen, de Beschouwing der Natuur van bonnet. Hy vervulde de onvoltooide vakken van dit Werk, hy breidde deszelfs inzichten uit, en bevestigde de daar in voorkomende onderstellingen met proeven. Met reden oordeelde hy, dat een Boek, 't geen de liefhebbery voor de Natuurlyke Historie in zyne Leerlingen deed ontvonken, 't best geschikt was, om hen met naarstigheid in het beoeffenen dier Weetenschap te doen volharden. Hy vertaalde hierom dit Werk in het Italiaansch, en voorzag het met eene Voorrede en met Aantekeningen, in welke, ten dienste der Leerlingen, voornaamelyk die stukken der dierlyke huishouding worden aangeweezen, die de meeste aandagt verdienen. Het eerste Deel deezer doorwrogte Vertaaling verscheen in 1769 in het licht, en het tweede Deel in het volgend jaar.
In 1776 gaf onze Wysgeer de twee eerste Deelen uit van een Werk, over de dierlyke en groeijende huishouding. By deeze gelegenheid geraakte hy, over het werk der Voortteeling, in geschil met needham, wiens gevoelen over de groeijende kragt, door zyne proeven, wederlegd was. Nergens worden de zo beruchte Zaaddiertjes zo naauwkeurig beschreeven, onder anderen, in vergelyking der Infusie-diertjes, met welke zy door vee- | |
| |
len wierden verward: terwyl teffens, door de proeven van spallanzani, de gevoelens van buffon, omtrent dit stuk, ten sterksten wederlegd worden; 't geen zyne geheele leer, ten opzichte der bewerktuigde deeltjes, (molécules organiques) doet in duigen vallen. Verder vindt men hier uitgewerkte Verhandelingen over het zogenoemde Raderdiertje en het Luiaardje, inzonderbeid met betrekking tot de eigenschap deezer diertjes, door welke in hun, door uitdrooging, alle levenswerking jaaren lang opgeschort, en hun, zo men ze maar bevogtigt, kan wedergegeeven worden. Eindelyk beschryft hy hier naauwkeurig die zoorten van Paddestoelen, welke bekend zyn onder den naam van Schimmel, wier zaaden, volgens zyne waarneemingen, steeds in de lucht rondzwerven, en die deeze byzondere eigenschap hebben, dat zy in allerlei strekkingen opgroeijen; terwyl andere gewassen steeds, zo veel mogelyk is, rechtstandig opgroeijen boven hunne wortels.
In 1780 gaf onze Wysgeer te Pavia twee nieuwe Deelen in 't licht van zyne dierlyke en plantaartige Natuurkunde. Het eerste deezer Stukken bevatte voornaamelyk zyne ontdekkingen over de Spysverteering, die ten klaarsten bewyzen, dat deeze bewerking voornaamelyk volbragt wordt, door eene eigenaartige werking van het maagzap, 't geen byna eveneens op de spyzen werkt, als de verschillende scheidvogten op de harsten, de metaalen, enz. Het tweede Deel deezer Verhandelingen gaat over de Voortteeling der Dieren en der Gewassen, omtrent welke hy ten klaarsten betoogt, het voorbestaan der kiemen vóór de bevruchting in beide deeze Ryken der Natuur. Ten opzichte van het dierlyk Ryk bewyst hy dit voorafbestaan ten duidelyksten, in vyf verschillende zoorten van Kikvorschen, Padden en Salamanders, terwyl hy de uitkomsten verhaalt der konstige bevruchtingen der poppen deezer vyf verschillende zoorten, gelyk ook eener konstige bevruchting van een viervoetig Dier. Op dezelfde wyze bewyst hy, ten opzichte van het groeijend Ryk, het bestaan der zaaden, vóór het opengaan der Bloemen. Inzonderheid toont hy, door eene allerkonstigste ontleeding der bloem van het Spartium Junceum, dat de peultjes met hunne zaaden, derzelver kiemen, enz. lang vóór het opengaan der knoppen bestaan hebben; waar uit ten aller- | |
| |
duidelyksten blykt, dat deeze deelen door de werking van het stuifmeel niet gebooren, maar alleen in werking zyn gebragt.
