te planten, door hen met vertellingen van spooken, toveryen, enz. bezig te houden, of met niet bestaande persoonen of zaaken, by pligtverzuim, te bedreigen; moetende zy veeleer hunne kinderen of opvoedelingen aan afzondering en duisterheid gewennen, en hun redenlyke begrippen van God, en zyn weldaadig albestier, inboezemen; kunnende ook (naar zyn oordeel) de Leeraaren van den Godsdienst, door voorzichtigheid en overleg, veel toebrengen, om deze dwaalingen, by gepaste gelegenheden, als beledigend voor het hoogste Wezen, en onbestaanbaar met waaren Godsdienst, tegen te gaan.
By deze Verhandeling zoude (volgends de Voorrede des Schryvers) een ander stukje over den beruchten Doctor Ludeman, schoon van eene andere hand, gevoegd zyn geworden, zo niet de dood van deszelfs opsteller hierin verandering hadt te weeg gebragt; doch daar de hier aangekondigde Verhandeling reeds afgedrukt was, wettigde de Schryver de aanvraag van den Uitgeever, om dezelve in 't licht te zenden: ook verklaart de Schryver, nog niet te weeten, of hy zyn oogmerk ten tyde der uitgave, om hier iets over het Waarzeggen en zoogenaamd Geestenbezweeren in 't vervolg by te voegen, ten uitvoer zal brengen. Hoe het zy, deze Verhandeling is met een menschlievend oogmerk geschreeven, en verdient daarom, gelyk ook wegens het ordelyke der behandeling, lof; echter is het niet wel mooglyk, dit belangryk onderwerp in een bestek van twee-en-dertig bladzyden volledig af te doen; vanhier, derhalven, dat men veele zaaken hier slechts vindt aangestipt, die wel eene meerdere ontwikkeling vereischten; vooral is de wyze van betoogen hier en daar wat al te inééngedrongen en te oppervlakkig, en de gewigtigste tegenwerpingen zyn slechts met een enkel woord afgekaatst. De Schryver moest bedacht hebben, dat zyne redenen vooral ingericht zyn, om ongeoefende, ligtgeloovige, en aan vooroordeelen gekluisterde, natuurgenooten van hunne dwaalingen in dit stuk te geneezen; en dit geschiedt niet door magtspreuken, of algemeene trekken; neen! bevatlyke redeneeringen, welgekozene voorbeelden, en overtuigende bewyzen, op ondervinding en gezond menschenverstand gebouwd, worden hiertoe vereischt; en Van dien kant beschouwd, is dit stukje ons niet zeer doeltreffende voorgekomen. Zo, derhalven, de Schryver dit onderwerp ooit in een tweede stukje voortzet, dan raaden wy hem eene uitvoerigere behandeling en bevatlyker voordragt zeer aan. Intusschen gelooven wy, dat deze taak vóór hem reeds afgedaan is, met de uitgave der twee,
door de Bataafsche Maatschappy Tot Nut van 't Algemeen onlangs uitgegeevene, en door haar met recht bekroonde, Verhandelingen, ten betooge van het ongegronde, onzedelyke en schadelyke der vooroordeelen omtrent de Waarzeg-