Proeve, of eenige Aanteekeningen, wegens het planten op Duinen van Raaphorst, aan liefhebbers van planten meede gedeeld, van nut konden zyn. Door A.P. Twent. In 's Gravenhage, by de Wed. J.P. Wynants, 1800. In gr. 8vo. 104 bl.
Onder een zeer zedigen titel bevat deeze Proeve een schat van gewigtige waarneemingen voor hun, die met voordeel de bepooting of bezaaijing van schraale Duinen, en andere, tot hiertoe, woest liggende zandgronden, willen onderneemen. Men ziet uit dezelve, dat dergelyke inrichtingen met groot voordeel kunnen worden ondernomen; doch dat 'er, van den anderen kant, eene groote oplettenheid, op verschillende omstandigheden, gevorderd wordt, zonder welke de aangewende kosten te vergeefsch zouden worden verspild. Hoe aanmerkelyk, intusschen, de voordeelen zyn eener wel aangelegde beplanting, kan men uit het volgend voorbeeld leeren. ‘Wil men (zegt de Schryver, bl. 86) ook een proef hebben, wat onkosten uitwerken op schraale gronden, dan behoef ik alleen aan te haalen, een halve mergen zeer schraale afgezande grond, welke dicht by de zandery in Raaphorst ligt. Na de beplanting met Berken, wierd de grond, om het stuiven te beletten, met paardemist, welke f 36 -: : kostte, bestrooid. Daar dit nu twee jaaren geleeden is, kan men reeds zien, dat dit Plantzoen, in zes of zeven jaaren, zo sterk en grooter zal zyn, als ander, met stroo voor stuiven bewaard, in tien jaaren: waar door dit bosch ook van nu af, veel meerder blad geevende, den grond sterker maakt dan andere, en daar door deeze kosten veelvoudig zal te rug geeven. En wil men een opgaaf hebben, tot aanmoediging, om geen gronden ledig te laaten liggen, van het voordeel, dat opgaand hout geeven kan, dan heeft men niets anders na te gaan, dan dat, niet lang geleeden, de boomen op een weg gerooid zyn, die uit schraal zand, zelfs voor een gedeelte yzermaalig, bestond, en niet dieper dan drie steek oudtyds gedolven, omtrent 5 of 6 voeten boven het winterwater liggende, en omtrent 70 jaaren geleeden, in dien tyd, na lange overweegingen, of het de moeite wel waard was, met tweehonderd zeventig Ypen beplant was, beslaande omtrent zevenhonderd vyftig roe-