| |
| |
| |
Aanmerkelyke byzonderheden, betreffende het Noord - Americaansch gemeenebest. Getrokken uit eene derwaards gedaane Reize, geduurende de Jaaren 1795, 1796 en 1797, door La Rochefoucaultliancourt.
(Vervolg van bl. 78.)
Meermaalen had onze Reiziger gelegenheid, om de bewerking van de Ahornboom - zuiker te zien, en dien aangaande veele waarneemingen in te zamelen. Onder anderen meldt hy, dat de boomen, zo als zy in het wilde groeijen, jaarlyks ieder drie ponden zuiker geven; doch dat die hoeveelheid tot zes of zeven ponden kan vermeerderd worden, wanneer de boomen, met behoorlyke tusschenruimten, in een bogaart worden geplant. Niet alleen bekomt men uit het eerste zap van deezen boom de zuiker, maar het tweede zap is zeer geschikt tot het bereiden van een aangenaamen Cyder - drank; terwyl eene derde tapping goeden wyn - azyn oplevert. De tyd, op welken men dit zap bekomen kan, begint met den eersten February, en duurt zes weeken; doch zo dikwyls als het in dien tyd regent of vriest, moet men de dagen voor verlooren rekenen, en dus wordt de inzameling zeer gering, wanneer het zaizoen tegenloopt. Met dat alles schynt deeze zuiker een voorwerp van een voordeeligen koophandel te kunnen worden: dewyl, over 't algemeen gerekend, twee persoonen, in één zaizoen, vyf of zes honderd ponden zuiker kunnen bereiden, en men dus in staat is het product te vermeerderen, naar maate men meerder handen kan aan het werk stellen; zynde de overvloed der boomen zo groot, dat men niet ligt handen genoeg zal kunnen bekomen, om ze alle te gebruiken.
Onder de nieuwere ontginningen van onbebouwde gronden in Noord - America is die van den Heer Williamson de aanzienelykste. Het grondgebied, 't geen men hem gegeeven heeft, is aan den eenen kant bepaald door het meir Outario, en aan de andere zyden, meerendeels, door de rivier Génessée. Zyne geheele bezitting zal on- | |
| |
geveer tachtig Engelsche mylen lang en vyf - en - dertig breed zyn. De eerste uitgaven, die besteed hebben moeten worden, om op eenen zo uitgestiekten grond iets te beginnen, zyn voorzeker onnoemelyk groot geweest: want de aanlegger heeft, ten dien einde, behalven het aanleggen van rydwegen na de voornaamste nabuutige Steden, nog eene menigte huizen en fabrieken moeten bouwen, onder welke men zeven houtzaagmolens en drie koornmolens telt. Ondertusschen zyn hem reeds veele zyner uitgaven vergoed, door het verkoopen van achtmaalhonderdduizend akers, op welke hy ten minsten vyftig duizend ponden sterling heeft gewonnen.
Van hier begaf zich onze Reiziger met zyn gezelschap na den beroemden waterval van Niagara, aangaande welken hy, onder anderen, het volgende aantekent. De vloed, die uit het meir Erié voortvloeit, verbreedt zich allengskens, zelfs tot drie mylen wydte by Chippava. Thans vernaauwt hy zich spoedig, en loopt teffens langs een bed van eene steile helling, tot dat hy aan de plaats des watervals nadert, op welke het water met de grootste snelheid een val doet van honderdzestig voeten hoogte, die echter in zekeren zin in tweeën gesplitst is door een eilandje, 't geen uit den rotssteen uitsteekt, en hard genoeg is, om de woede van het water geduurende zo veele eeuwen te hebben kunnen verduuren. Het nederstortend water verdeelt zich, in zynen val, voor een gedeelte, in een damp, die verre boven de hoogte van den val opryst, en zich zelfs met de wolken schynt te vermengen. Het overig water vormt, door zyne botzingen tegen de rotzen, een geduurigen draaikolk, die geheele wrakken van scheten, stammen van en wortelde boomen, en allerlei andere dingen, op het strand uitwerpt, die in het water der menigvuldige meiren en Rivieren, welke hier, te zamen vereenigd, als ter nederstorten, zyn verzameld. Beneden den waterval vernaauwt het bed der rivier zich nog merkelyk, eveneens als of een gedeelte van deezen ontzettenden vloed was verdweenen, of weggeslokt in de ingewanden der aarde. Het gedruis, de kooking van het onregelmaatig geschokt water, en eene verbaazende snelheid der golven, houden aan, tot zeven of acht mylen beneden den waterval, en men kan eerst op een afstand van negen mylen, zonder reekeloosheid, van den eenen oever tot den anderen vaaren. Nog is aanmerkenswaardig, dat het water in zynen
| |
| |
val, door de teffens aanhoudende voortgaande beweeging, eene kromme lyn beschryft, die een vryen toegang, van eenige voeten breedte, tusschen den voet der rots en den waterval zelven overlaat. Hier kan men veilig wandelen; doch men is 'er als afgescheiden van de geheele waereld, terwyl het water, door de groote dikte zyner kolom, van vooren en van boven, allen toegang van versche lucht belet; zo dat men niet lang in deeze zonderlinge grot kan vertoeven, zonder gevaar van te stikken.
