| |
Militair Zakboek, door G. Scharnhorst, Kapitein by het Koningl. Grootb. Keur-Brunswyksch Artillery-Regiment, en Leeraar by het Krygs-School in Hanover. Uit het Hoogduitsch vertaald, naar de laatste uitgave, door J.B. van Wintershoven, Kapitein ten dienste der Bataafsche Republiek. Vermeerderd met eenige Proeven, betrekkelyk ons oud en nieuw geschut, zoo door Saueracker, als door de Directeuren van 's Lands Artillery-Schoolen, met onderscheiden Calibers in het veld te Waasdorp. Met Plaaten. In den Haage, by J.C. Leeuwestyn, 1800. In gr. 8vo. 574 bl.
Met recht verdient dit Werk den titel van Militair Zakboek, dewyl in hetzelve alles, wat voor een Officier, en zelfs voor een Bevelhebber van een Detachement of een Regiment, noodig is te weeten, zo in het veld, als in belegeringen, met groote klaarheid en naauwkeurigheid wordt voorgesteld. Het oorspronglyk Werk van den Heer scharnhorst heeft, door de uitmuntende wyze, op welke het is ingericht, in Duitschland zeer veel opgang gemaakt, en is meermaalen herdrukt. Zo dat de Nederlandsche in 't Hoogduitsch min kundige Officier veel verplichting aan den Heer van wintershoven heeft, voor zyne vertaaling, en de daarby
| |
| |
gevoegde proeven met onze oude en nieuwe stukken geschut, houwitzers en mortieren, door saueracker en de Directeuren van 's Lands Artillery-Schoolen, te Waasdorp, in 1798, genomen. Zynde die proeven vooral van nut voor den Bataafschen Officier, omdat de Heer scharnhorst zich maar even over het Hollandsch grof geschut had uitgelaaten, welks vermogen, boven dat van andere Natien, by onze Officieren behoorde bekend te zyn.
Het geheele Werk is afgedeeld in vier Afdeelingen en een Aanhangzel. De eerste Afdeeling bevat het Onderricht voor den Officier, welke met Kavallery en Infantery gedetacheerd is; waarin gehandeld wordt over Patrouilles, de Marschen, het Overrompelen, de Veldwagten en Piquets, de Geposteerde Detachementen, de Handelwyze in Kantonneerings-quartieren, de Handelwyze wanneer men den vyand opzoekt, de Recognosceerings-Detachementen, de Handelwyze in Actien, den Toevoer, het invorderen van Contributien, en het opligten van Patrouilles. De tweede Afdeeling bevat de pligten van een Officier, welke met Artillery is gedetacheerd. De derde Afdeeling handelt over de Verschanssingskonst, en bevat het weetenswaardigste omtrent de inrichting en den aanval der Schanssen, gelyk ook, hoe men dezelve moet verdedigen; alles opgehelderd met nuttige voorbeelden. De vierde Afdeeling handelt over den Aanval en de Verdediging der Vestingen; bevattende dezelve het Begrip van de Inrichting eener Vesting, het Gebruik van 't Geschut in en voor Vestingen, de leer der Mynen, en eindelyk alles, wat, zo in het aanvallen als in 't verdedigen eener Vesting, moet in acht genomen worden. Het Aanhangzel bestaat uit de volgende artikelen: 1. Tafel der Sinussen en Tangenten. 2. Maat der lengten. 3. Afstand van een voorwerp te vinden. 4. Eene streek Krygskundig op te neemen. 5. Tafel van koornmaaten, munten en gewigt. 6. Proeven van de wydte der Worpen, volgens saueracker. 7. Staatkundige Tafel: te weeten eene vergelykende tafel van de uitgebreidheid, volkrykheid, inkomsten en legermagt der voornaamste Mogenheden. Eindelyk de Proeven van de wydte der Worpen met nieuwe stukken van onderscheiden caliber, door de Directeuren van 's Lands Artillery-Schoolen gedaan, in 1798, in 's Hage.
| |
| |
Voor een geregeld uittrekzel zyn de Artikelen, uit welke dit gewigtig Werk bestaat, te menigvuldig en te uitvoerig. Wy zullen 'er hierom maar een proefje uit mededeelen, om over het geheel te kunnen oordeelen, en verder nog eenige dingen van groot belang, op welke onze aandagt in het leezen voornaamelyk gevallen is, aanstippen. Dus spreekt, onder anderen, onze Schryver, bl. 298, enz. over het verdedigen van enkele schanssen: ‘De Kanonnen van de schanssen laaten zich nooit met het vuur der vyanden in: zy gaan van de bedding, terwyl de vyand vuurt. Eerst, wanneer de vyandelyke troepen op zeshonderd schreden komen, beginnen zy voort met Cartetschen te vuuren: daar zy nu nog door den damp belet, en in 't geheel nog niet gevuurd, noch de lieden zich afgewerkt hebben, kunnen zy eene groote werkzaamheid doen. De afstand van zeshonderd schreden is te vooren met stokken getekend, op dat de lieden niet te vroeg met het vuuren zouden beginnen, gelyk zeer dikwyls pleeg te geschieden.
