Kettery erger dan ongeloof gekeurd.
Lodewyk de XIV drong, ten eenigen tyde, aan op de afdanking eens Officiers, by zynen Neef, den Hertog van orleans, in dienst, dewyl hy hem van de Kettery der Jansenisten verdagt hieldt. In een gesprek over dit onderwerp voegde de Hertog den Koning te gemoete: ‘Wat de vertelling aanbelangt, dat hy een Jansenist zou weezen, deeze moogt gy voor volstrekten laster houden; want de Man gelooft zelfs in geen god!’ - De Koning liet op deeze onderrigting volgen: Is 't wel mogelyk! En zyt gy hier van verzekerd? In dat geval is 'er niets aan gelegen; gy moogt hem in uwen dienst houden.