Na zyne terugkomst van de Noordelykste grenzen van den Noord - Americaanschen Staat, begaf zich onze Reiziger na Massachussetts, en kwam ziek te Boston, van waar hy, na zyne herstelling, over Philadelphia na de Zuidelyke Provincien vertrok, alwaar hy geheel andere zeden en manieren ontmoette, zo veel verschillende van die der Noordelyke Gewesten, dat hy als in een ander land scheen overgebragt. Te Charlestown vindt men, in de hebbelykheden der inwooners, byna niets gemeen met die van Philadelphia, dan de weelde in het aanrichten van prachtige gastmaalen. De vermogende lieden, die hier woonen, zyn niet, gelyk in het Noorden, in eene geduurige bezigheid om hun vermogen te vermeerderen, maar laaten het bejaagen van winst over aan de kooplieden, die hier zeer menigvuldig zyn. De eigenaars der plantagien verkoopen meestal hunne producten aan de kooplieden; welke geringe arbeid hun niet veel bezigheid verschaft: zo dat zy hunnen meesten tyd aan de vermaaken der zamenleving kunnen besteeden. Deeze landbouwers woonen zelfs niet eens op hunne plantagien, maar vergenoegen zich, met dezelve, van tyd tot tyd, te gaan bezoeken; terwyl zy het verder bestuur aan een Directeur overlaaten. Deeze vermogende lieden zyn dus meerendeels steeds te Charlestown, en die weinige, welke anderzins nog al op hunne landhoeven woonen, begeeven zich, geduurende het heet zaizoen, ook na de Hoofdstad, om dus de gevaarlyke heete koortzen te vermyden, die, in de nabuurschap der Rystvelden, zo menigvuldig en zo doodelyk zyn. De kooplieden dryven wel een uitgebreiden handel, doch laaten hunne meeste zaaken ook al door gelastigden verrichten; zo dat zy steeds den noodigen tyd hebben, om deel te neemen in de rykelyke gastmaalen, de kostbaare theepartyen, de schouwspelen, en in de overige vermaaken, in welke alles, wat eenigzins vermogend is, hier
| |
| |
zyn leven slyt. De meeste ryke inwooners van Zuid-Carolina zyn in Europa opgevoed, en bezitten dus een smaak en eene leiding in hunne bedryven, die meer met de onze overeenkomt, dan met die der Noordelyke Americaansche Gewesten. De vrouwen zyn hier ook leevendiger, en neemen deel aan alle de vermaaken der zamenleving, zonder dat het haar tot oneere wordt gerekend. Dus is de Sexe hier aangenaamer en geestiger, dan te Philadelphia, doch minder begaafd met schoonheid; 't geen voornaamelyk aan het climaat moet worden toegeschreeven, door welks ongunstigen invloed, zo wel mannen als vrouwen, spoedig verouderen. Dikwyls zou men eene vrouw van dertig jaaren voor een besje aanzien: terwyl de mannen, op hun vyftigste jaar, reeds geheel grys zyn.
Schoon de invoer van Negers eigentlyk verboden is, gaat dezelve toch steeds harren gang, hoewel echter dit verbod eenige verzachting heeft te wege gebragt in het lot deezer ongelukkigen, welke men ter markt brengt als ossen of paarden. De steeds vernieuwde vertooning van deezen koophandel, die doorgaans, vier of vyf maalen ter week, plaats heeft, maakt hun, die deezen handel bywoonen, ongevoelig voor zulk een schandvlek des menschdoms: terwyl het dringend eigenbelang daar aan den naam geeft van het vry gebruik maaken van zynen eigendom. Hoe onbillyk, intusschen, de Slaavenhandel ook zyn moge, tot hier toe is men, in de meeste plaatzen van America, in de onmogelykheid, om zonder denzelven de zaaken gaande te houden. Inzonderheid heeft dezelve in deeze landstreek plaats, alwaar de bezittingen van eene groote uitgebreidheid, en veelal verre van elkander verwyderd zyn. Veele eigenaars hebben hier versheidene plantagien, die zy maar voor een gedeelte kunnen bebouwen, om dat zy alles met hunne eigene Negers moeten verrichten, zonder dat zy elders Negers of andere arbeiders kunnen huuren. Inzonderheid geldt dit het Westelyk gedeelte des lands, 't welk veelal bestaat uit natuurlyke of door konst gemaakte moerassen, die tot den rystteelt dienen; waar door het land zeer ongezond wordt, en jaarlyks aanleiding geeft tot kwaadaartige koortzen, die voor de blanken dikmaals doodelyk zyn, doch de Negers zelden aantasten. Het Oostelyk gedeelte van dit Gewest is intusschen veel hooger, en daar door gezonder. Hier plant men geene
| |
| |
Ryst, maar Catoen, Tabak, en Graanen van allerlei aard.
