Jo. Chr. Struchtmeyeri Rudimenta Linguae Graecae, &c. Editio secunda. Zutphaniae, apud A. van Eldik, H.C.A. Thieme, et H.R. van Hoorn. In 8vo.
De overnuttige Werken van perponcher, van alphen, martinet, enz., ten dienste der ontluikende Jeugd vervaardigd, zetten voormaals den geleerden scheidius aan, om ook eenige uuren van zyne drukke Ambtsbezigheden af te zonderen, ten einde iet in het licht te geeven, waardoor de weg tot het aanleeren der Grieksche Taale, met het grootste recht door hem beschouwd als de sleutel der Oudheid, voor de studeerende jeugd kon vereffend en vermakkelykt worden. Overal rondgezien hebbende, of hy niet iet kon vinden ter bevoordering zyner oogmerken, viel zyn oog op de Rudimenta Graeca van den geleerden jo. chr. struchtmeyer, in welke hy dat geene vond, waarnaar hy reeds lang gewenscht had, naamlyk eene geordende Methode, eene beknopte en duidelyke voordragt, en weglaating van al dat geen, 't welk meer geschikt was om de jeugdige harten ter neder te slaan door bergen van zwaarigheden, dan dezelve op te beuren. Daar evenwel, naar deszelfs oordeel, dit boek nog eenige verbeteringen behoefde, en in veele opzichten kon bekort worden, nam hy deeze taak op zich, en gaf het werk in 't licht, in dien form, in welken wy het by deeze vernieuwde uitgave zien verschynen. Over het algemeen is