Om het Natuurkundig Kabinet van Pavia, welks toevoorzicht aan spallanzani was opgedraagen, aanmerkelyk te verryken, ondernam deeze onvermoeide Wysgeer een aantal geleerde Reizen. Onder anderen begaf hy zich, in 1785, met den Venetiaanschen Gezant by de Porte, naar Constantinopel. Aldaar en in de nabuurige Gewesten deed hy een grooten voorraad op van allerhande natuurlyke zeldzaamheden, welke niet weinig aangroeide, op zyne te huisreize, door Valachie, Zevenbergen en Hungarye. Hoe veel gelegenheid hy hier door ook bekomen had, om het Kabinet met veelerhande delfstoffelyke zeldzaamheden te verryken, deed het hem altoos leed, dat het vak der Volkanische voortbrengzelen zeer schraal voorzien was. Dit bewoog hem, in 1788, een bezoek af te leggen by de verschillende vuurspuwende Bergen in Italie. In de eerste plaats begaf hy zich naar Napels, om den Vesuvius en zyne voortbrengzels van naby te leeren kennen. Vanhier begaf hy zich naar de Liparische Eilanden, en ontleedde, om zo te spreeken, derzelver vuurspuwende Bergen, met de naauwkeurigheid van een Natuuronderzoeker, die een vlinder ontleedt, en met de onverschrokkenheid van een Krygsknegt, die in den oorlog het dringendst levensgevaar trotzeert. Met hetzelfde oogmerk begaf hy zich naar Sicilie, om de verschynzels en de voortbrengzels van den AEtna gade te slaan; by welke gelegenheid hy insgelyks gewigtige naarspooringen en ontdekkingen deed, betrekkelyk tot de Scilla en Charybdis, en andere by de oudheid reeds beroemde plaatzen van dit belangryk Eiland.
Een der laatste ontdekkingen van deezen grooten Natuurkundige, was zyne waarneeming, betrekkelyk tot de zintuigen der Vleermuizen, die hem leerde, dat, wanneer deeze Dieren van hun gezicht wierden beroofd, zy echter alles, wat van dit zintuig afhangt, eveneens uitvoerden, als of zy ziende waren; zo dat zy in hunne vlucht de geringste hinderpaalen wisten te vermyden. Ras wierden de proeven van spallanzani door andere Wysgeeren herhaald, en gaven aanleiding tot het onderstellen van een byzonder zesde zintuig by deeze Dieren. Doch de proeven van den Hoogleeraar jurin, over
| |
| |
het maakzel des gehoors in deeze schepzels, bragten onzen Wysgeer naderhand op het vermoeden, dat de door hem waargenomene verschynzels aan de volkomenheid des gehoors, by dit geslagt, moesten worden toegeschreeven.
In het begin van February 1799 gevoelde spallanzani het ongemakkelyk toeval eener opgestopte waterloozing, met welke by meermaalen zonder kwaad gevolg had gezukkeld. Thans was de kwaal van een ernstiger aard: want na verloop van weinige uuren geraakte hy buiten kennis, en stierf reeds met het tweede etmaal, niettegenstaande alles, wat de Geneeskunst in zodanige gevallen vermag, wierd in het werk gesteld door den schranderen Franschen Geneesheer tourdes, en den byzonderen Vriend des overledenen, den Hoogleeraar scarpa. Deeze doodelyke slag dompelde zyne maagschap in diepen rouwe, deed de traanen van alle zyne vrienden en leerlingen stroomen, en verwekte eene algemeene verslagenheid by het volk, 't geen 't zich tot eene byzondere eere rekende, dat hy onder hun gebooren was. Eerlang deed de beroemde Hoogleeraar gregorio fontano een opentlyk voorstel aan de toenmaalige Regeering te Milaan, om voor spallanzani een Gedenkteken op te richten, by die van frisi, beccaria en verri, die hun Vaderland zo veel eere hadden toegebragt.
|
|