Georgie is nog veel ongezonder dan Zuid-Carolina, en daar door ook nog weinig bebouwd. Savannah, de Hoofdstad der Provincie, bevat naauwelyks zevenduizend inwooners, en daar onder maar drieduizend blanken. In deeze Stad vond onze Reiziger geen gebouw van eene zo groote uitgebreidheid en sterkte, als de openbaare begraafplaats: buiten twyffel, om dat deeze laatste verblyfplaats des menschdoms alhier berekend is naar derzelver noodzaakelykheid, van wegen de menigvuldige sterfgevallen. De landbouw bestaat hier voornaamelyk in het bouwen van Catoen en Ryst: zynde de kweeking der Indigo geheel te niet geloopen, en die van den Tabak onlangs aanmerkelyk verminderd. De vrye invoer der Slaaven is hier nooit verboden geweest, en kan hier ook niet ontbeerd worden, zo lang men geen middel weet te vinden, om den Rystteelt te doen vervangen door het bouwen van een gelykzoortig graan, 't geen aangekweekt zou kunnen worden, zonder behulp dier ondergeloopene velden, die voor de gezondheid der blanken zo doodelyk zyn.
Op de grenzen van Georgie woonen de Indiaanen, die den naam voeren van Chak Saws, Chérokées en Creeks. Men begroot het getal deezer lieden op ongeveer vyfen - dertig duizend zielen. Zelden leven de bewooners van Georgie volkomen in goede vriendschap met hunne koperkleurige nabuuren, en zy zouden ze gaarne na de overzyde der Missisippi doen verhuizen. Ondertusschen moet men erkennen, dat de Georgiaanen zelven de oorzaaken zyn der gefchillen, in welke zy met de Wilden komen. Deeze lieden zyn de ondeugendste van allen, welke de Noord-Americaansche Gewesten bewoonen. Zy veroorloven zich allerlei kwellingen, diefstal, verraad, moord, en alle andere misdaaden, tegen de inlanders, die zich dan wel eens, met eene ontembaare woede, wreeken, en zo wel hunne onderdrukkers, als derzelver geheele huisgezinnen, uitroeijen. Niet alleen slaan de Georgiaanen een greetig oog op de bezittingen der Wilden, maar ook op die der Spanjaarden in Florida, die hun zeer gelegen zouden komen. Hoe zwak de Spanjaarden hier te lande zyn, kan men hier uit genoegzaam opmaaken, dat zy geen middel weeten, om zich van het noodige te voorzien, dan door tusschen- | |
| |
komst der Engelschen: hebbende Spanje, 't geen bykans ongelooflyk schynt, aan twee Engelsche Maatschappyen het uitsluitend recht toegestaan, om West-Florida van al het noodige te voorzien; 't geen den Engelschen in handen heeft gebragt den geheelen handel in vellen van bevers, otters, en van alle andere pelteryen, tot zelfs in Georgie.
In de Zuidelyke Provincien van Noord-America ontmoet men dezelfde onverschilligheid voor het beoeffenen der Weetenschappen, als in de Noordelyke Gewesten. In de laatstgenoemde kan men dit toeschryven aan gebrek aan tyd, van wegen de onmaatige begeerte, met welke een ieder bezield is, om zich te verryken. Dan daar deeze gouddorst in de Zuidelyke deelen weinig bespeurbaar is, mag men 'er zich over verwonderen, dat de Weetenschappen, zonder welke een nieuw Land nooit tot zyne rypheid komen kan, hier zo traag worden beoeffend. Men vindt wel hier en daar, in de Vereenigde Staaten, eenige Maatschappyen van Wysbegeerte, Geneeskunde, Fraaije Letteren, Landbouwkunde, enz.; doch deeze Vergaderingen houden geen gemeenschap met elkander, en zommige vergenoegen zich met den blooten tytel, zonder iets uit te voeren: terwyl zy voorzeker veel dienst zouden kunnen doen, met het verspreiden van eenvoudige onderrichtingen over den Landbouw, het ontginnen van woest liggende landen, de Geneeskunde, enz.
(Het Vervolg en Slot hierna.)
|
|