Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1800
(1800)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijErnst en Boert voor de XIXde Eeuw, of Almanach van beschaafde kundigheden voor 1801, Te Amsterdam, by W. van Vliet en J. van der Hey. In 12mo.De Almanachen, doorgaans gebezigd, of liever misbruikt, om een deel laffe, en somtyds ontuchtige waar aan den man te helpen, waren altoos beneden onze beöordeelingen. De meesten, schoon met de tytels van voor het vernuft, den smaak, het hart, en wat dies meer is, voorzien, beheisden, over 't algemeen, niets minder dan vernuftige stukjes, die den smaak en het hart eer aandeden; veelal onrype harssenvruchtjes, die niets beters verdienden, dan met den Almanach ter vergetelheid verwezen te worden. De Agent van Opvoeding, te recht voorziende, dat men weder even als voorheen dit tydboekje zou misbruiken, om, uit een verfoeilyke winzucht, het publiek schandelyke prullen in de hand te stoppen, heeft eene zeer ernstige waarschouwing daar tegen in de Couranten gedaan. Verdient de Agent deswegens den lof van alle deugd- en goede zeden-lievenden; de vernuftige en arbeidzaame a. fokke, sz. heeft, door het boven aangekondigd tydboekje te vervaardigen, getoond, dat men in Nederland niet meer om een' fraaijen Almanach zich in Duitschland of Frankryk zal behoeven te vervoegen, indien men zich niet met vodden wil behelpen. De Uitgevers hebben geen kosten ontzien, om dezen oorspronglyken Almanach zodanig uit te voeren, dat hy in geenen deele voor den fraaisten uitlandschen behoeve te wyken. | |
[pagina 568]
| |
Dit is de tweede Almanach, dien wy eene beöordeeling waardig keurden, namelyk dien der Kruidkunde, waarvan wy in het begin van dit jaarGa naar voetnoot(*) verslag gaven, en dien wy hopen dat ook voor het toekomende jaar zal vervolgd worden. Behalven den naauwkeurig berekenden tydwyzer, en het geen daar gewoonlyk by behoort, is de Ernst en Boert in de volgende zeven vakken verdeeld, als I. Wysbegeerte. II. Schoone Kunsten. III. Fraaije Letteren. IV. Dichtkunst. V. Korte Verhalen. VI. Uitspanningen, en VII. Zeden en Gewoonten. De Plaatjes, door j. kuyper getekend, en door l.a. claessens gegraveerd zyn: 1. Het Portret van 1. kant; 2. Pausias en Glycera; 3. Taalproef van Psammeticus; 4. Hero en Leander; 5. De Fandango; 6. Badhuis in de opgedolven Stad Pompeii, en twee geestige Karrikaturen. Voor het overige is dit tydboekje fraai gedrukt, en gebonden in eene gegraveerde couverture en in een foudraal, even als de Duitsche en Fransche Almanacben. Deze kostbare onderneming verdient allezins ieders toejuigching, aanmoediging en ondersteuning. |
|