De Infantery staat geduurende de kanonade van den vyand aan den voet van het banquet, en treedt weder op, als de vyand hun, tot op den afstand van tweehonderd vyftig schreden, genaderd is; maar deeze afstand is ook te vooren met witte stokken afgetekend. Zy vuuren in afdeelingen, en elke zyde van de schans is in twee afdeelingen, of pelottons, verdeeld, welke het een om het ander vuuren. By eene gragt, welke goed met pallissaden voorzien is, zou men mogelyk best doen, niet eerder met het vuuren te beginnen, dan na dat de vyand op vyftig schreden genaderd was. Heeft de schans wolfskuilen of verhakkingen voor zich, en daarenboven nog pallissaden, dan begint men eerst te vuuren, wanneer de vyand by de eerste verhindering is aangekomen. De veel grooter en plotzelyke werking van het naby zynde vuur, wanneer te vooren nog niet gevuurd is, werkt op dit oogenblik zo veel te sterker op het gemoed van den vyand, daar hy door hindernissen wordt opgehouden. Op verder afstand is hy in een te grooten omtrek, en ons vuur te veel uit malkander, en hy wordt onverschrokken, door de geringe werking, die hetzelve doet, alwaar hy zyne nedergeschootene ka- | |
| |
meraden niet hoort kermen, dewyl hy spoedig deeze plaats verlaat.
Komt de vyand tot in de gragt, dan werpt men bomben met brandende buizen, ook lederen zakken gevuld met een en een half of twee pond kruid, met zeer korte buizen in dezelve; men ontvangt te gelyker tyd die geenen, welke de borstweering willen beklimmen, met bajonetten, op lange stokken gestooken; deeze middelen niet by de hand hebbende, springt men op de borstweering, om den vyand, welke dezelve beklimt, met de bajonet te ontvangen; doch dit moet maar alleen geschieden, als hy zich geheel of het grootste gedeelte heeft in de gragt geworpen.
Wanneer men meer manschappen in de schans, dan tot dezelve in twee gelederen noodig is, heeft, of men 'er meer kan bekomen, dan stelt men achter de pallissaden, in de gragt, een of nog beter twee gelederen, met bevel van niet eerder te vuuren, dan na dat de vyand tot aan de pallissaden komt. Dit naby zynde vuur zal moordaadig zyn, en nu zal het vuur van de schans, de indruk zyner werking, en het onverwagt oogenblik den vyand zeker tot wyken brengen,’ enz.
Niet minder uitvoerig spreekt de Schryver over den aanval op en de verdediging van eene Vesting; in welke verhandeling echter eenige zaaken voorkomen, waarmede wy ons niet ten vollen kunnen vereenigen. Dus telt hy, in het Hoofddeel van de Inrichting eener Vesting, onder derzelver gewoone weezenlyke deelen, de Contregardes, niettegenstaande dezelve thans voor vry onnutte werken worden gehouden, omdat zy tegen het vuur van boven niet bestand zyn, en, eens veroverd zynde, den vyand eene heerlyke plaats tot bres-batteryen verschaffen. Daarentegen spreekt de Schryver niet van de zogenoemde Lunettes, in den bedekten weg, schoon dezelve van een zo groot nut zyn, om de verovering der voorliggende buitenwerken te vertraagen. Tot het verdedigen der gemaakte Bressen, oordeelt de Schryver, behalven de andere noodige voorzorgen, niets beter, dan, gelyk in de beroemde belegering van Candia door de dappere bezettelingen geschiedde, de stormende partyen te gemoet te gaan, en de bres met blank geweer te verdedigen; wanneer hy gelooft, dat deeze onverwagte aanvallen, van alle zyden,
| |
| |
op de zwakke tètes der overgaande kolommen, gemeenlyk ten voordeele van de verdedigers uitvallen. Intusschen merkt hy aan, dat de bestormers, by de stormen in nieuwere tyden, doorgaans verlaatene bastions vonden; waaruit men, oppervlakkig redeneerende, zou moeten besluiten, dat de tegenwoordige Krygslieden minder moed bezitten, dan die van voorige dagen. Dan dit is niet het geval; maar de volgende omstandigheid geeft eene genoegzaame reden van de minder kragtdaadige verdediging der bressen. In voorige dagen had men geen denkbeeld van het waar gebruik van boogschooten, bomben, enz. en verspilde dezelve meestal onnut; doch thans weet men daarvan het meest mogelyk voordeel te trekken; zo dat een bastion, op het welk men een storm denkt te waagen, ('t geval van verrassing, gelyk te Bergenopzoom in 1747 plaats had, uitgezonderd) een oogenblik vóór den aanval, zodanig met allerlei moordaadig vuurtuig van boven overlaaden wordt, dat geen mensch het daar kan houden, maar alles, 't geen zich niet door de vlucht kan redden, sneuvelen moet.
In het Aanhangzel vinden wy, onder anderen, eene nuttige onderrichting, om den afstand van een vyand met den verrekyker te vinden. ‘Laat men (zegt de Schryver, bl. 12) in een verrekyker een (micrometer) maatstok op glas maaken, dan ziet men het voorwerp, naar het welk men den kyker gericht heeft, op de maat, en wel des te grooter, hoe nader men by hetzelve is. Maakt men eene proeve, en neemt men de grootte juist waar, dat is de verdeelingen, welke een man op verscheidene afstanden in den verrekyker beslaat, zo kan men altyd daarnaar in andere gevallen eenigermaate den afstand van den vyand beoordeelen.’ Niet alleen is deeze onderrichting van nut in den oorlog, maar ook in het dagelyksche leven, vooral voor de liefhebbers van het buitenleven. Want zo de ruitjes op glas getrokken, of door middel van een ring, met zich onderling doorkruissende fyne hairtjes voorzien, in den verrekyker geplaatst, zeer klein zyn, en daarmede proeven, op voorwerpen, op bekende afstanden geplaatst, worden genomen, zal men zich eene hebbelykheid kunnen verkrygen, om over den afstand van de meeste voorwerpen, die onder het bereik van zodanig een kyker vallen, met eene genoegzaame naauwkeurigheid te oordeelen.
|
|