regt en goed is, in eenige betrekking, strekkende tot het welvaaren en geluk des Menschdoms, hetgeen hy weet niet daadlyk te werk stelt.
Vorsten kunnen niets goeds doen, zonder den raad der Wyzen en Braaven; maar de Wyzen en Braaven kunnen gelukkig weezen, zonder de gunst en bescherming der Vorsten.
De braafsten onder de zodanigen, die onder de Kinderen der Menschen Grooten genaamd worden, zyn de zulken, die vermaak scheppen in het gezelschap der Verstandigen en Braaven. Het slegtste character onder hun, die men met den naam van Philosophen vereert, is dat van den Man, die alleen de Vriendschap der Grooten zoekt.
Wee dat Volk, by 't welk de Jonge-lieden reeds de Ondeugden der Bejaarden hebben, en den Bejaarden nog de Ongeregeldheden der Jeugd aankleeven.
Het rustloos gedeelte des Menschdoms mag men in twee deelen onderscheden - In Menschen, die zoeken en niet kunnen vinden; en de zodanigen, die vinden en niet weeten te genieten.
Een Mensch kan zonder Broeder, maar niet zonder Vriend, leeven.
De weezenlyke Wees is hy niet, die zynen Vader veerlooren heeft; maar hy, die van zynen Vader geen goede Opvoeding verkreeg.
Het is met een geuit Woord even eens als met een afgeschooten Pyl: de laatste, eens afgeschooten, keert niet tot den Boog te rugge; het eerste komt niet weder op de Lippen.
Het Geheim, my toevertrouwd, is myn Slaaf: my eens ontsnappende, zou het myn Meester worden.
Wanneer een ligt volvoerbaar werk te doen staat, waarom zult gy dan overtollige middelen aanwenden? Waarom een Plek opvatten, als een Naalde het verrigten kan?
Onder alle onderscheidene soorten van Haat is die van een Nydigaart de onverzoenlykste. Deeze is een ongeneesbaare kanker.
Geduld is de sleutel voor elke deur, en het geneesmiddel tegen allen kwaad.
Ongeduld onder drukkend leed is de diepte der verdrukking zelve.
De Kat is een Leeuw voor de Muis; maar deeze slegts een Muis voor den Tyger.
Honden blaffen togen de Maan; maar de Maan blyft des ondanks ongestoord schynen.
De Deurwaater aan de poort eens Zotten Mans mag altoos, met waarheid, zeggen: Daar is niemand t'huis.
Indien iemand u zegt, dat een Berg van plaats verwisselde, gy moogt dit gelooven; maar, indien iemand u ver-